Gemeenten aan Twentekanaal willen een havenbedrijf

Vijf havengemeenten aan het Twentekanaal willen een gemeenschappelijk havenbedrijf vormen. Gezamenlijk denken de gemeenten daarmee de economische motor van de havens en van de regio Twente een impuls te geven.

Vijf gemeentelijke havenbedrijven

De gemeenten Hengelo, Hof van Twente, Enschede, Almelo en Lochem onderzoeken de mogelijkheden voor een gemeenschappelijk havenbedrijf. Op dit moment zijn er vijf gemeentelijke havenbedrijven, zegt Jan Bron, wethouder ruimtelijke ordening uit Hengelo. Afzonderlijk kunnen zij de ambitie om van Twente de derde logistieke hotspot van Nederland te maken, niet realiseren, aldus Bron. ‘De grote investeringen die wij als gemeenten gaan doen, maar ook de extra middelen van het Rijk, vergen een professionalisering van ons werk.’

Sluizen bij Eefde

Hengelo investeert op dit moment ruim 8 miljoen euro in de haven, Enschede zelfs 24 miljoen en ook Almelo gaat voor enkele miljoenen werkzaamheden aan de haven verrichten. De Tweede Kamer nam maandag een voor Twente positief besluit, door investeringen in het Twentekanaal te steunen. Bron hoopt dat de aanleg van extra sluizen bij Eefde en verruiming van het kanaal snel kan plaatsvinden.

Havengelden harmoniseren

Gezamenlijk kunnen de gemeenten ervoor zorgen dat het Twentekanaal wordt versterkt als achterlandregio voor de scheepvaart die binnenkomt in Rotterdam. Bron: ‘We kunnen de scheepsregistraties centraal coördineren, havengelden harmoniseren, maar ook onderhoud aan havens en aanleg van kades gezamenlijk uitvoeren.’ Ook de acquisitie van nieuwe bedrijven kan gezamenlijk worden opgepakt, met hulp van Port of Twente, waarin overheden, bedrijfsleven en onderwijs de krachten hebben gebundeld.

Publiek of privaat

Over de rechtsvorm van het havenbedrijf wordt nog nagedacht, zegt Bron. De keuze voor publiek of privaat is nog niet gemaakt. ‘Het zou een gemeenschappelijke regeling kunnen zijn.’ Risico’s voor de gemeenten zijn er in geen geval aan verbonden, meent de wethouder. ‘We zien dit als een kans om geld te verdienen, werkgelegenheid te creëren en de economische motor van de havens en van Twente aan te draaien.’