Advertentie
financiën / Nieuws

Rijk trekt stadspeuter voor

Vooral kinderen in grote steden profiteren van educatieve programma’s in het onderwijs. Vaak gaat het ook nog eens om de kansrijkere kinderen.Van het landelijke budget slorpen Amsterdam en Rotterdam zo samen al 30 procent op.

13 augustus 2015

Vooral kinderen in grote steden profiteren van educatieve programma’s in het onderwijs. Vaak gaat het ook nog eens om de kansrijkere kinderen.

Tussen gemeenten bestaan grote verschillen in de aantallen kinderen die voor- en vroegschoolse educatie (vve) volgen en het budget per leerling. In het algemeen geldt: hoe groter de gemeente, hoe lager de drempel om peuter­educatie te volgen en hoe meer budget per kind voorhanden is. Van het landelijke budget slorpen Amsterdam en Rotterdam zo samen al 30 procent op. Een kleine gemeente als Boxmeer moet het met 1.500 euro per peuter doen.

360 miljoen voor gemeenten

Gemeenten krijgen jaarlijks 360 miljoen euro van het ministerie van Onderwijs om voor peuters die een taal- of ontwikkelingsachterstand dreigen op te lopen een vve-plaats te creëren. Dat geld wordt verdeeld op basis van het aantal kinderen met laagopgeleide ouders, maar gemeenten bepalen zelf welke peuters ze in aanmerking laten komen voor vve.

 

Forse scheefgroei

Eind juni liet staatssecretaris Dekker de Tweede Kamer weten dat hij de beschikbare middelen eerlijker wil verdelen. Nu krijgen de 37 grote gemeenten jaarlijks 95 miljoen euro extra, bovenop het reguliere budget van 260 miljoen. Een gerichte investering omdat de helft van de kinderen met een risico op een taalachterstand in de G37 woont. Omdat bij de verdeling van het budget van bovendien wordt uitgegaan van schoolgewichten uit 2009 die afwijken van de actuele cijfers is er sprake van een forse scheefgroei.

Voor een kind met een taalachterstand is in Emmen 5.976 euro beschikbaar, terwijl buurgemeente Coevorden – die niet tot de G37 hoort – maar 3.281 euro krijgt. Maar ook binnen de G37 zijn er forse verschillen. Leeuwarden krijgt maar liefst 9.591 euro per zogeheten leerlinggewicht, terwijl Lelystad het met 5.217 euro moet doen.

Beperkt budget

Dat leidt tot rechtsongelijkheid. Terwijl kleine gemeenten met het beperkte budget dat ze hebben niet in staat zijn een vve-aanbod te creëren, hebben grote gemeente soms meer vve-plekken dan doelgroepkinderen, betoogt Dekker in zijn brief. In Amsterdam valt 40 procent van de vve-kinderen buiten de doelgroepdefinitie die in de hoofdstad gebruikt wordt; in Utrecht geldt dat voor 21 procent van de peuters.

Geld dat bedoeld is om achterstanden te bestrijden, komt dus terecht bij kinderen die al voldoende kansen hebben. Terwijl er doelgroepkinderen zijn die helemaal niet naar een peuterspeelplaats of voorschool kunnen. Daarom wil Dekker dat een groter deel van het beschikbare budget naar de kleine gemeenten gaat, zodat elk kind met een dreigende taalachterstand een vve-programma kan volgen, ongeacht waar het woont. Een voorschool voor alle peuters heeft bij hem voorlopig geen prioriteit.

Risico ongelijkheid

ITS-onderzoeker Geert Driessen van de Radboud Universiteit Nijmegen vindt een voorschool voor alle peuters ook geen goed idee. Als er geen maatwerk wordt geleverd profiteren kinderen uit gegoede milieus daar waarschijnlijk meer van dan de kinderen waarvoor het onderwijsachterstandenbeleid oorspronkelijk is opgezet. ‘Met een generiek aanbod voor alle kinderen loop je het risico de kansen­ongelijkheid juist groter te maken.’

Lees het volledige artikel in Binnenlands Bestuur nr. 16 van deze week.

Reacties: 5

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Anita Mooijman / beleidsmedewerker Onderwijsbeleid
Jammer dat men niet snapt dat als je kinderen met een (taal)achterstand heel kostenefficient bij elkaar in een groep zet, de vooruitgang minder groot is omdat kinderen ook van elkaar leren.
JJMoes
Vandaar dat sommige Tweedekamerfracties vrijwel voltallig binnen een zekere grachtengordel te vinden zijn met alle boelabakfietsen. De rest van ons land is uitpersbaar stemvee
H. Wiersma / sr. beleidsadviseur (gepens.)
Zo langzamerhand kunnen alle Rijksambtenaren beter de cursus 'hoe leer ik rekenen' volgen.
Ellen
Toch wel apart om te constateren dat een bepaalde groep kinderen (uit gegoede milieus) zou kunnen profiteren van VVE maar dat niet mag krijgen omdat de kansenongelijkheid dan groter zou worden.

Feitelijk is het beleid dus om kansrijken te remmen zodat kansarmen deze "in kunnen halen". Lijkt me geen recept om het beste uit mensen te halen, dit "even slecht is ook gelijk" principe. Als dat bij sportwedstrijden toegepast zou worden zou het wel omstreden zijn, vermoed ik.

Educatie komt kennelijk niet zo nauw, daar hoef je niet het beste uit de kinderen te halen als je je ideologie van gelijkheid maar overeind kan houden.
Paul van den Brand / adviseur lokaal onderwijsbeleid
Het artikel is hier en daar nogal tendentieus. De G 37 hebben de afgelopen 5 jaar uitstekend werk geleverd, waarbij kinderen in achterstandssituaties hun prestaties sterk zagen stijgen en de kwaliteit van de voorscholen aanzienlijk steeg. Tevens hebben de gemeenten ook veel eigen middelen geïnvesteerd. . De G 37 hebben voorts op verschillende beleidsonderdelen inzichten op baanbrekende wijze vergroot. In die zin zijn zij wegbereiders geworden voor de rest van Nederland en niet in de laatste plaats voor de rijksoverheid.

Niet vergeten moet worden dat de problematiek in de grote steden het grootst is en daar het aantal inwoners sterk toeneemt.

Het is onjuist te stellen dat de inspanningen ook terecht komt bij kinderen die al voldoende kansen hebben. Alle gemeenten hebben hun doelgroepen gedefinieerd naar criteria als opleidingsniveau ouders, omgevingsanalyse (weinig stimulansen thuis. Ook is het meer vve-plekken hebben dan doelgroepkinderen niet representatief voor de G 37. Een andere ongenuanceerdheid, vind ik, is dat scheefgroei in middelen ten faveure van de G37 zou worden versterkt door de peildatum 2009 van de schoolgewichten. Een afname van het schoolgewicht is een zich landelijk voordoend feit.

Met de opvatting van Geert Driessen ben ik het volkomen eens.
Advertentie