Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Geen politieke steun meer voor waterschappen

De oudste bestuurslaag van ons land lijkt zijn langste tijd te hebben gehad. Niet alleen is opheffing van de waterschappen één van de concrete voorstellen van de ambtelijke bezuinigingswerkgroep openbaar bestuur, ook politiek keert het tij.

19 maart 2010

Waren PvdA, SP, GroenLinks, PVV en D66 al langer in meer of mindere mate voor opheffing van de waterschappen, de VVD is naar verluidt nu ook om. Het CDA laat weten vast te houden aan eigen bestuur voor de waterschappen. Betrouwbare bronnen uit liberale kring melden dat in het conceptverkiezingsprogramma van de VVD de draai wordt gemaakt. Het zou aansluiten bij het streven om te komen tot een kleinere overheid. Dimitri Gillissen, secretaris van de programcommissie, wil dat bericht niet bevestigen, noch ontkennen. ‘Maar’, zegt hij desgevraagd, ‘tegen het licht van de economische crisis is veel meer bespreekbaar geworden. Er zijn geen taboes.’ Nadrukkelijk stelt hij dat aan het conceptprogramma nog druk wordt geschreven. Op 9 april komt het uit. ‘En al schrijven we daar dingen stellig in op, dan hebben de kamerkringen en de leden nog de mogelijkheid dat te amenderen’, aldus Gillissen.

 

Als ook de VVD om is, dan lijkt weinig het opdoeken van de oudste zelfstandige bestuurslaag van ons land nog in de weg te staan. Het betekent namelijk dat het CDA en de kleine christelijke partijen nagenoeg als enige nog pal staan voor het in stand houden van de waterschappen. De PvdA wil net zo min als de VVD worden geciteerd uit het conceptverkiezingsprogramma, maar een Tweede Kamerlid laat weten dat als er naar veranderingen in het openbaar bestuur wordt gekeken, ‘je ook kijkt naar de waterschappen’. Een eigen bestuur voor de schappen wordt belangrijk gevonden, ‘maar in de totale afweging’ staat de partij niet garant voor de waterschappen. De PvdA gaat volgens hem echter niet zover als de SP. Die partij zegt zonder meer voor opheffen van de zelfstandige bestuurslaag te zijn.

 

Opties

 

Dat er geen politieke meerderheid meer is voor instandhouding van de waterschappen, is des te saillanter met het oog op de vermoedelijke uitkomst van de ambtelijke werkgroep openbaar bestuur. Het is één van de 19 werkgroepen die in opdracht van het kabinet uitzoekt hoe er 35 miljard euro aan besparingen kan worden gevonden. Onder leiding van Chris Kalden, voormalig secretaris-generaal van het ministerie van Landbouw en huidig directeur van Staatsbosbeheer, worden de bezuinigingsmogelijkheden in het openbaar bestuur in kaart gebracht.

 

Concreet denkt de werkgroep na over vermindering van het aantal ambtenaren en over het afschaffen of verminderen van het aantal bestuurslagen. Hoewel de werkgroep nog de laatste hand moet leggen aan het rapport - volgende week moet het klaar zijn - is duidelijk dat opheffen van de waterschappen zeker één van de scenario’s is die de politiek straks als keuzemogelijkheid wordt voorgelegd, zo laat een van de betrokkenen bij het onderzoek weten.

 

Na opheffing ziet de werkgroep een paar opties. Eén ervan is de waterschappen om te vormen tot een pure uitvoeringsorganisatie en die als zelfstandig bestuursorgaan onder te brengen bij de provincies. Een andere mogelijkheid is de waterschappen om te turnen tot gedeconcentreerde rijksdiensten en ze rechtstreeks onder Rijkswaterstaat te laten vallen. Ze kunnen dan blijven doen wat ze deden, maar dan zonder een eigen direct gekozen bestuur. Aparte verkiezingen voor de waterschappen liggen vanwege de zeer geringe opkomst - nog geen 25 procent vorig jaar - al jaren moeilijk.

