Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Erfgoed trekt, maar moderne iconen helpen stad ook

Monumentale steden doen het de laatste jaren beter dan andere steden. Maar steden met weinig historisch erfgoed hoeven niet te wanhopen: investeren in moderne architectuur en kwaliteit van de bebouwde omgeving vergroot ook de aantrekkingskracht van een stad.

27 mei 2015

Monumentale steden doen het de laatste jaren beter dan andere steden, blijkt uit de vandaag gepresenteerde Atlas voor gemeenten. Maar steden met weinig historisch erfgoed hoeven niet te wanhopen: investeren in moderne architectuur en kwaliteit van de bebouwde omgeving vergroot ook de aantrekkingskracht van een stad.

Stad uit, stad in 

Historische steden hebben het makkelijker – inmiddels. In de voorgaande eeuw was de oude stad vooral onveilig en vies. Rondom de jaren zeventig verloren juist steden met een historische binnenstad veel inwoners aan de new towns met hun grotere huizen en groen. Met het daaropvolgende Grotestedenbeleid keerde de aantrekkingskracht van de historische steden terug, stellen de opstellers van de Atlas voor gemeenten. Inmiddels zijn juist de steden met een historische binnenstad hip en in trek. Deels komt dat door de aanwezigheid van cultuur en universiteiten, maar ook de monumentale woonomgeving speelt een belangrijke rol, blijkt uit de analyse van de Atlas.

Huizenprijzen stijgen

In de monumentale stad neemt de (potentiële beroeps-)bevolking nog toe, terwijl die in veel andere steden krimpt, aldus de onderzoekers. De bevolking is er gemiddeld hoger opgeleid en jonger en huizenprijzen ontwikkelen zich er gunstiger; de prijs van een huis is in de monumentale stad de laatste tien jaar met acht procent gestegen. Een bewoner van een monumentaal pand midden in de meest monumentale binnenstad van Nederland – Amsterdam - is bereid om 125.000 euro meer voor zijn woning te betalen, blijkt uit de analyse.

Ook moderne architectuur telt

Volgens de onderzoekers verklaart het belang van monumenten voor een deel de lagere aantrekkingskracht van een stad als Rotterdam, ten opzichte van Amsterdam, Haarlem en Utrecht. Toch is er hoop voor steden zonder historische binnenstad. Uit de analyse blijkt namelijk ook dat ‘iconen van moderne architectuur’ meetbaar van invloed zijn op de aantrekkingskracht van de stad. In de ranglijst van architectuursteden bevinden zich namelijk ook new towns, zoals Almere en Hilversum in de top. “Het heeft voor gemeenten dus zin om aandacht te besteden aan de architectonische kwaliteit van de nieuwbouwprojecten in en om de stad.”

Steden kunnen investeren in kwaliteit

Volgens de onderzoekers is het goed denkbaar dat de hedendaagse architectuur in de toekomst een vergelijkbare waarde krijgt als de huidige – veelal historische – rijksmonumenten. Ze wijzen op de nieuwe richtlijnen van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, die daarop al anticiperen. “Dat zou betekenen dat steden die onderaan de ranglijstjes bungelen toch iets kunnen doen om de aantrekkingskracht van hun stad te vergroten, met investeringen in de kwaliteit van de bebouwde omgeving.” Dat vergt wel een lange adem, volgens de onderzoekers, die de gangbare termijn van lokale bestuurders overstijgt.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Fred Smit
Een pretiige nuancering van de constatering die in Atlas voor de gemeenten gedaan wordt!

Uiteindelijk gaat het dus (terecht) om "kwalitieit''.

Historische steden hebben in die historie een herkenbare en vooral langer bestaande kwaliteit. Moderne nieuwe steden moeten hun eigen kwaliteit maken of doorontwikkelen, zowel ruimtelijk als architectonisch. En dat vraagt inderdaad tijd, maar ook een visie.

Een replica van de historische stad, zoals we ook in nieuwbouwwijken namaak-jaren-30 woningen produceren, is m.i. niet het goede antwoord op de lange termijn.

Kwaliteit kan alleen authentiek en eigen zijn, maar nooit alleen een weergave van een bestaand en al lang bekend plaatje.
Advertentie