Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Draagvlak bij RES onder druk

Dertig regio’s moeten over een half jaar hun eerste visie op alternatieve energieopwekking vastleggen in een Regionale Energiestrategie (RES). Veel gemeenten zoeken nog naar hun rol. ‘De ene regio is al bijna klaar, maar in de andere moeten ze eigenlijk nog beginnen.’

06 december 2019
zonenwind.jpg

Dertig regio’s moeten over een half jaar hun eerste visie op alternatieve energieopwekking vastleggen in een Regionale Energiestrategie (RES). Veel gemeenten zoeken nog naar hun rol. ‘De ene regio is al bijna klaar, maar in de andere moeten ze eigenlijk nog beginnen.’

Bijpraten 

Blij waren de Soester raadsleden van ChristenUnie en GroenLinks niet toen bleek dat de gemeenteraad ‘even bijgepraat’ zou worden door de wethouder over de stand van zaken in de Regionale Energiestrategie. De partijen zijn bang dat er in het RES-overleg beslissingen worden genomen waar zij alleen achteraf mee kunnen instemmen. De raadsfracties willen kunnen meepraten, en pleiten ervoor om met de raden van alle zes gemeenten uit de RES-regio een klankbordgroep te vormen om actief aan het proces deel te nemen. ‘We willen niet informeel bijgepraat worden, we willen meepraten,’ zegt GroenLinks-raadslid Heidi van Otten tegen De Gooi- en Eemlander.

Optelsom

Begin juni 2020 moeten provincies, waterschappen en gemeenten hun concept-RES klaar hebben. In feite is het een optelsom: de regio’s moeten berekenen hoeveel stroom en warmte ze kunnen opwekken uit duurzame bronnen. Dus met het plaatsen van zonneweides, windturbines en uit bronnen als geothermie, aquathermie en industriële restwarmte. Daarvoor overleggen en onderhandelen de bestuurders uit de decentrale overheden met elkaar, en moeten uiteindelijk de volksvertegenwoordigers, bij de definitieve RES in maart 2021, hun goedkeuring geven.

Maar hoe de regio’s het proces invullen, mogen ze grotendeels zelf uitmaken. Het resultaat is dat de voortgang nogal verschilt, ziet hoogleraar regionaal bestuur Marcel Boogers. ‘De ene regio is al bijna klaar, maar in de andere moeten ze eigenlijk nog beginnen.’

Puzzel

De verschillen tussen de RES-regio’s zijn groot: sommige regio’s zijn klein, zoals Hoeksche Waard met slechts één gemeente; andere bestaan uit meer dan twintig gemeenten en meerdere waterschappen. Ook de opgave verschilt. De regio Rotterdam-Den Haag en de andere Zuid-Hollandse regio’s kunnen profiteren van de restwarmte uit de Rotterdamse haven. Maar deze dichtbevolkte regio heeft weinig ruimte voor stroomalternatieven. In veel andere regio’s is het juist andersom: er is ruimte voor zon en windenergie, maar een beperkte beschikbaarheid van warmtebronnen. Uit deze stukjes moet in 2020 in de regio’s een passende puzzel worden gelegd.

Chaotisch

Gemeenteraden hebben een belangrijke taak; ze hebben in dit proces de rol om het volk te vertegenwoordigen, een controlerende rol én een kaderstellende rol. Bovendien is de RES niet het enige klimaatproject waar ze deze rollen moeten spelen. De gemeente moet zelf ook een Transitievisie Warmte opstellen, waarin op wijk- en straatniveau wordt bepaald op welke gasloze alternatieven wordt ingezet. Voor raadsleden is dat een taak van jewelste, ziet Boogers. ‘Het is nogal chaotisch. Er is veel onduidelijkheid bij raadsleden over het proces en welke stappen er worden genomen. Vaak horen ze weinig tot niets daarover van hun wethouder, en zijn ze bang dat ze straks alleen nog bij het kruisje mogen tekenen.’

Landdag

Zo’n scenario is beslist niet ondenkbaar, zegt Boogers. ‘Dit gaat wel over een pakket  omstreden maatregelen, die moeten goed worden afgewogen. Het helpt niet dat dit  onder zo’n grote tijdsdruk moet gebeuren.’ Boogers pleit ervoor om gemeenteraden een grotere rol te geven met een regionale adviescommissie, die de raden vertegenwoordigt in de RES-overleggen. ‘Dat zal in de grotere regio’s best een Poolse landdag kunnen worden, maar is dat niet veel beter dan dat de raad straks onder grote druk een handtekening moet zetten onder een pakket zeer ingrijpende maatregelen?’

Draagvlak

Energie-adviseur Marten van der Gaag was in het verleden als secretaris verbonden aan de eerdere versie van het Klimaatakoord, het Energieakkoord uit 2013. Hij vindt dat er in de RES-overleggen te veel wordt gepraat over het bereiken van het juiste aantal megawatt, en veel te weinig over draagvlak onder de bevolking. ‘Er wordt maar weinig geleerd van eerdere ervaringen. En die zijn er wel degelijk: een aantal regio’s is een aantal jaren geleden al gestart met een regionaal Klimaatakkoord. Daaruit bleek dat de ambtenaren en andere partijen er onderling wel uitkwamen, maar dat er enorm veel koudwatervrees bestaat om het uiteindelijk aan de burgers uit te leggen. Daarom moet er ook veel harder gewerkt worden om die burgers erbij te betrekken. Het risico is dat het erop uit gaat draaien dat de maatregelen van bovenaf worden opgelegd, en dat pakt nooit goed uit voor het draagvlak. Als mensen het gevoel krijgen dat ze tot iets worden gedwongen, dan zetten ze de hakken in het zand. Kijk maar naar het windmolen-debacle in Drenthe. Er zijn echter voorbeelden genoeg dat het wel kan, als je de burgers maar in een vroeg stadium betrekt bij de besluitvorming en zorgt dat zij er invloed op hebben.’

Lees het hele verhaal over gemeenten en de Regionale Energiestrategie deze week in BB23 (inlog)  

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

H. Wiersma / gepens.
De juiste energiestrategie is alleen te bereiken via een goede afstemming van gewenst/noodzakelijk (toekomstig) beleid, bedrijfsleven en gebruikers.
Advertentie