Advertentie
financiën / Nieuws

Ollongren: geen grondige herziening gemeentefonds

De minister schrijft in een Kamerbrief de financiële verhoudingen kritisch tegen het licht te houden. Ze doet dat ‘omdat de context waarin het openbaar bestuur werkt de afgelopen decennia sterk is veranderd.’ Ze verwijst daarbij naar de toename van het aantal taken van decentrale overheden en de uiteenlopende opgaven waarvoor ze staan. Zo hebben economisch sterke regio’s te maken met druk op de woningmarkt en bereikbaarheid, terwijl krimpgebieden moeite hebben met het in stand houden van voorzieningen.

09 juli 2018

Minister Ollongren ziet geen aanleiding om het gemeentefonds fundamenteel te herzien. Het blijft wat de minister van Binnenlandse Zaken betreft bij aanpassingen. Zo laat ze onderzoeken of bij de verdeling van het gemeentefonds meer rekening kan worden gehouden met de eigen inkomsten van gemeenten.

De minister schrijft in een Kamerbrief de financiële verhoudingen kritisch tegen het licht te houden. Ze doet dat ‘omdat de context waarin het openbaar bestuur werkt de afgelopen decennia sterk is veranderd.’ Ze verwijst daarbij naar de toename van het aantal taken van decentrale overheden en de uiteenlopende opgaven waarvoor ze staan. Zo hebben economisch sterke regio’s te maken met druk op de woningmarkt en bereikbaarheid, terwijl krimpgebieden moeite hebben met het in stand houden van voorzieningen.

Sociaal domein
De minister belooft in de brief de Tweede Kamer deze kabinetsperiode met voorstellen te komen tot aanpassingen in de financiële verhoudingen tussen rijk en medeoverheden. Uitdrukkelijk kiest ze niet voor een fundamentele herziening van de grondslagen van het gemeente- en provinciefonds, iets waar de Tweede Kamer de regering in november 2015 bij motie wel om had gevraagd.

De minister wil vasthouden aan de uitgangspunten in de Financiële verhoudingswet, waarbij de verdeling van (rijks)geld met name moet aansluiten bij de kosten die gemeenten en provincies maken en de inkomsten die zij zelf kunnen genereren zijn van een helderheid in taken en plichten van de betrokken partijen. ‘Ik zie geen aanleiding om deze uitgangspunten ter discussie te stellen’, aldus de minister. ‘Uit verschillende evaluaties blijkt dat het stelsel voldoende ruimte biedt om grote wijzigingen – zoals de decentralisaties in het sociaal domein – in te passen.’

Inkomstenverschillen
Wel is er volgens Ollongren aanleiding om kritisch naar het gemeente- en provinciefonds te kijken. Omdat er sprake is van een toename van onderlinge verschillen tussen gemeenten, is de vraag of en waar er in de verdeling van het gemeentefonds andere afwegingen moeten worden gemaakt over de mate waarin verschillen tussen uitgaven en inkomsten moeten worden meegenomen. Om die afweging opnieuw te maken, start de minister dit najaar  met de voorbereiding voor een herijkingsonderzoek van de verdeling van de algemene uitkering van het gemeentefonds. Dat wil zeggen, met uitzondering van de verdeling van middelen in het sociaal domein. ‘Ten aanzien van de verdeelmodellen sociaal domein zal een kwantitatief onderzoek ingesteld worden’, aldus de minister.

Meer differentiatie
Ter voorbereiding op dat herijkingsonderzoek wordt een aantal onderzoeken uitgevoerd. Eén ervan moet inzicht verschaffen in de mate van beleidsvrijheid van en maatschappelijk geaccepteerde verschillen tussen het aanbod van voorzieningen in de verschillende taakvelden van gemeenten en provincies. ‘Dit inzicht is nodig om vast te stellen in welke mate er rekening met kostenverschillen moet worden gehouden in de verdeling. Grof gesteld zou er veel verevend moeten worden als er weinig ruimte is voor verschil en kan het minder als er meer ruimte is voor verschil. Deze afweging verschilt per taakgebied’, aldus de minister.

