Achterstand huisvesting vergunninghouders bijna ingelopen

De achterstand bij de huisvesting van vergunninghouders is bijna ingelopen. Dat meldt het platform Opnieuw Thuis. 

Ingelopen
In mei dit jaar kregen iets meer dan 3000 vluchtelingen met een verblijfsvergunning woonruimte in een gemeente. Als het de gemeenten samen lukt om deze maand nog ruim 2700 vergunninghouders van een woning te voorzien, dan is de opgelopen achterstand per 1 juli ingelopen.

Taakstelling
Gemeenten stonden in de eerste helft van dit jaar voor de taak om 19.082 vergunninghouders te huisvesten. Dat aantal bestond uit de formele wettelijke taakstelling van 13.000 plus de onstane achterstand uit 2016 van 6.082. Het huisvesten van de eerste 13.000 vluchtelingen lukte al in de eerste vier maanden van 2017. En in mei dit jaar lukte het nog eens om de helft van de achterstand van ruim 6000 vergunninghouders met recht op een woning weg te werken.

Op schema
Landelijk gezien lopen gemeenten daarmee dus op schema, zo becijfert het platform Opnieuw Thuis. De provincies Gelderland, Friesland en Drenthe lopen voorop met respectievelijk 129 procent, 117 procent en 103 procent realisatie van de taakstelling. Noord-Holland met 54 procent en Utrecht met 60 procent blijven nog achter, onder meer door de druk op de woningmarkt in deze provincies.

Ernstig vertraagden
De omvang van de groep vergunninghouders die te lang in een opvangcentrum zit neemt af, maar er is wel een groeiende groep van ‘ernstig vertraagden’. Veelal gaat het om vergunninghouders die extra begeleiding of specifieke zorg nodig hebben. Het Platform Opnieuw Thuis maakt zich in de laatste maand van haar bestaan (het platform stopt op 16 juli) sterk voor een meer integrale aanpak van betrokken organisaties om deze groep mensen sneller te huisvesten. Het Platform is een samenwerkingsverband van het Rijk, VNG, IPO, COA en Aedes en ondersteunt gemeenten en corporaties met het huisvesten van vluchtelingen met een verblijfsvergunning .