Advertentie
financiën / Nieuws

Schrappen kleine belastingen treft gemeenten hard

Diverse adviesraden pleitten er al veel langer voor en afgaande op de verkiezingsprogramma’s zijn de meeste politieke partijen inmiddels ook om: gemeenten moeten meer mogelijkheden krijgen hun eigen broek op te houden. Dat zou dan de komende kabinetsperiode moeten gebeuren. De extra belastingruimte moet worden gevonden in de herintroductie van de onroerendezaakbelasting voor gebruikers van woningen – afgeschaft in 2006 – in combinatie met een ingezetenenheffing.

12 juni 2017

Een nieuw kabinet gaat als het goed is het lokaal belastinggebied verruimen. Maar niet alle gemeenten moeten zich volgens professor Jan Monsma bij voorbaat rijk rekenen, omdat tegelijkertijd een streep gaat door een aantal kleine(re) belastingen.

Diverse adviesraden pleitten er al veel langer voor en afgaande op de verkiezingsprogramma’s zijn de meeste politieke partijen inmiddels ook om: gemeenten moeten meer mogelijkheden krijgen hun eigen broek op te houden. Dat zou dan de komende kabinetsperiode moeten gebeuren. De extra belastingruimte moet worden gevonden in de herintroductie van de onroerendezaakbelasting voor gebruikers van woningen – afgeschaft in 2006 – in combinatie met een ingezetenenheffing. En verder is er de suggestie een aantal kleine gemeentelijke belastingen op te ruimen. Gemeenten kunnen de derving als gevolg van het afschaffen van kleine(re) belastingen volgens staatssecretaris Wiebes (Financiën) opvangen met die twee nieuwe brede heffingen.

Fors nadeel
Was het maar zo’n feest! Met name in het afschaffen van de kleine belastingen, schuilt volgens Jan Monsma een risico. De bijzonder hoogleraar heffingen van lokale overheden en wetenschappelijk directeur van het Erasmus Studiecentrum voor Belastingen van Lokale overheden (ESBL) van de Erasmus Universiteit Rotterdam stelt dat op basis van een lopend onderzoek naar de gevolgen van de verruiming van het lokaal belastinggebied voor individuele gemeenten. De voorlopige resultaten van dat onderzoek, uitgevoerd in opdracht van de Landelijke Vereniging Lokale Belastingen (LVLB), geven aan dat de verschillen tussen gemeenten groot kunnen zijn. Sommige gemeenten gaan enorme nadelige effecten ondervinden van het afschaffen van kleine belastingen als bijvoorbeeld de hondenbelasting, de reclamebelasting en de woonforensenbelasting.

Minder uit gemeentefonds
Ameland is één van de nadeelgemeenten. ‘Het schrappen van de woonforensenbelasting scheelt die toeristengemeente met relatief veel tweede huizen op jaarbasis straks liefst 1,3 miljoen euro. Als dan – als gevolg van de voorziene belastingschuif – die Waddengemeente ook nog eens 1,2 miljoen euro minder uit het gemeentefonds krijgt, wordt het nog sluitend krijgen van de begroting wel een hele zware opgave’, aldus Monsma.

‘Dat geld zal dan in toenemende mate moeten komen van een handjevol ingezetenen. Want daar zal de compensatie moeten worden gezocht om deze derving aan inkomsten op te vangen. De vraag rijst of volledige compensatie overal mogelijk zal zijn, omdat het niet om onaanzienlijke bedragen gaat.’

Beperking lokale democratie
De hoogleraar begrijpt overigens niet goed waarom er zo nodig een streep moet door een aantal kleine belastingen. Het betekent dat ze op centraal niveau definitief uit de wet worden geschrapt. Dat is in zijn ogen een beperking, zo niet aantasting, van de lokale democratie. ‘Dan zegt Den Haag dus: “Schrap maar, want wij vinden dat jullie die en die belasting niet belangrijk mogen vinden.” Waarom laat je het niet aan de gemeenteraden om te bepalen van welke belasting ze gebruik willen maken? De ene raad kan er dan wel voor kiezen de hondenbelasting bijvoorbeeld in te zetten, de andere niet’, zegt hij.