Verder zoekt ze naar alternatieve manieren om rekening te houden met eigen inkomsten van gemeenten. Op dat vlak is volgens de minister ‘wellicht meer differentiatie mogelijk in plaats van de huidige uniforme benadering.’ Dit omdat de omstandigheden waarin gemeenten opereren uiteenlopen.

Aantal kernen
Ook wordt gekeken of de wijze waarop de regionale functie van een aantal gemeenten (die met een centrumfunctie) in de huidige verdeling wordt verwerkt nog wel aansluit bij de huidige praktijk.

In het herijkingsonderzoek belooft de minister eveneens de vraag mee te nemen of er bij de verdeling van het gemeentefonds niet meer rekening moet worden gehouden met de hogere kosten van gemeenten met een groot aantal kernen binnen de gemeentegrenzen.

Reacties: 5

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Wim Vreeswijk / Belastingadviseur
Ze blijven dus voor 70-80% afhankelijk van rijkssteun en kunnen slechts voor 20-30% de eigen broek ophouden. Desalniettemin houd een gemeente als Amsterdam zich vaak niet aan landelijke regelgeving zoals het soebatten over woonruimte met illegale, uitgeprocedeerde krakers.
H. Wiersma / gepens.
Er zou inderdaad meer rekening kunnen worden gehouden met de uitgaven en inkomsten van het voorzieningenniveau. Kijk in dat geval ook naar de achterliggende cijfers en tarieven.
H. Wiersma / gepens.
Een herziening van het gemeentelijk belastingstelsel (waaronder opheffing van de WOZ/OZB) zou hoge urgentie moeten krijgen.
Leo Schagen / bestuurder
Zolang de mogelijke inning van belasting binnen de gemeente nog verder wordt afgebouwd (precario op kabels en leidingen) en de verantwoordelijkheden van gemeente toenemen (Sociaal domein, IBP) zullen gemeenten afhankelijker worden van het Rijk. Dit wordt algemeen erkend maar met dit besluit van de minister weer naar de toekomst geschoven. Zij en haar voorganger beschikken dus beide niet over een consistente visie. Bij Plaskerk kwam dit met het afbouwen van Precario tot uiting. Alles wat door dit soort systemen gaat is een spiegelbeeld van onze footprint. Met 5 tot 10 aanslagen naar de serviceproviders had een gemiddelde gemeente reeds 20% van haar jaar middelen kunnen ophalen. Bij alle inwoners, dus niet alleen bij huiseigenaren. Daarmee zou de hoofdelijke belasting (passend in het goed bijhouden van persoonsgegevens) gestalte hebben kunnen krijgen en duurzaamheid het vertrekpunt zijn geweest. Geen politieke partij die daar op gereageerd heeft en veel kansen met het badwater zijn weggegooid. Gas, water, data, afvalwater en elektriciteit zullen altijd, ook CO2 neutraal, onze footprint blijven bepalen door gebruik te maken van kostbare infrastructuur.

Deze minister kijkt ondanks de klimaat plannen ook niet verder als haar neus lang is. Het is dus nog niet echt doorgedrongen tot het ministerie. Dan is het toch nog windowdressing wat we allemaal zien.
H. Wiersma / gepens.
Het is minder moeilijk dan het lijkt. De omvang van de financiële middelen van een gemeente wordt voor het overgrote gedeelte bepaald via de uitkering uit het Gemeentefonds (trap op, trap af-methode), uit de gemeentelijke belastingen en andere inkomsten (tarieven, onroerend goed e.d.). Daarop moet een gemeente haar financieel beleid afstemmen.

Zou overigens het Rijk (financiën, dienst der domeinen) zelf inmiddels ook gestopt zijn met het heffen van precariorechten voor het leggen van kabels en leidingen in rijksgrond?
Advertentie