Fusie corporaties werkt doorgaans niet kostenverlagend
Het aantal woningcoporaties is de afgelopen 15 jaar gehalveerd, maar tot lagere kosten leidt dat meestal niet, blijkt uit een studie van het Planbureau voor de Leefomgeving.
Het aantal woningcoporaties is de afgelopen vijftien jaar gehalveerd, maar tot lagere bedrijfslasten leidt dat meestal niet, blijkt uit een studie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Er moeten dus andere factoren zijn die de kosten hoog houden.
Bijna-halvering
In 1997 waren er nog 764 corporaties; in 2010, het einde van de door PBL onderzochte periode, nog maar 400. Die bijna-halvering is het gevolg van een fiks aantal fusies. 14 Procent van die 400 corporaties is in die periode zelfs meermalen gefuseerd. Die schaalvergroting heeft over de hele linie (bij een gelijk gebleven totale beheerde woningvoorraad) echter niet geleid tot lagere kosten, terwijl fusies doorgaans toch vooral worden aangegaan om kostenverlagingen te realiseren.
Ook vóór fusie meer lasten
PBL keek met name naar de variabele bedrijfslasten (waaronder personeels- en onderhoudslasten, dus de lasten waarop enige invloed bestaat) bij de corporaties. Bij corporaties die zijn gefuseerd, zijn gemiddeld gesproken die kosten per beheerde woning niet gedaald, maar zelfs licht gestegen. Maar dat betekent niet dat er met fusies niets te halen valt, waarschuwt onderzoeker Edwin Buitelaar van het PBL. "Waar die hogere kosten precies vandaan komen, dat kunnen we niet in algemene zin zeggen. Wel dat het niet aan de fusie ligt. Ook voordat die corporaties waren gefuseerd, hadden ze gemiddeld al hogere bedrijfslasten." Het PBL suggereert dat wellicht organisatiestructuur of bedrijfscultuur een rol speelt bij de totstandkoming van de kosten.
Kosten gaan alle kanten op
Corporatiebestuurders en raden van toezicht zouden op zijn minst even tot drie moeten tellen als ze fusievoorstellen in overweging nemen waarbij kostenbesparing/overheadreductie als belangrijkste argument wordt aangevoerd. "Dat je kosten bespaart is simpelweg niet te onderbouwen met onze feitelijke analyse", aldus Buitelaar. "Maar het omgekeerde is ook niet te bewijzen." Het afgeven op 'logge' organisaties die alleen maar extra geld kosten is ook niet op feiten gebaseerd. "Opvallend is dat er een grote variatie is tussen de verschillende corporaties. Die bedrijfskosten gaan alle kanten op en ook per jaar kunnen die kosten nogal variëren."
Reacties: 5
U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Helemaal mee eens. Het is allemaal een grote PvdA-kliek, Planbureau Leefomgeving en Woningcorporaties. En inmiddels wel duidelijk dat daar de grootste graaiers zitten.
Van wat ik kan zien hebben grotere organisaties een andere overhead structuur met meer ondersteunende staffuncties, andere salarisschalen voor het management, en moeten vaak meer geld besteden aan interne communicatie en ICT zodat het financiële voordeel van schaalgrootte weer teniet wordt gedaan.
Een ander aspect is dat een fusie soms jarenlang extra friktiekosten met zich meebrengen vooral in het matchen van ICT en bedrijfscultuur, dus de financiële effecten zijn pas na jaren echt zichtbaar.
Ongetwijfeld zullen er ergens wel voorbeelden te vinden zijn van financieel geslaagde fusies, maar mijn vermoeden blijft dat ze de uitzondering zijn in plaats van de regel. Waarom het bedrijfseconomisch onderzoek daar zo ambivalent over blijft, is me een raadsel.
Kennelijk deelt u mijn mening dat het onbegrijpelijk is dat een organisatie als PBL geen voorbeelden kan noemen en dus niet beschikt over deskundige controllers/onderzoekers. Overigens is juist uw zienswijze als bedrijfseconomisch adviseur bij een gemeente precies het knelpunt. Ik had het over deskundige controllers, dat wil zeggen controllers uit private ondernemingen en niet uit overheids(semi)-instellingen die de ballen verstand hebben van zakelijk en economisch denken en kostenbeheersing maar hebben geleerd om budgetten vol te maken en hun baantje veilig te stellen door dikke nietszeggende rapporten te schrijven.