Advertentie
financiën / Nieuws

‘Regionale aanpak ondermijning blijft zo bungelen’

De gelden voor de lokale en regionale aanpak van ondermijning zijn incidenteel en marginaal, valt uit de recente brief van minister Grapperhaus op te maken. De uitgaven voor de gevolgen van de aanpak van de coronacrisis lijken voorrang te hebben. ‘In de regio’s hebben we nadrukkelijk behoefte aan structureel budget.’

01 mei 2020
haven-rotterdam-shutterstock.jpg

De gelden voor de lokale en regionale aanpak van ondermijning zijn incidenteel en marginaal, valt uit de recente brief van minister Grapperhaus op te maken. Logischerwijs gaan veel uitgaven van het kabinet naar de gevolgen van de aanpak van de coronacrisis, maar de minister geeft ook de (inter)nationale aanpak van ondermijning voorrang. ‘In de regio’s hebben we nadrukkelijk behoefte aan structureel budget.’

Structurele aanpak doorgeschoven
Volgend jaar trekt het kabinet 141 miljoen euro uit voor de aanpak van ondermijning en de jaren erna structureel 150 miljoen euro. Voor de lokale en regionale aanpak is echter alleen incidenteel budget beschikbaar verspreid over 2021 (15 miljoen) en 2022 (10 miljoen). Minister Grapperhaus heeft al gezegd dat een structurele aanpak van ‘zwakke’ wijken naar een volgend kabinet is doorgeschoven. Dat kan burgemeesters in den lande moeilijk enthousiast maken, blijkt onder meer uit de reactie van burgemeester Sybrand Buma van Leeuwarden en voorzitter van stuurgroep RIEC Noord-Nederland.

Goede verbinding nodig
Weliswaar vindt Buma het goed te zien dat er structureel geld komt voor Bewaken en Beveiligen en het inrichten van het Multidisciplinair Interventie Team (MIT). ‘Maar deze zaken zijn met name gericht op landelijke partners, niet het openbaar bestuur. We streven naar optimale afstemming tussen de strafrechtelijke en bestuurlijke aanpak. Daarvoor is een goede verbinding nodig met steden en de regio, RIEC’s, het LIEC en regionale eenheden. Dat geldt ook voor persoons- en gebiedsgerichte aanpak (op wijk-, district- en regionaal niveau) in die regionale eenheden.’

Behoefte aan structureel budget
Buma verwelkomt het incidentele budget voor de lokale en regionale aanpak. ‘Maar in de regio’s hebben we ook nadrukkelijk behoefte aan structureel budget. De incidentele gelden worden aan een groot aantal projecten besteed: intensiveringsplannen. Hierin is ingezet op het vergroten van de integrale intelligence, bewustwording en handelingsperspectief, dus weerbaarheid bij zowel de overheid als extern, en kennis en expertise. ‘Deze projecten hebben al hun meerwaarde bewezen, maar moeten worden weggezet in de structuur. Als er geen structureel budget komt, wordt het voortzetten van deze ontwikkelingen zeer moeilijk en kan dat gevolgen hebben voor de beoogde intensiveringsslag.’

'Niet gepast om meer te vragen'
De aanpak van ondermijning is een kwestie van lange adem en kost veel geld, laat Theo Weterings, burgemeester van Tilburg en voorzitter van de VNG-commissie Bestuur en Veiligheid, weten. Hij stelt dat tijden veranderen, verwijzend naar de coronacrisis, en is verheugd dat er toch nog geld wordt vrijgemaakt voor de ondermijningsaanpak. ‘Dan zie je hoe belangrijk dat is. Ik ben blij dat het hoog op de agenda staat. Er is aandacht voor en er zijn in ieder geval miljoenen beschikbaar. We blijven dingen doen. Het is in deze tijd niet gepast om meer te vragen.’ De Rotterdamse burgemeester Aboutaleb had eerder juist nadrukkelijk gevraagd om structurele financiering. Hij laat weten dat er nu nog onvoldoende duidelijk is over hoe bijvoorbeeld de incidentele gelden besteed worden en wat het MIT gaat doen. ‘Dat zal uit nadere gesprekken en in samenwerking duidelijk gaan worden. Het is dus nog te vroeg om hier inhoudelijk een reactie op te geven.’

Teleurstellend

Peter Noordanus, voorzitter van het Strategisch Beraad Ondermijning heeft ‘gemengde gevoelens’ over het toegekende budget. Volgens hem zal niemand de noodzaak van een sterkere nationale en internationale aanpak ontkennen. ‘Maar het is en-en: lokaal/regionaal en nationaal/internationaal. Teleurstellend is dat de continuïteit van de regionale aanpak is doorgeschoven, met alle onzekerheden van dien. Je zult zien dat de huidige werkenden in die aanpak eieren voor hun geld gaan kiezen. Als je daarbij verbindingen tussen regionaal en lokaal en het MIT ook veronachtzaamt, dan eindig je straks op de nationale aanpak van ‘boeven vangen’ in plaats van gezamenlijk als één overheid de criminele industrie reduceren. Het is de systeembenadering versus de casuïstiekbenadering. Daarover is verschil van opvatting.’

Gemiste kans
Het is goed dat er een MIT komt, aldus Noordanus. ‘Maar het is slecht dat de regionale aanpak blijft bungelen. Het is onhelder waarom er geen praktische verbinding tussen landelijk/internationaal en regionaal/lokaal is gelegd. Als je niet tegelijkertijd aan de slag gaat, dan zul je er niet komen. Dat is een gemiste kans: one side of the coin.’ Hij pleit ervoor om in de nieuwe kabinetsperiode meer balans in de aanpak te krijgen. ‘Een programma met een langjarige aanpak om de drugsindustrie te halveren.’


Geen afname drugshandel
Dat die ondermijningsaanpak nodig blijft bleek uit de woorden die eenheidschef Fred Westerbeke van de Rotterdamse politie deze week uitsprak tegen het AD: de drugshandel is niet afgenomen sinds de strenge maatregelen tegen het coronavirus in maart werden aangekondigd. Volgens hem komen nog steeds grote partijen cocaïne de Rotterdamse haven binnen. ‘We zien geen enkele vermindering van de partijen drugs die binnenkomen. Criminelen passen zich razendsnel aan’, aldus Westerbeke. Ook het handelen op straat gaat door. Dealers hebben zich volgens de politiechef verplaatst naar drukkere plekken, omdat ze anders te veel op zouden vallen.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

H. Wiersma / gepens.
Een eerste voorzet:

1. Van belang is het opstellen van een goed structureel nationaal bestrijdingsplan tegen ondermijning dat in nauw overleg met alle meest daarbij betrokken actoren wordt opgesteld.

2. De belangrijkste prioriteiten liggen op dit moment bij:

-het versterken van de kwaliteit en capaciteit van de douane en de intensiteit van de steekproefsgewijze grenscontrôle

-betere afstemming en samenwerking van de betrokken organisaties (gemeenten/provincies, belastingdienst/Fiod, kadaster, douane e.d.).

-voor zover noodzakelijk beperkte incidentele internationale activiteiten.

De huidige beschikbare budgetten in de reguliere begroting dienen uiteraard bij de planvorming te worden betrokken.



Advertentie