/ Blog

Dertig jaar transities in de energietransitie

Dertig jaar transities in de energietransitie. Er zijn vier blokken te definiëren

18 maart 2021

Dertig jaar geleden deed ik mijn afstudeerproject over de liberalisering van de energiemarkt bij het Gasbedrijf Beverwijk en Omstreken (tegenwoordig Eneco). Ik onderzocht de vrije keuze van leverancier en splitsing van levering en distributie. De opgave om zuinig om te gaan met fossiele brandstoffen intrigeerde me toen al. De Club van Rome, een club van Europese wetenschappers, sprak destijds haar bezorgdheid uit over het einde van fossiele brandstoffen. Vandaag erkennen we dit doemscenario. En leid ik bij Arcadis het programma om de energietransitie te realiseren en versnellen. Tijd om eens terug te blikken op de energietransitie.

 

In mijn vele jaren in het werkveld van de energietransitie zag ik verschillende transities in manieren van aanpak en type programma’s. Grofweg zijn er in de afgelopen dertig jaar vier blokken te definiëren.

Afbeelding


Transitie 1: Als sector aan de slag met verduurzaming
Halverwege de jaren negentig trad de Wet Energiedistributie in werking. Deze wet legde de verantwoordelijkheid van doelmatig gebruik van gas, elektriciteit en warmte vooral bij de toenmalige energiedistributiebedrijven neer. Terugkijkend vind ik het opmerkelijk om van een sector te vragen minder te verkopen van het product waar zij winst mee maken. Besparingen moesten zij namelijk zowel in de eigen bedrijfsvoering als bij de eigen klanten halen. De energiedistributiebedrijven gaven met de uitvoering van het Milieu Actie Plan (MAP) invulling aan deze taak. Voor de uitvoering hiervan mochten energiedistributiebedrijven jaarlijks een percentage van het energietarief aanwenden. Dit was een voorloper van de energiebelasting.

 

Transitie 2: Van sectorverantwoordelijkheid naar gemeentelijke regie
In het begin van deze eeuw richtten gemeenten zich vooral op de enorme woningbouwopgave (VINEX) en zetten daarmee de piketpalen voor hun ambities voor energiebesparing en energievoorzieningen. Zo zagen we een transitie van sectorverantwoordelijkheid naar een regierol voor de lokale overheid. Door de eerste verkenning van de liberalisatie van de energiemarkt ontstond er tevens zicht op een markt van vraag en aanbod. De vraagzijde van de markt bestond uit gemeenten, projectontwikkelaars en woningcorporaties met een grote gezamenlijke bouwopgave. De kant van aanbod bestond uit traditionele energiebedrijven en ook nieuwe spelers zoals warmtebedrijven en energieservicebedrijven (ESCo’s).

 

Met de gemeentelijke inmenging deden nieuwe normen en rekenmethodieken hun intrede, zoals de EPC (Energie Prestatie Coëfficiënt) en de EPL (Energie Prestatie op Locatie). Gemeenten vroegen om haalbaarheidsstudies voor duurzame energievoorzieningen voor VINEX-locaties. Deze Energievisies zijn een voorganger van de huidige Transitievisies Warmte. Ook kwamen de eerste aanbestedingen om de beste partij uit de markt te selecteren. Na de puur technische focus kregen ook financiële, organisatorische en juridische vraagstukken een stem. Dit zorgde voor verder verbreding en professionalisering van de energietransitie.

 

Transitie 3: Op weg naar aardgasvrije energievoorziening
Vanaf 2008 ontstond er weer een andere kijk op de energietransitie. Draagvlak bij mensen speelt een steeds grotere rol. De oplossing ligt in de gezamenlijkheid en niet alleen bij de overheid of marktpartijen. Ook wordt de invloed van ons handelen op klimaatverandering steeds zichtbaarder. Al Gore en later Bill Clinton gingen de wereld over met hun boodschap. Wetenschappers tonen de klimaatverandering met computermodellen aan. Het politieke debat op dit onderwerp wordt steeds scherper. In ons land verschoof de focus van verduurzamingsambities van alleen nieuwbouwprojecten naar bestaande bouw.

 

Afbeelding 

Transitie 4: Draagvlak en samenwerking centraal
We staan aan de vooravond van een grote omslag in Nederland op het gebied van de energietransitie. De eerste aardbevingen in Groningen waren al in de midden jaren tachtig, maar pas de laatste jaren spelen deze een wezenlijke rol. In 2018 besluit minister Wiebes de gaskraan in Groningen echt dicht te gaan draaien. In de gemeenteraadverkiezingen van datzelfde jaar stellen diverse gemeenten vast al eerder dan in 2050 aardgasvrij te willen zijn. Dit maakt de energietransitie een serieuze grote opgave.

