Burgerinitiatief is geen hobby

Gemeenten moeten bewoners die initiatieven ontplooien in de buitenruimte serieus nemen en ondersteunen met expertise.

Dat constateert Cees Bronsveld onderzoeker bij de gemeente Rotterdam in Het is mijn hobby niet. Rotterdammers over hun initiatieven in de buitenruimte. Bronsveld onderzocht in opdracht van Stadsontwikkeling waar initiatiefnemers van projecten in de buitenruimte tegenaan lopen. Hij sprak met betrokkenen en deed literatuuronderzoek naar de democratische en politieke aspecten van burgerinitiatieven.

Initiatiefnemers vinden het moeilijk om met de gemeente in contact te komen en zeggen dat de betrokkenheid van de gebiedsmedewerkers nogal uiteen loopt. Ze willen graag een centraal aanspreekpunt bij de gemeente. Maar ze willen vooral serieus worden genomen, constateert hij. De titel van het onderzoek werd geleverd door een van de initiatiefnemers die verzuchtte: “Het is mijn hobby niet." Het initiatief is belangrijk voor de buurt, voor de stad, aldus de auteur. 'Burgers komen in voorkomende gevallen geen geld vragen voor “leuke dingen” maar voor “belangrijke dingen”.

Het feit dat de initiatieven bijna allemaal bijdragen aan de sociale cohesie en volksgezondheid in stadswijken en buurten en aan de volksgezondheid en positieve effecten hebben op re-integratie, participatie en educatie is extra reden om ze serieus te nemen, aldus de onderzoeker. Hij doet ook constateringen en aanbevelingen over ‘verbindende ambtenaren’, vrijwilligers (tegenprestatie), professionele ondersteuning en uitwisselen van ervaringen. Het onderzoek is te downloaden op http://www.rotterdam.nl/onderzoek