Code rood dreigt voor de bodem
Bijna twee miljoen kilometer kwetsbare kabel en leiding loopt door de Nederlandse bodem. Het leidt jaarlijks tot tienduizenden gevallen graafschade. Met een ‘code oranje’ hoopt het Agentschap Telecom het tij al twee jaar te keren. Vooral gemeenten zijn daarbij aan zet.
Bijna twee miljoen kilometer kwetsbare kabel en leiding loopt door de Nederlandse bodem. Het leidt jaarlijks tot tienduizenden gevallen graafschade. Met een ‘code oranje’ hoopt het Agentschap Telecom het tij al twee jaar te keren. Vooral gemeenten zijn daarbij aan zet.
25 miljoen euro schade
Hoewel het aantal gevallen graafschade procentueel inmiddels behoorlijk daalt, neemt het in absolute zin te weinig af. ‘Die relatieve daling is leuk’, zegt directeur-hoofdinspecteur Peter Spijkerman van het Agentschap Telecom, ‘maar die absolute aantallen, dat is waar u en ik vooral last van hebben.’ De directe reparatiekosten bedragen jaarlijks ruim 25 miljoen euro, nog los van eventuele claims en de maatschappelijke ontwrichting die kapotte kabels en leidingen met zich meebrengen.
Glasvezel reden nieuw graafwerk
De Nederlandse bodem ligt dan ook vol met kabels en leiding, in totaal 1,7 miljoen kilometer. Ter vergelijk: de totale lengte van alle Nederlandse wegen (van snelweg tot steeg) komt niet verder dan 140.000 kilometer, nog geen tiende dus van wat er in de bodem ligt. De sterkste ondergrondse toename vond volgens Spijkerman plaats in de jaren zestig, zeventig en tachtig met de grootschalige aanleg van riool, telefoon en nutsvoorzieningen. ‘Door de uitleg van glasvezel in het buitengebied komen daar de komende jaren heel wat kilometers bij. Misschien tikken we nog eens de twee miljoen aan.’
Goed weggekomen
Vooral de vervanging van het riool is oorzaak van veel graafschade. Senior-inspecteur Robert-Jan Looijmans: ‘Dan graaf je zo diep, dan kom je de hele wereld aan kabels en leidingen tegen.’ Maar ook het steeds nattere klimaat speelt een rol. ‘In door hoosbuien ondergelopen veengebieden gaan boeren met een grote machine snel het land op om het water richting sloot te krijgen’, geeft Looijmans als voorbeeld. ‘Maar wat ligt er nu juist vaak aan de zijkant van de sloot: die kabel of leiding. Van een 8-millimeter leiding van de Gasunie waren er pas drie door een boer afgeschraapt. Daar zijn we heel goed weggekomen.’
Metertje naar links
Over hoe het zo makkelijk mis kan gaan, heeft Looijmans een duidelijke mening. ‘We hebben in Nederland in principe een uniek systeem van informatie-uitwisseling. Werkelijk elke netbeheerder heeft al z’n kabels en leidingen in de ondergrond op kaart staan. Althans: waar die in theorie zouden moeten liggen.’ Want daar is in het verleden bij de aanleg vaak niet nauwkeurig genoeg ingemeten en misschien een beetje geschat’, weet hij. ‘Omdat het handiger uitkwam een kabel een metertje naar links te leggen. En ja, daar gaat het dan fout.’
Beter onderzoek
Dus moet elke gemeente of andere opdrachtgever voorafgaand aan het graafproces veel beter onderzoek doen. Looijmans: ’Als de gemeente vooraf kan aangeven welke problemen de grondroerder in de bodem tegenkomt, dan zorgt dat voor rust. Dan kan de grondroerder daar bij het graafwerk op anticiperen. Een duidelijke rolverdeling is vastgelegd in de CROW 500 die per 1 januari van kracht is geworden. Maar omdat de graafbusiness een traditioneel wereldje is, komt die samenwerking niet goed van de grond. Grondroerders nemen het risico op graafschade nu vaak voor lief omdat de kosten daarvan lager zijn dan de eventuele boete die ze hun opdrachtgever moeten betalen bij te late oplevering.’
Meer grondregie bij gemeenten
‘Wij zijn vanaf 2008 heel veel met die grondroerders bezig geweest’, vult Spijkerman aan. ‘Dat heeft z’n effect met die relatieve daling van het aantal graafschades ook wel gehad. Maar nu wordt het taaier. We hebben ons altijd in die grondroerder verplaatst. En dat is natuurlijk ook degene die schades veroorzaakt. Maar steeds meer roerders vragen zich hardop af: heb ik wel een goede opdrachtgever gehad? Heeft die niet te veel onduidelijkheden aan mij overgelaten? En ik zit met een strakke opdracht, qua tijd en budget.’ Dus is de slotsom van Spijkerman: ‘Gemeenten moeten veel meer de regie over de grond gaan voeren.’
Lees het hele verhaal over de Nederlandse bodem deze week in BB14 (inlog)
Het is te zot voor woorden en niet meer van deze tijd, dat nutsbedrijven hun macht misbruiken om ieder hun eigen plekje in de bodem veilig te stellen.