Advertentie
ruimte en milieu / Nieuws

Corporaties tonen effect van investeren in leefbaarheid

In de aanloop naar het Kamerdebat brengen woningcorporaties twee instrumenten onder de aandacht, waarmee ze tonen dat hun wijkaanpak een positief effect heeft.

26 november 2013

Investeren in leefbare wijken heeft wel degelijk een positief effect op wijken en woningcorporaties leveren daaraan een belangrijke bijdrage. Met een kennisbank en effectstudie proberen woningcorporaties hun sociale rol onder de aandacht te brengen van Haagse politici, die morgen spreken over de taken van corporaties.

Discussie gaat over bezuinigingen

In de Tweede Kamercommissie Wonen en Rijksdienst staat morgen leefbaarheid in achterstandswijken op de agenda. Een aantal corporaties (o.a. De Alliantie, Woonbron, Eigen Haard, Ymere, Woonstad Rotterdam en Haag Wonen) maakt zich zorgen over de richting van de discussie, die vooral over bezuinigingen gaat. Ze presenteren twee instrumenten waarmee corporaties kunnen toetsen – en delen – wat investeringen in wijken hebben opgeleverd.

Op lange termijn niet gezond voor de wijk

De discussie over de taak en rol van woningcorporaties wordt vooral gevoerd vanuit een financiële invalshoek, zegt woordvoerder Kees Verhagen van corporatie Ymere. ‘De politiek zoekt manieren om op korte termijn te bezuinigen op corporaties, maar je kunt je afvragen of dat op lange termijn wel zo gezond is voor de wijk. Onze investeringen in leefbaarheid hebben allerlei effecten die in eerste instantie niet goed meetbaar zijn, maar die op langere termijn een duidelijk positieve bijdrage leveren.’ Verhagen noemt als voorbeeld hoe het opknappen van oude woningen ervoor kan zorgen dat ondernemers zich weer willen vestigen in de wijk.

Maatschappelijke kostenbatenanalyse

Corporaties ontwikkelden de afgelopen jaren methoden om een maatschappelijke kostenbatenanalyse te maken van hun investeringen in leefbaarheid. Verhagen: ‘Op projectniveau is bij corporaties wel duidelijk wat het oplevert, maar we zien nu dat de politiek daar te weinig zicht op heeft en daardoor verkeerde keuzes dreigt te maken.’ In de aanloop naar het Kamerdebat brengen de corporaties daarom twee instrumenten onder de aandacht: 'Wat Werkt in de Wijk', dat de effecten van de maatschappelijke activiteiten van corporaties in beeld brengt. En 'Tien voor MKBA', een methode om de maatschappelijke baten in euro’s uit te drukken, die is ontwikkeld door tien corporaties en onderzoeksbureau RIGO.

Ook van slechte ervaringen leren

Het zijn databases van goede en slechte ervaringen, ligt Verhagen toe. ‘Ook van slechte voorbeelden kun je leren. Zo hebben wij bij Ymere een tijd subsidie gegeven voor judolessen in een wijk. Het effect daarvan was niet heel groot en droeg onvoldoende bij aan de doelstelling. Daar moet je dan mee stoppen.’

Publiekprivate samenwerking

De corporaties hopen dat ze een bijdrage kunnen leveren aan een inhoudelijke discussie over het taakveld van woningcorporaties. Verhagen: ‘Wij geloven in het gezamenlijk investeren in de leefbaarheid van wijken waar het niet zo goed mee gaat. Vaak zijn er risico’s aan verbonden die marktpartijen niet willen nemen. Dan lukt het alleen in een publiekprivate samenwerking. Als wij dat niet meer mogen doen, wie doet het dan?’

Reacties: 2

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

JaapvV / adviseur
Heel jammer dat de politiek zo'n babygeheugen heeft. Bij de publicatie van de wet op de stadsvernieuwing begin 1990 - waaraan ik zelf heb mee gewerkt - hadden we al een discussie tussen de toenmalige ministeries van crm en vrom over het belang van de sociale aspecten van wonen tov. de 'hardware' wonen. Het belang van leefbaarheid en onderhoud van contacten en voorzieningen dichtbij neemt nu alleen maar toe. Hopelijk worden de ambities van de corporaties dus niet vermorzeld in geldschraperij.
Toine Goossens / Bestuurder wet- en regelgeving, ervaringsdeskundige gedrag en moraal
De conclusie dat investeren in achterstandswijken niet meer zinvol is, mag niet uit het eerder dit jaar gepubliceerde onderzoek getrokken worden.



Het onderzoek is gebaseerd op het meten van vooruitgang in achterstandswijken waarin met een gericht budget is geïnvesteerd t.o.v. de vooruitgang in wijken waarin dat budget niet beschikbaar was.



Dat wil echter niet zeggen dat er in die andere wijken helemaal niet is geïnvesteerd. De in die wijken geconstateerde vooruitgang kan het gevolg zijn van een multiplier effect, de ervaringen in de wijken waarin met een gericht budget is geïnvesteerd, maken het mogelijk elders dezelfde effecten met een lager budget te bereiken (als er een schaap over de dam is, dan volgen er meer), en tevens door het gericht sturen van beleid in de gewenste richting wat tot kennisvermeerdering in het hele veld leidt. Dat is sociale innovatie.



Wie vervolgens concludeert dat het aanjaagbudget niet meer nodig is omdat de effecten ook elders optreden, begrijpt niet waarom gerichte uitgaven voor innovatie noodzakelijk zijn.
Advertentie