Weerstand
‘De gedachte achter de verruiming van het gemeentelijk belastinggebied is dat de gemeentelijke autonomie erdoor toeneemt. De eigen inkomsten stijgen van 16 naar 25 procent, het aandeel van het gemeentefonds in de inkomsten daalt van 48 naar 41 procent. Anders dan bij het ‘gekregen’ geld van het rijk, zal er naar verwachting een betere afweging plaatsvinden bij de besteding van het belastinggeld van de eigen inwoners. In theorie klopt dat. Maar…’, zo betoogt Monsma, ‘dat gaat alleen op bij het realiseren van nieuwe voorzieningen, maar niet voor het voorzieningenpakket dat al werd aangeboden. Voor iets dat er jarenlang was, een zwembad bijvoorbeeld, moet de burger opeens zichtbaar gaan betalen. Dat roept weerstand op. En het zwembad wordt er niet opeens beter van. Dat maakt de discussie voor de wethouder financiën een stuk lastiger. Zo bezien is de kans reëler dat de einduitkomst van de discussie neigt naar lagere lasten met als gevolg schralere voorzieningen.’

Extra procedures
Wat Monsma vooral wil zeggen is dat het onderwerp lokale belastingen vrijwel altijd gevoelige materie is: ‘Niemand bestudeert zijn of haar salarisstrook, maar wel hun Woz-beschikking en ozb-aanslag waarop staat hoeveel ze moeten betalen. Daar komen ze tegen in het geweer. Wat dat betreft, verwacht ik bij de uitbreiding van het lokaal belastinggebied veel extra procedures.’

Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 11 van deze week (inlog)

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

H. Wiersma / gepens.
Verruiming van het lokaal belastinggebied zou de slechtst denkbare beslissing zijn van een nieuw Kabinet. Gemeenten moeten gewoon de tering naar de nering zetten. Ook in een andere setting houdt je dezelfde financiële problemen. Voor betere democratische verhoudingen (participatie burgers) zijn er voldoende andere instrumenten.
doeterniettoe / -
Dat zou kunnen betekenen dat de mogelijkheid voor lokaal belastingbeleid een verplichting wordt omdat een gemeente anders opeens gaten in de begroting heeft.

Linksom vrijheid geven maar rechtsom die vrijheid van te voren invullen, dat was toch niet de bedoeling?
Henk Donkers / medewerker
Dit gaat nog een heel lange discussie worden waarvan ik niet verwacht dat dat in vier jaar gaat lukken. De maatschappelijke weerstand zal enorm groot worden. Nu al zijn er publicaties van Coelo en vereniging Eigen huis waarin alleen gekeken wordt naar de absolute hoogte van de OZB in vergelijking met andere gemeenten. Het karakter van de gemeente en wat de burgers daarvoor terugkrijgen doet totaal niet ter zake in die onderzoeken.

Aan de andere kant zijn er natuurlijk heel rare belastingen zoals de hondenbelasting, Is voor de gemeente een ALGEMEEN dekkingsmiddel en je kunt de vraag stellen waarom eigenaren van een hond meer aan de ALGEMENE middelen van een gemeente moeten bijdragen dan mensen die geen hond hebben maar een paard, om maar wat te noemen. Volgens mij is deze vraag dezelfde als: Waarom moeten mensen met rood haar meer aan de Algemene middelen van de gemeente bijdragen dan mensen met een andere kleur haar. Dat laatste vinden we natuurlijk belachelijk maar de eerste vraag kennelijk niet. Heel raar.

Hetzelfde geldt voor Toeristenbelasting die naar mijn mening niet voldoet aan het basisbeginsel dat een belasting alleen mag worden opgelegd met instemming van het vertegenwoordigende orgaan. Juist bij toeristenbelasting wordt deze opgelegd aan mensen die niet in de gemeenteraad vertegenwoordigd zijn (de toeristen) en juist niet aan mensen die wel vertegenwoordigd zijn (de inwoners). Alleen daarom al kan de toeristenbelasting geen stand houden.



Kortom ik denk niet dat we in vier jaar draagvlak bij de bevolking gaan vinden.
Advertentie