Dat blijkt uit het Integraal Veiligheidsprogramma 2011-2014 van deze zogeheten Marokkanengemeente. ‘We hebben een probleem met Amersfoortse jongeren, die voor een deel Marokkaans zijn, maar het is geen exclusief Marokkaans probleem’, aldus gemeentelijk woordvoerder Herman Wiersema.

‘Amersfoort is een jonge stad, na Almere hebben we de jongste bevolking. Jongeren vragen nu eenmaal ruimte en dat kan leiden tot overlast. Het probleem staat op de agenda en er wordt hard aan gewerkt’, aldus de woordvoerder.

Amersfoort telt 144.858 inwoners van wie meer dan de helft jonger is dan 40 jaar. Ruim een kwart van de inwoners is zelfs jonger dan 20 jaar. De stad groeit nog steeds. Vooral het aandeel niet-Westerse allochtonen stijgt. Waar de totale bevolking de afgelopen 14 jaar steeg met 27 procent, nam het aantal niet-Westerse allochtonen met 93 procent toe. Daarbij gaat het vooral om vluchtelingen uit Iran, Irak, Somalië en Afghanistan.

Het aantal meldingen over jeugdoverlast steeg van 695 in 2003 naar 1.268 in 2009, een stijging van 82 procent. Per duizend inwoners doen de meeste meldingen zich voor in de wijk De Koppel. Daar steeg het absolute aantal meldingen de laatste tijd enorm, van 18 in de eerste 11 maanden in 2008 naar 65 in dezelfde periode van 2009. De gemeente telde in 2010 twaalf problematische jeugdgroepen: drie hinderlijk, vijf overlastgevend en één crimineel.

Amersfoort is één van de 22 gemeenten die extra geld heeft gekregen vanwege de aanhoudende problemen met Marokkaanse jongeren. Van dat geld worden onder andere straatcoaches bekostigd.

Spanningen

Overigens is in het programma ook te lezen dat Amersfoort onderzoek gaat doen naar spanningen binnen buurten. Zowel spanningen tussen verschillende etnische bevolkingsgroepen als tussen leeftijdsgroepen worden onder de loep genomen. Graadmeters zijn onder andere het aantal uitkeringen, botsende leefstijlen, cultuurverschillen tussen bevolkingsgroepen, de staat van de woningen, de hoeveelheid en de druk op de openbare ruimte. ‘Deze buurten hebben een extra impuls nodig om niet af te glijden naar hotspots’, staat in het rapport. ‘Voordat problemen ontstaan en escalatie dreigt, moeten signalen naar betreffende hulpverleningsinstanties plaatsvinden’.

Het onderzoek bestaat uit drie delen: het Verwey- Jonker Instituut bekijkt de leefbaarheid, het Regionaal Bureau Veiligheidsstrategie neemt polarisatie, discriminatie en radicalisering onder de loep, en in wijkscans wordt kwalitatieve en kwantitatieve informatie verzameld via wijkwerkers, de politie en een monitor onder de bevolking. Begin 2011 worden de uitkomsten verwacht. Op grond daarvan worden dan vijf buurten geselecteerd die extra aandacht krijgen.