Leegstand bedrijventerrein kost gemeenten 70 mln
Ze kunnen het gebruikersdeel van de OZB niet innen.
Gemeenten lopen veel OZB-inkomsten mis door leegstand op bedrijventerreinen. In koploperprovincies Zuid- en Noord-Holland gaat het om respectievelijk 17 en 15 miljoen euro, verliezen van meer dan tien procent.
Kwart panden staat leeg
Dat blijkt uit onderzoek van Keala Research uit Breda. Onderzoek onder ruim 68.000 ondernemers en analyse van WOZ-gegevens toont aan dat op dit moment een kwart van de 270.000 bedrijven op de Nederlandse bedrijventerreinen leegstaat. Gemeenten kunnen voor deze panden alleen het eigenarendeel van de onroerend zaak belasting (OZB) innen. Het gebruikersdeel – 70 miljoen euro – lopen zij mis.
Leegstand grootst in Groningen
In absolute bedragen zijn de verliezen het grootst in Zuid- en Noord-Holland, omdat daar ook de totale WOZ-waarde van de bedrijfspanden het hoogst is, verklaart Ton Ketelaars van Keala. ‘Procentueel is de leegstand het grootst in Groningen, 13,4 procent, en het kleinst in Utrecht, met 8,5 procent. Je ziet dat de leegstand van bedrijventerreinen schommelt rond 10 procent en dat geldt ook voor de gederfde inkomsten.’
Niet eerder in beeld
Dat ligt voor de hand, erkent Ketelaars, maar was nog niet eerder per gemeente in beeld gebracht. DTZ Zadelhoff presenteerde eerder dit jaar cijfers over gederfde OZB-inkomsten voor Midden-Nederland, maar deed dat voor bedrijventerreinen, detailhandel en kantoren samen.
Revitalisatie terugverdienen
Ketelaars concentreert zich op bedrijventerreinen, omdat gemeenten volgens hem belang hebben bij die concrete informatie, wanneer zij hun bedrijventerreinen willen opknappen en willen weten of hun geïnvesteerde euro’s zich terugverdienen in de WOZ-waardeontwikkeling.
Grootste derving Bergen op Zoom
Op de ranglijst van Keala is Bergen op Zoom de gemeente met relatief de grootste derving van OZB-inkomsten: De gemeente loopt ruim een miljoen euro mis op bedrijventerreinen, een kwart van wat Bergen op Zoom zou kunnen binnenhalen. Aan het andere eind van de lijst staat Woensdrecht. Ketelaars: ‘Die gemeente zou nog 12.000 euro kunnen verdienen als het de twee procent leegstand weet op te lossen.’
Reacties: 7
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Overigens zullen wij binnenkort tevens met cijfers komen die het absolute aantal leegstaande panden op bedrijventerreinen als maat zullen hebben.
Leegstand op de winkelmarkt in Nederland
"Van het bestaande winkelareaal (30,7 miljoen m2 wvo) stond per begin 2012 bijna drie miljoen meter leeg, een percentage van 9.7. In meters zijn er in 2011 iets meer dan 200.000 m² extra leeg komen te staan. Er is dus nog steeds sprake van een oplopende leegstand, maar het tempo waarin dit oploopt is een stuk minder dan in 2009 en 2010. Een leegstandsniveau van 4 à 6% (frictieleegstand) is nodig voor een goede doorstroming. Als er meer panden leeg staan is er sprake van structurele leegstand. Dit is extra zorgelijk in gemeenten die ook nog eens te maken krijgen met een afnemende bevolking: daar neemt het draagvlak voor winkels de komende jaren sterk af. In ruim eenderde van de gemeenten in Nederland (136) is dit het geval (DNTP, 2012).
In de afgelopen vijf jaar is het aantal leegkomende winkelmeters toegenomen met ruim 900.000 vierkante meters, een toename van de leegstand met 44% (zie onderstaande tabel). Het zijn met name de grootschalige concentraties (+99,3%), waar de meubelboulevards het heel moeilijk hebben en de kleine hoofdwinkelgebieden (+ 68,3%) en de buurtcentra (+66,7%) waar het aantal leegkomende winkelmeters de afgelopen vijf jaar sterk is toegenomen. "
Martin Stijnenbosch, Kluwer Omgevingsrecht 15341
http://deeplinking.kluwer.nl/?param=00B72F1E
Het is weliswaar een feit dat vele kantoren en overige bedrijfspanden in
ons land leeg staan en dat hierdoor de inning van de Onroerend Zaak
Belasting (ozb) niet mogelijk is. Dit kost de gemeente echter geen geld.
Iedere gemeente stelt in het vierde kwartaal namelijk eerst haar begroting
voor het komende jaar vast en pas daarna de belastingtarieven, waaronder
de ozb, waarmee zij deze begroting dekt. Bij het bepalen van het
ozb-tarief houdt de gemeente al rekening met de actuele leegstand en zorgt
dat zij via het ozb-tarief de begrootte ozb-opbrengst realiseert. De
gemiste ozb-opbrengst van leegstaande kantoorpanden komt dus niet ten
laste van de gemeente maar ten laste van de eigenaren van de zogenaamde
niet-woningen, veelal ondernemers. Zij betalen dus ongewild mee aan deze
leegstand. Soms komt een gemeente deze ondernemers in de huidige
economisch moeilijke tijd tegemoet door ook de ozb voor woningeigenaren te
verhogen. Gemeenten moeten daarom al het mogelijke doen voor een optimaal
lokaal ondernemersklimaat. Hiermee voorkom je leegstand en voorkom je dat
je de ozb-heffingen op andere ondernemers afwentelt.
Blijft voor mij de vraag open staan of de werkwijze die de heer Zijlstra beschrijft als exemplarisch mag worden aangemerkt voor de werkwijze van elke Nederlandse gemeente.