 

Dijken

 

De werkgroep studeert nog op manieren om de financiering van de waterschapstaken te borgen na afschaffing van de schappen. Daarmee vervalt immers ook de waterschapsbelasting. Opheffen van ook de financiële autonomie en de schappen onderdeel maken van Rijk of provincies heeft één belangrijk nadeel: de schappen - en dus ook de bekostiging van de taken - gaan onderdeel uitmaken van een algehele afweging.

 

Dat betekent dat er in tijden van financiële schaarste kan worden bezuinigd op het beheer en onderhoud van dijken, ten gunste van bijvoorbeeld onderwijs of gezondheidszorg. Zover wil de werkgroep het niet laten komen, omdat het essentieel is dat we in ons laaggelegen land droge voeten houden. Hoeveel geld de opheffing van de waterschappen op termijn oplevert, zou nog niet zijn becijferd. De waterschappen (zie artikel linkerpagina) zelf komen uit op een besparing van 23 miljoen euro. Van een quick win is geen sprake, omdat de noodzakelijke grondwetswijzigingen altijd 8 jaar vergen.

 

In hoeverre geld een leidend motief is om te komen tot een stelselwijziging, is onduidelijk. De commissie-Kalden kreeg in de opdracht geen financiële taakstelling mee. Pas in latere instantie zou het ministerie van Financiën er, vlak voor de val van het kabinet, op hebben aangedrongen bedragen te koppelen aan de voorstellen. De werkgroep gaat - als maximale variant - voor 1,5 miljard euro, een besparing die geldt voor het hele openbaar bestuur.

 

Reacties: 9

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

rob
Enkele opmerkingen.

Dé uitdaging in het waterbeheer
De grote opgaven in het waterbeheer liggen vooral in de samenhang met RO, natuur en economie (kijk naar KRW, WB21 en nu Deltaprogramma). Water maakt integraal deel uit van de fysieke leefomgeving. De verwevenheid van het watersysteem in de brede fysieke omgeving -en niet alleen het agrarisch gebied- wordt de laatste tiental jaren steeds beter merkbaar. Het is niet voor niets dat waterschappen behoorlijk de FTE’s uitbreiden op het gebied van RO en omgevingsbeleid.

Grondwet
Het omvormen van het waterschap tot een uitvoeringsorganisatie kan waarschijnlijk ook zonder aanpassing van de Grondwet (Gw). Artikel 133 Gw gaat wel uit van een waterschap met een bestuur. Dit bestuur kan echter ook benoemd worden (omvorming tot ZBO). Ander dan bij gemeenten en provincies zijn er in de Grondwet voor het waterschap geen ambten opgenomen. Wel is aanpassing van de Waterschapswet en mogelijk Waterwet vereist. De waterschapsgrenzen kunnen de provincies al bij reglement vaststellen.

Waterveiligheid
De waterveiligheid kan geborgd worden door hiervoor een bestemmingsheffing te introduceren. Hierdoor kan worden voorkomen dat inkomsten door de algemene democratie worden aangewend voor andere zaken (fietspaden ipv versterken waterkering). Een voordeel bij de integrale afweging is wel dat andere waterdoeleinden wel breed afgewogen kunnen worden. Willen we belastinggeld besteden aan een extra vistrap, herstel van een meander of bijvoorbeeld aan bejaardenzorg/fietspad…

