Merel Copier

Advocaat
Merel Copier is werkzaam binnen de sectie Overheid& Vastgoed en houdt zich voornamelijk en het liefst bezig met het omgevingsrecht, het bestuurlijk handhavingsrecht en het algemeen bestuursrecht.
Het bestuursrecht is veelzijdig; het is voortdurend in beweging, iedere zaak is anders. Juist daarom kan het bestuursrecht op haar enthousiasme en toewijding rekenen. Merel behandelt iedere zaak met precisie en probeert altijd een stap vooruit te denken.
Naast haar werkzaamheden als advocaat publiceert Merel ook op regelmatige basis in juridische tijdschriften en geeft ze als docent colleges bestuursrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Nevenfuncties
- Junior-docent bestuursrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen
Opleiding
- Radboud Universiteit Nijmegen
024 - 382 84 95 / 06 - 10 19 25 43 / m.copier@hekkelman.nl
-
VVGB ontbreekt; Afdeling laat rechtsgevolgen desondanks in stand
In de uitspraak van 4 juli 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:2225) laat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: "de Afdeling") de rechtsgevolgen van de in deze uitspraak voorliggende omgevingsvergunning in stand, ook al ontbreekt de vereiste verklaring van geen bedenkingen (hierna: "de VVGB"). Het ontbreken van een VVGB hoeft dus niet altijd te leiden tot een kale vernietiging van een besluit.
-
Verplaatsen bestaande functie; voorwaardelijke verplichting?
Kan bij de verplaatsing van een bestaande functie volstaan worden met het wegbestemmen van deze functie op de bestaande locatie of dient de verplaatsing via een voorwaardelijke verplichting in het bestemmingsplan geborgd te worden? Uit de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: "de Afdeling") van 11 april 2018 volgt onder welke omstandigheden een voorwaardelijke verplichting achterwege kan blijven.
-
Laatste woord verlenen vergunning aan B&W, niet aan deskundige
Is het mogelijk in een planregeling een besluit van burgemeester en wethouders over het verlenen van een omgevingsvergunning afhankelijk te stellen van een positief advies van een deskundige? Deze vraag wordt in de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: "de Afdeling") van 10 januari 2018 (ECLI:NL:RVS:2018:54) beantwoord.
-
Het belanghebbendebegrip in het omgevingsrecht
Op 23 augustus 2017 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: "de Afdeling") een interessante uitspraak gedaan over de invulling van het criterium 'gevolgen van enige betekenis' in het kader van het belanghebbendebegrip in het omgevingsrecht. In deze blog belicht ik deze uitspraak.
-
Update (aanwijzing locaties) ondergrondse afvalcontainers
Door middel van deze blog breng ik de uitspraak van de Voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 augustus 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:2061) onder uw aandacht. In deze uitspraak komt in de eerste plaats het onderscheid tussen een algemeen verbindend voorschrift en een concretiserend besluit van algemene strekking in het kader van de Afvalstoffenverordening aan de orde. In de tweede plaats wordt ingegaan op de vraag of het bestuursorgaan gehouden is om ten behoeve van de plaatsing van ondergrondse afvalcontainers de locaties daarvan bij besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht aan te wijzen. Deze uitspraak behandelt niet alleen een zeer specifiek onderwerp, te weten de op de Wet milieubeheer gebaseerde Afvalstoffenverordening, maar bevat ook enkele interessante algemene bestuursrechtelijke vraagstukken. Hierop ga ik in deze blog nader in.
-
Voor aanwijzing locatie(s) ondergrondse afvalcontainer is besluit vereist!
Door middel van deze blog breng ik de uitspraak van de Voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 2 juni 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:1460) onder uw aandacht. In deze uitspraak oordeelt de Voorzieningenrechter – kort gezegd – dat aan het plaatsen van een ondergrondse afvalcontainer een schriftelijke beslissing tot aanwijzing van (een of meer) locatie(s) ten grondslag moet liggen. Deze schriftelijke beslissing is een besluit in de zin van artikel 1:3, eerste lid, van de Awb.