Krimp hoort erbij

Spraakmaker: Marianne Besselink

U heeft zich verzoend met krimp?
Ja. Wij accepteren dat het zo is en dat bestrijden geen zin heeft. Vroeger was het idee: we bouwen extra huizen en bedrijventerrein en dan komen de mensen vanzelf, maar dat is gewoon niet zo. De cijfers laten zien dat er minder mensen in Oost- Groningen komen te wonen. Daar moet je de voorzieningen op aanpassen.

Wat moet er gebeuren?
We kijken met gemeenten in de provincie naar drie gebieden met krimp. Samen hebben we nu voor Oost-Groningen een plan opgesteld met Bellingwedde, Menterwolde, Oldambt, Pekela, Stadskanaal, Veendam en Vlagtwedde. Er zijn hier over 10 jaar 8 tot 10 duizend minder mensen en het voorzieningenniveau neemt af. Wat overblijft, moet geconcentreerd worden. Je moet kiezen waar welke voorziening komt. Als gemeenten met elkaar gaan concurreren, verliezen we allemaal. We hebben een gezamenlijke opdracht om heel Oost-Groningen leefbaar te houden, en niet een paar dorpen.

Tijd voor afspraken dus?
Ik begrijp best dat iedere gemeente eerst naar zichzelf kijkt en het eigen voorzieningenniveau het belangrijkst vindt, maar daar wordt Oost-Groningen niet beter van. We hameren erop dat gemeenten het krimpbeleid op elkaar afstemmen. Daar hebben we met dit plan nu ook een goed begin mee gemaakt.

Als het plan volgende maand definitief is, volgen inderdaad harde afspraken, ook met organisaties in de regio, over sportvelden en zwembaden. Waar wordt wel en waar niet gebouwd en waar wordt gesloopt. Waar concentreren we de scholen en de cultuurvoorzieningen in de regio. Volgend jaar volgt dan de financiële onderbouwing.

En de inwoners?
In Oldambt is op 8 oktober Dorpendag waar dorps initiatieven worden geïnventariseerd. In de andere gemeenten worden ook allerlei initiatieven ontplooid. De bewoners van Oost-Groningen weten immers als geen ander wat logische oplossingen zijn. Hun betrokkenheid is van groot belang.