G32: schuif kwaliteitsborging in Omgevingswet

De wet Kwaliteitsborging bouw ‘rammelt en zit onlogisch elkaar’. Daarom pleit de G32 ervoor niet langer te streven naar een afzondelijk wetstraject, maar kwaliteitsborging op te nemen in de Omgevingswet.

Niet ver genoeg

De invoerdatum van de wet Kwaliteitsborging werd gisteren al door minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) uitgesteld tot 1 januari 2019, na kritiek uit de Eerste Kamer. Voor de G32 gaat deze oplossing niet ver genoeg. De wet moet volgens het stedennetwerk pas worden ingevoerd als er meer duidelijkheid is over de implementatie en financiering. Door de wet Kwaliteitsborging onderdeel te laten worden van de Omgevingswet kan bovendien extra tijd worden gewonnen. Invoering van de Omgevingsgwet staat gepland voor 1 juli 2019, maar die datum wordt naar alle waarschijnlijkheid niet gehaald.

Markt verantwoordelijk
‘Wij zijn niet tegen de uitgangspunten van de wet Kwaliteitsborging bouw’, aldus Jop Fackeldey, voorzitter van de Fysieke Pijler van de G32 en wethouder te Lelystad. ‘Wij steunen de gedachte dat de markt meer verantwoordelijkheid voor de eigen kwaliteit krijgt en de afnemer, vaak een particulier, beter in positie wordt gebracht. Maar de wet rammelt en zit onlogisch in elkaar.’

Toezicht geprivatiseerd

Belangrijkste bezwaar van de G32 is dat de gemeente in de wet de partij blijft die moet handhaven tijdens en na de bouw. Die rol kan de gemeente alleen vervullen als zij ook mogelijkheden heeft voor een inhoudelijke beoordeling. In het wetsvoorstel wordt dat toezicht geprivatiseerd. Fackeldey: ‘Het risico bestaat dat aannemers te laat rapporteren, of onvolledig en soms onsamenhangende rapporten afleveren. Steden staan dan met de rug tegen de muur en zijn niet in staat de kwaliteit van het particuliere toezicht te beoordelen.’