Eindbeeld kan er zo uitzien:
- rioleringszorg en zuivering (afvalwaterketen) worden ondergebracht in een overheids-NV (zuivering beslaat ongeveer 40-50% van een waterschapsbegroting). Vergelijk dit met de waterleidingbedrijven. Op termijn kunnen de beide organisaties wellicht samengaan tot waterketenbedrijven.
De gemeenten hebben niet het probleem dat de waterschappen -een medeoverheid- de rioleringszorg overnemen (zie actie Storm). Doordat het een bedrijf is blijven de gemeenten ‘baas in eigen huis’ en is afstemming met wegenbouw veel beter mogelijk (geen botsende overheden).
- watersysteemtaken blijven bij waterschap dat als uitvoerende dienst onder de provincie valt. Dit scheelt veel bestuurlijke drukte. Provincie kan worden omgevormd tot een volwaardige regionale overheid evt aangevuld met DLG en wat delen van RWS.
J Th Degenkamp / oud-hoogleraar rechtswetenschap
Heb jarenlang gepleit voor opheffing waterschappen; mogelijk positief effect van crisis.
E. van Bunnik / oud secretaris van een OR bij GVB-Amsterdam
door ze onder te brengen bij een provincie of Rijkswaterstaat bespaar je m.i. echt niet op het personeel. Dat blijft gewoon ambtenaar met de bijbehorende bezoldiging
H. Heezen / Nieuwerkerk aan den IJssel
Mw. Lida Schelwald-van der Kley, heemraad van het Waterschap Zuiderzeeland, houdt een pleidooi voor het behoud van waterschappen en is bang dat het opheffen ervan desastreuze gevolgen kan hebben. Waarom, wordt niet helemaal duidelijk. Zij vindt dat opheffen niet nodig is ‘omdat het niet veel zal opleveren’. Dat kan natuurlijk geen argument zijn.

Ook voor ‘maar’ 23 miljoen euro dient iets te worden afgeschaft als er geen toegevoegde waarde is. De burgers hebben met een niet-opkomstpercentage van 75 procent (bij de Waterschapsverkiezingen) al lang en overtuigend aangegeven geen behoefte aan deze bestuursvorm. Hoeveel signalen moet je als stemgerechtigde nog meer afgeven? Vanuit democratisch oogpunt speelt het waterschapsbestuur geen enkele rol. Debat leeft niet en de kiezers worden er ook niet actief bij betrokken. Ook de media laat de waterschappen links liggen omdat er nooit een zaak van enig belang speelt.

Ik ben ooit bij een vergadering getuige geweest van een oersaaie voorgebakken ‘discussie’ tussen sonoor snurkende afgevaardigden. De waterschappen zijn niet meer dan een rusthuis voor uitgerangeerde gemeenteraadsleden die nog ‘politiek actief willen blijven’ op kosten van de burger. Waterschappen stammen uit de 12e eeuw toen er nog geen andere bestuursvormen waren. Toen erg zinvol, maar tegenwoordig hebben we veel betere bestuursvormen zoals provincie en Rijk, die wél kunnen rekenen op betrokkenheid van de burger.

Schelwald-van der Kley geeft aan dat het aantal ambtenaren van de waterschappen slechts 1 procent van het totale aantal ambtenaren in Nederland is. Dat lijkt me geen omvang om een aparte bestuurslaag voor overeind te houden. Het werk is waarschijnlijk veel efficiënter en gemakkelijk onder te brengen bij de provincie of Rijkswaterstaat. Daar zit veel kennis en bundeling van kennis, planning en werkgebied heeft beslist een meerwaarde. Daarmee hoeft de waterveiligheid geenszins in de waagschaal te worden gesteld.

Die veiligheid kan zelfs beter. Het bestaan van waterschappen is immers geen garantie voor droge voeten. In februari 1995 moesten veel dorpen langs de grote rivieren uit veiligheid worden ontruimd en ook de bewoners van het Westland zullen zo hun eigen gedachten over de waterschappen hebben als er in de zomer weer eens een mals buitje viel. Kortom, de waterschappen verdienen een plaatsje in het historisch museum en het belangrijke werk moet worden onder gebracht bij een democratisch bestuursorgaan. Of zou mw. Schelwaldvan der Kley vooral pleiten voor eigen parochie?
Michiel Jonker / ambtenaar bij een decentrale overheid
@H. Heezen. Mee eens dat die zogenaamde democratie van de waterschappen een farce is. Daar hadden ze zelf ook helemaal niet om gevraagd, die werd door de landelijke politiek opgedrongen.

