Dubbele terrassen voor Rotterdamse horeca

Rotterdamse horecazaken mogen vanaf 1 juni twee keer zoveel ruimte gebruiken voor hun terras als voorheen. De gemeente vertrouwt erop dat ondernemers en inwoners de schaarse ruimte in de stad eerlijk verdelen.

Motor
‘Om maximaal te kunnen ondernemen en te bewegen moeten we elkaar de ruimte geven. Alleen zo krijgen we de economische motor weer op gang’, zegt wethouder Barbara Kathmann (economie, PvdA). Daarom mogen horecaondernemers in Rotterdam van 1 juni tot 1 november zonder vergunningsaanvraag een groter terras voeren dan normaal. De terrassen mogen maximaal twee keer zo groot worden, mits de omstandigheden dat toelaten. Zo moeten ondernemers overleggen met de buurt, overlast vermijden, letten op verkeerveiligheid, zorgen dat hulpdiensten ongehinderd doorgang hebben, en ervoor zorgen dat de 1,5 meter-regel gehandhaafd blijft.

Vertrouwen
De gemeente legt de organisatie van deze verbouwing van de openbare ruimte vooral in handen van ondernemers en inwoners. Wethouder Said Kasmi (horeca, D66): ‘Ik vertrouw erop dat ondernemers en Rotterdammers hier op een goede manier gebruik van maken en de schaarse ruimte in de stad eerlijk verdelen en gebruiken.’ Wel zijn op voorhand dertig plekken aangewezen waar de ruimte schaars is. Daar is de gemeente actief in gesprek met betrokken ondernemers. Maatwerk is belangrijk, vindt wethouder Kathmann: ‘Ieder plein en iedere winkelstraat is anders: soms is de stoep te smal, de weg te druk of willen horeca, winkels en marktkramen allemaal meer ruimte.’

Tweede leven
De gemeente stelt ook gratis terrasvlonders ter beschikking. Niet alleen de horeca, maar ook andere ondernemers mogen daarvan gebruik maken. De vlonders, die gemaakt zijn van gerecycled hout, mogen op parkeervakken neergelegd worden. Wethouder Arno Bonte (duurzaamheid, GroenLinks): ‘Tijdens de lockdown hebben veel mensen hun huis opgeruimd. Er is daarom veel hout binnengekomen bij de milieuparken. Dit hout geven we een tweede leven als vlonder.’

Laissez-faire
In alle vier de grote steden hebben ondernemers en raadsleden oproepen gedaan voor meer terrasruimte. In Binnenlands Bestuur waarschuwde Walther Ploos van Amstel, lector City Logistiek, onlangs nog dat dat veel gaat vragen van gemeenten. Er komt namelijk meer bij kijken dan 'zomaar een paar tapjes neerzetten’. Volgens hem moeten gemeenten commissies in het leven roepen om voorstellen van ondernemers te beoordelen, om zo de regie in handen te houden. Maar Rotterdam lijkt te kiezen voor een laissez-faire-aanpak, waarbij veel vertrouwen wordt gelegd in het eigen inzicht van de ondernemers.

Coronaterrassenfeest
Niet alle gemeenten zijn al zo ver als Rotterdam. In onder andere Schiedam en Eindhoven wachten horecaondernemers nog op een beslissing vanuit de gemeente. ‘Zolang je niet weet hoe groot je terras mag worden, kun je er ook niet naar handelen. Wij willen best investeren maar moeten wel weten wat wel en niet kan’, zeggen Schiedamse horecaondernemers tegen het AD. Eindhovens wethouder Monique List (binnenstad, VVD) zegt nog in gesprek te zijn met de horeca, maar houdt een slag om de arm: ‘Het moet op 1 juni niet één groot coronaterrassenfeest in de stad worden.’