 

Intussen is bij wet in het Bouwbesluit geregeld dat nieuwbouwwoningen geen aardgasaansluiting meer krijgen. De overheid verdeelt Nederland in dertig regio’s die ieder hun eigen plannen voor de energietransitiedoelstellingen moeten afgeven in de Regionale Energie Strategie (RES). Elke gemeente in Nederland moet daarnaast een Transitievisie Warmte (TVW) opstellen. Een strategie die bepaalt welke wijken in de gemeente met welke voorkeurstechniek in welk tijdspad van het aardgas af gaan. Gemeenten moeten voor het eerst serieus met bewoners in gesprek over de energietransitie en zoeken naar draagvlak. Er ontstaan bewonersinitiatieven zoals coöperaties die zelf verantwoordelijk willen zijn voor hun energievoorziening.

 

Volgende stap: samenwerking en financiën
Vooruitkijkend staat samenwerking tussen alle partijen centraal in de opmaat naar de energietransitie. Het gaat om stakeholders zoals gemeentelijke afdelingen, woningcorporaties, VVE’s, gebouweigenaren, energie-coöperaties en aanbieders in de warmtemarkt. Een diffuus speelveld met vaak tegenstrijdige belangen. De gemeente vervult een regierol om de samenwerking tot stand te brengen.

 

Ook zijn er nog steeds veel onzekerheden. De transitie naar een aardgasvrije energievoorziening is een ‘hell of a job’. De technische oplossingen zijn afhankelijk van lokale en regionale situaties, zoals de kenmerken van de gebouwde omgeving, de beschikbaarheid van duurzame warmtebronnen en de mogelijkheden voor infrastructuur. De oplossingen zijn er in veel verschijningsvormen zoals een leidende rol voor de woningcoöperaties. Een andere uitdaging is de nog ontwikkelende wet- en regelgeving zoals de Wet Collectieve Warmtevoorziening en de Omgevingswet. En, niet onbelangrijk: de rijksoverheid moet het financiële speelveld nog voor grote delen bepalen.

 

Wat brengt de komende dertig jaar aan energietransitie? Ik ben benieuwd. Bij Arcadis zijn we er in elk geval klaar voor!

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Elisabeth Nymus / schrijfster jeugdroman"Seksueel Misbruik" en volwassenroman "Vrouw van"
Energietransitie voor de minima



Ze hebben het allemaal over energie besparen en energietransitie. Een hele simpele is een ruitje in de wc deur zodat je het licht niet aan hoeft te doen overdag. Verder heb ik als tip voor de verhuurders en wooncorporaties en gemeentes om de werkelijke energieverlies van huizen te meten (energielabel) ga eens met een infrarood/warmte camera in de winter foto's maken van de huizen zodat je het warmte verlies wat werkelijk te zien is opmeet. Er wordt namelijk op papier veel rooskleuriger het label afgegeven. Komen we bij de energietransitie voor minima dan krijgen ze géén contact met deze huurders. De reactie van zo'n initiatief is dat ze niet eens voorbij de voordeur komen en dat is logisch want ze komen in een net pak met aktetas en dat betekent bij hen dat gaat geld kosten. Ik heb de initiatiefnemers aangeraden om een pak koffie en een pak koekjes mee te nemen en de stropdas, aktetas en laptop thuis te laten Dat is logisch want overheden en verhuurders willen het liefst zo min mogelijk geld daaraan kwijt zijn en de huurder kan de "woningverbeteringen" niet betalen en dus ziet deze ervan af: ze zeggen namelijk dat de prijs voor de huurverhoging wel weg te strepen is tegen de energiebezuiniging en dat is in de praktijk niet waar. Ze vragen voor die huur ooit honderden euro's meer per maand; wooncorporaties hebben er nogal eens een handje van om slecht te renoveren b.v. maar een half dak isoleren met doorweekt en kapot isolatiemateriaal en niet volgens de regels( en daarvoor in de puntentelling een heel dak isolatie te rekenen) of zonder isolatie tussen de muren en kozijnen waardoor de dubbele ramen zijn functie volledig verliest...het tocht als de ziekte; zelfs in het geval van de boktor maar één nokbalk te behandelen wat nu gatenkaas is! Wat subsidies op dit gebied betreft is er voor de minima het beruchte doosje met 2 folietjes voor achter de radiator( ik heb meerdere radiators), een á twee energiezuinige lampen, een plastic goedkope douchekop, twee waterbespaarders én als je geluk hebt een douchezandlopertje! De subsidies die er werkelijk toedoen zijn voor de modaal en meerverdieners met vooral eigen woningen bedoeld. Wil men werkelijk iets betekenen voor minima dan zal men substantiële subsidies zonder verdienmodel moeten gaan geven om de energietransitie voor hen werkelijkheid te laten worden.