Maar hoezo zou er bij de waterschappen nooit 'een zaak van enig belang' spelen? Zolang ze het goed doen, lijkt dat misschien zo. Maar als het een keer fout gaat, zal pas duidelijk worden hoe belangrijk het werk van de waterschappen is.

Waarom zou het bestuur van de waterschappen efficiënter worden als ze onder de provincies of het rijk komen te vallen? Blinken die dan uit door efficiëntie? Verruil je dan niet de ene farce met de andere?
Michiel Jonker / ambtenaar bij een decentrale overheid
Het risico is dat als de waterschappen onder de provincies of het rijk vallen, die hun meerwaarde willen bewijzen door veel 'beleid' over het waterschapswerk te gaan maken. Dan moet het allemaal anders en daarna nog weer een keer anders om provinciale en rijksambtenaren aan het werk te houden, terwijl de mensen die het echte werk doen, knettergek worden en de goeden vertrekken. Dat is pas een risico voor de waterveiligheid!
Lida Schelwald-van der Kley / Heemraad Waterschap Zuiderzeeland
Het opheffen of onderbrengen van de waterschappen bij de algemene democratie levert niet of nauwelijks iets op en kan desastreuze gevolgen hebben voor Nederland BV. Het veelgehoorde argument dat waterschappen een dure bestuurslaag zijn en er veel te besparen valt door ze op te heffen is pertinent onjuist. De bestuurskosten van alle 26 waterschappen tezamen (dijkgraven, dagelijkse en algemeen bestuurders, inclusief ondersteuning) bedragen 23 miljoen euro per jaar. Ter vergelijking: De bestuurskosten van de 12 provincies zijn ruim 10 maal hoger. 23 miljoen euro zet dus niet veel zoden aan de dijk, afgezien nog van de kosten die gemoeid zullen zijn met een herindeling. Op zichzelf al geen gemakkelijke opgave want waterstaatkundige grenzen vallen doorgaans niet samen met provinciale grenzen. Daar komt nog bij dat het aantal ambtenaren niet zal verminderen, want hoe je het ook organiseert, de specifieke deskundigheid op water gebied, blijf je nodig hebben. Bij de waterschappen werken nu 10.500 mensen, oftewel 1% van het totale ambtenarenapparaat in Nederland. Ook hier dus geen winst te behalen. En dan is het nu afwachten hoe de verkiezingen en de bestuurlijke herindeling uitpakken. Hopelijk hebben de politiek verantwoordelijke bestuurders van nu de wijsheid om iets dat goed functioneert niet af te breken. Laten we onze waterveiligheid, die wereldwijd geroemd wordt, niet in de waagschaal stellen.
Siem Eikelenboom / CADM-consultant bij IDEOMA
Iedereen die wel eens een flinke reorganisatie heeft meegemaakt weet dat dit alleen maar heel veel geld gaat kosten. Het werk moet toch gedaan worden.
rob / mederwerker
Het werk moet wel gedaan worden !! Helemaal mee eens. Maar waarom een aparte bestuurslaag voor een doelcooperatie? Daar moet gewoon een goed management team op zitten om het werk goed te regelen. Een uitvoeringsorganisatie heeft geen apart politiek bestuur nodig. Het heeft geen zin om besluiten die al binnen de algemene democratie genomen zijn, op nieuw af te wegen. Dan gaan overheden elkaar alleen maar tegenwerken. Zie de praktijk van alle dag. Financiering moet wel duidelijk geregeld zijn. Veiligheid mag niet op de balans kunnen worden weggestreept. een doelbelasting dus, gelabeld aan de kosten van uitvoering van beheer en nieuwe werken. De bezuinigingen zitten in alle kosten van de de bestuurslaag van de schappen. Vast meer dan 23 mln op jaar basis.
Advertentie