De burger als gemeentelijke plantsoenendienst
Ingegeven door bezuinigingen wilde de gemeente Breda in 2012 een deel van het groenonderhoud bij bewoners leggen. Zeven jaar later draaien ruim vierhonderd Bredase ‘burgerhoveniers’ meer in met hen afgesloten wijkdeals. Teamleider Anne Jelle Lycklama à Nijeholt tipt andere gemeenten.
Ingegeven door bezuinigingen wilde de gemeente Breda in 2012 een deel van het groenonderhoud bij bewoners leggen. Zeven jaar later draaien ruim vierhonderd Bredase ‘burgerhoveniers’ mee in met hen afgesloten wijkdeals. Teamleider Anne Jelle Lycklama à Nijeholt tipt andere gemeenten.
Minder verzorgend
‘Er lag in 2012 een motie op tafel om anderhalf miljoen te bezuinigen op groenonderhoud. De gemeente zou minder verzorgend gaan optreden’, blikt Lycklama terug. ‘Als gevolg daarvan werden op meer dan vierhonderd plekken hagen en rozen weggehaald. Bermen werden teruggebracht tot gras. Het leidde tot veel protest van wijk- en dorpsraden. De gemeente werd voorheen vaak gebrek aan daadkracht verweten en nu reden de shovels ineens al door de straat.’
Dierenweides
Breda experimenteerde toen al met wijkdeals bij dierenweides. Het onderhoud ervan werd om niet bij betrokken burgers gelegd. Dat ging in de vorm van een contract waarin de verplichtingen voor beide partijen werden vastgelegd. Een variant daarop werd ook voor het groenonderhoud opgezet. ‘Geen contract in juridische zin’, stelt Lycklama. ‘Meer een gentleman’s agreement. Als burgers er onvoldoende werk van maken, kun je ze erop aanspreken. Maar mochten ze na een jaar geen zin meer hebben, dan kunnen ze er wel onderuit.’
Zeven hectare
Zo ver komt het in de praktijk maar weinig. De wijkdeals zijn een hit. Inmiddels wordt zeven hectare aan gemeentegroen in Breda door burgers beheerd, een paar procent van het totale gemeentelijke groen. ‘Het varieert van strookjes van vier vierkante meter tot een heel park. Uiteraard maak je in het laatste geval wel wat steviger afspraken. Bijvoorbeeld dat er minimaal zes keer per jaar onderhoud wordt gepleegd.’
Gezond bezig
Veel geld bespaard heeft de Bredase aanpak per saldo niet. De gemeentelijke plantsoenendienst mag dan minder uren draaien, er komt ook weer meer ambtelijke ondersteuning aan te pas om de initiatieven te begeleiden. Inmiddels zijn die bezuinigingen ook niet meer het voornaamste oogmerk, stelt Lycklama. ‘Het gaat ons om de werkwijze. De bijvangst is dat wijkbewoners het met elkaar doen. Dat ze gezond bezig zijn. En dat er voor ons maar heel weinig besluitvorming aan te pas komt. Vroeger gingen vergelijkbare verzoeken vaak van de wethouder naar de manager en vice versa. Nu hebben we de verantwoordelijkheid bij een gemeentelijk klankbord zo laag mogelijk in de organisatie belegd.’
Meer fleur
Het door burgers beheerde ‘zelfdoengroen’ maakt het volgens Lycklama à Nijeholt uitstekend. ‘We zien in het algemeen veel fleur en meer diversiteit. In een parkje leggen bewoners bijvoorbeeld ook jeu-de-boulesbanen aan, naast ecologisch beheerde stroken. Het betekent voor ons als gemeente dat we soms een andere houding moeten aannemen. Zeker bij zo’n park heb je met veertig, vijftig mensen van doen. Dat gaat het meer van klant- naar stakeholdersoverleg. Veel leuker, niet altijd makkelijker. Maar dat hebben we er graag voor over. ’
En los hiervan: wie is nu verantwoordelijk voor het groenonderhoud als er door verkeerd uitgevoerde werkzaamheden schade aan derden ontstaan?