Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Geen snellere plannen door Wro

De Wet ruimtelijke ordening heeft procedures bekort, maar toch komen ruimtelijke plannen niet sneller van de grond dan voorheen.

15 april 2011

De Wet ruimtelijke ordening heeft procedures bekort, maar toch komen ruimtelijke plannen niet sneller van de grond dan voorheen. Het vooroverleg neemt nu meer tijd in beslag.

Onder de oude Wet ruimtelijke ordening moest de provincie gemeentelijke bestemmingsplannen goedkeuren. Hieraan was een extra inspraakronde gekoppeld, die dus veel tijd kostte. Het schrappen van de provinciale goedkeuring heeft echter nauwelijks tijdwinst opgeleverd, blijkt uit vrijdag gepubliceerd onderzoek van advies- en ingenieursbureau Oranjewoud. In de praktijk blijken gemeenten nu vaak vooraf met provincies te overleggen. ‘Bovendien leert de ervaring dat met name de politieke besluitvorming veel tijd vergt. Ook is het zo dat financiële overwegingen planprocessen vertragen. Wet- en regelgeving hebben daar nauwelijks invloed op’, zegt Edwin Oude Weernink, projectmanager bij Oranjewoud. Voor het onderzoek ondervroeg Oranjewoud beleidsmedewerkers ruimtelijke ordening van honderd gemeenten en de twaalf provincies. Het is het derde achtereenvolgende jaar dat Oranjewoud onderzoek laat doen naar de Wet ruimtelijke ordening (Wro).

 

Een van de conclusies is ditmaal dat de in juli 2008 ingevoerde wet inmiddels ‘redelijk is ingeburgerd’. Ambtenaren van zowel gemeenten als provincies kunnen steeds beter met de wet overweg. Dit blijkt ook uit achterstanden die inmiddels zijn weggewerkt: vrijwel alle gemeenten hebben hun verouderde bestemmingsplannen in 2010 geactualiseerd, of zijn hier druk mee bezig. Eind 2009 had 35 procent van de gemeenten nog niet één bestemmingsplan geactualiseerd. Met ingang van 1 juli 2013, 5 jaar na invoering van de wet, mogen gemeenten geen leges meer heffen in gebieden waar een bestemmingsplan van 10 jaar of ouder van kracht is.

 

Uit het onderzoek blijkt verder dat inmiddels 37 procent van de gemeenten beschikt over een structuurvisie, zoals voorgeschreven in de Wro. Nog eens 46 procent van de gemeenten is bezig met het opstellen hiervan. Slechts weinig gemeenten (16 procent) zijn positief over de provinciale verordening, waarin provincies aangeven met welke provinciale belangen gemeenten in hun bestemmingsplannen rekening moeten houden. Ongeveer de helft van de gemeenten oordeelt neutraal. Bij de provincies denken drie op de vier ambtenaren neutraal tot positief (respectievelijk 33 procent en 42 procent) over de verordening.

 

Slechts een kwart van de gemeenteambtenaren vindt de nieuwe Wro overzichtelijker dan de oude. De  opsteleenvoudiger bestemmingsplanprocedure wordt wel ervaren als winstpunt. Van de ondervraagden geeft 28 procent aan dat de nieuwe Wro meer regeldruk met zich meebrengt. Een groep van 18 procent vindt juist dat de regeldruk is afgenomen. Bij de provincies ervaart 67 procent van de geënquêteerden minder regeldruk. Dit komt vooral doordat de provinciale toetsing van gemeenteplannen is verdwenen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie