Advertentie
financiën / Nieuws

Provincies en gemeenten willen af van schatkistbankieren

Decentrale overheden vinden dat het afgelopen moet zijn met het verplicht stallen van hun overtollige middelen bij de Staat. Dat verplicht schatkistbankieren zou alleen moeten gelden in noodgevallen. Daarvan is geen sprake meer.

23 mei 2019

Decentrale overheden vinden dat het afgelopen moet zijn met het verplicht stallen van hun overtollige middelen bij de Staat. Dat verplicht schatkistbankieren zou alleen moeten gelden in noodgevallen. Daarvan is geen sprake meer.

Sinds 2013 zijn gemeenten, provincies en waterschappen verplicht hun overtollige liquide middelen in de schatkist aan te houden. Met dat geld kan de externe financieringsbehoefte van de collectieve sector in zijn geheel worden gedempt. Directe aanleiding voor de invoering van het schatkistbankieren was de destijds te hoge EMU-schuld van Nederland. Door de overtollige middelen van de decentrale overheden te stallen bij een speciaal agentschap van Financiën zou de EMU-schuld geleidelijk lager worden en daarmee de dreiging van een Europese boete verdwijnen.

Hooguit tijdelijk

Inmiddels is het hoofddoel van de invoering van het verplicht schatkistbankieren bereikt: het verlagen van de Nederlandse EMU-schuld onder de 60 procent van het bbp. De overheidsschuld bedraagt zonder dat verplicht schatkistbankieren door decentrale overheden eind 2018 53,7 procent van het bbp en komt eind 2019 zelfs uit op 50,4 procent. Voor de decentrale overheden is dat reden om bij verantwoordelijk staatssecretaris van Financiën, Snel, te pleiten voor een ‘aanzienlijke verzachting’ van het verplichtende karakter van het schatkistbankieren.

Ze wijzen op de Grondwet waarin de autonomie van de decentrale overheden is vastgelegd, ook wat betreft het kunnen voeren van een eigen financieringsbeleid. Alleen bij grote monetaire en macro-economische onevenwichtigheden is een ingreep zoals verplicht schatkistbankieren volgens de koepelorganisaties van de decentrale overheden – VNG, IPO en UvW –  hooguit ‘tijdelijk’ gerechtvaardigd. In normale omstandigheden weegt volgens hen de autonomie om zelf over de geldelijke tegoeden te beschikken zwaarder.

Extra werk

Bovendien levert het huidige schatkistbankieren hen onnodig extra administratieve lasten en extra verantwoordingslasten op. ‘Eind 2017 hadden 344 gemeenten (van de toen 381), 4 provincies (van de 12), alle 21 waterschappen en nagenoeg alle gemeenschappelijke regelingen per saldo schulden en dus geen geld op de bank. Maar ook zij worden door de huidige vormgeving van de verplichting gedwongen regelmatig een deel van de liquide middelen voor het betalingsverkeer bij de schatkist te stallen. Hun bijdrage aan de reductie van de EMU-schuld is echter beperkt’, beargumenteren de koepelorganisaties. Ze stellen voor alleen gemeenten, provincies, waterschappen en gemeenschappelijke regelingen zonder schulden hun overtollige liquide middelen in de schatkist moeten aanhouden.

Aan- en uitknop

Gemeenten, provincies en waterschappen willen een soort aan- en uitknop in de Wet fido. De knop anticyclisch schatkistbankieren zou kunnen worden aangezet bij het omlaag brengen van een erg hoge overheidsschuld naar een houdbaar niveau en weer worden uitgezet bij het bereiken van een houdbare overheidsschuld. Die mogelijkheid om de knop uit te zetten ontbreekt op dit moment in de wet.

De staatsecretaris heeft onlangs in een bestuurlijk overleg aangegeven geen aanleiding te zien in wijziging van het verplichtende karakter van het schatkistbankieren. Hij stelde dat naar aanleiding van een recente evaluatie van de wet financiering decentrale overheden (fido). In een gezamenlijke brief proberen die decentrale overheden Snel alsnog op andere gedachten te brengen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie