Crisis drukt inkomsten waterschappen

De waterschapsbelasting brengt de schappen dit jaar naar verwachting één procent minder op dan geraamd omdat er minder huizen worden gebouwd en omdat bedrijven minder afvalwater lozen. Bovendien hebben ze te maken met meer zogeheten oninbare belastingen omdat in het huidige economische klimaat meer bedrijven op de fles gaan. In totaal gaat het om een derving van zo’n twintig miljoen euro.

Voorlopig kunnen de waterschappen het gat dichten door uit de reserves te putten. ‘Dat gaat goed totdat de crisis heel lang aanhoudt’, zegt een woordvoerster van de Unie van Waterschappen. De waterschappen hebben vanaf 2009 1,3 miljard euro nodig voor de investeringen in waterveiligheid, bestrijding van wateroverlast en droogte en de verbetering van de waterkwaliteit in hun gebied. Die investeringen moeten ze uitvoeren om in te spelen op de klimaatverandering en aangescherpte Europese milieueisen, en door inflatie- en loonkostenstijging.

Lasten

Gemiddeld stijgen de lasten voor huishoudens dit jaar met zes procent, blijkt uit onderzoek van de waterschappen naar de exacte lastenverschuivingen die het gevolg zijn van het nieuwe belastingstelsel. De waterschapslasten dalen voor agrariërs (-29 procent) en bedrijven (-5,4 procent). Vooral huishoudens boven de rivieren gaan meer betalen aan waterschapslasten.

Uit de eerste landelijke vergelijking van de waterschappen- Waterschapspeil 2009 - blijkt de belastingdruk de komende jaren gemiddeld het hardst stijgt in hoogheemraadschap Rijnland (11 procent), waterschap Reest en Wieden (10,5 procent) en hoogheemraadschap Delfland (9,5 procent). Gemiddeld, zo was de verwachting vorig najaar, stijgen de belastingopbrengsten tot 2012 gemiddeld met vijf procent per jaar tot in totaal 2,5 miljard euro.