Minder geld provincie Utrecht om late jaarrekening

De provincie Utrecht krijgt flink lagere betalingen van het rijk omdat de jaarstukken 2017 niet op tijd zijn opgestuurd. Sinds begin dit jaar ontvangt de provincie 60 procent minder uit het provinciefonds voor een periode van maximaal een half jaar. De opschorting heeft te maken met de problematische Uithoflijn.

Onzekerheden

‘Toen duidelijk werd dat vaststelling van de jaarrekening in 2018 niet meer ging lukken, heeft de minister van Binnenlandse Zaken de voorschotten met ingang van 1 januari 2019 die de provincie Utrecht van het rijk krijgt voor 60 procent opgeschort’, laat de woordvoerder van de verantwoordelijke gedeputeerde Dennis Straat (mobiliteit en financiën, VVD) weten. De provincie ontvangt daarom wekelijks 2,66 miljoen euro minder. ‘Het is moeilijk in te schatten hoe lang het zal duren, omdat de provincie en de accountant over alle onzekerheden overleggen.’

Geen verklaring

Een woordvoerder van Ernst & Young bevestigt dat er nog geen goedkeurende verklaring is afgegeven. ‘Ernst & Young was bezig met de controle en toen werd dat doorkruist door het nieuws over de Uithoflijn. Dat is een van de onderdelen die we nu aan het uitzoeken zijn.’

Provincie als toezichthouder

De provincie maakt een slechte beurt, vindt Maarten Allers, hoogleraar economie van regionale overheden. ‘Het probleem is niet dat er iets is misgegaan. Bij infrastructuur kan dat altijd gebeuren. Maar de verantwoording moet gewoon deugdelijk zijn.’ Volgens Allers is het kwalijk dat dit juist bij een provincie gebeurt omdat die zelf ook toezichthouder zijn. ‘Bij gemeenten is het kort na de decentralisatie van het sociaal domein heel vaak voorgekomen dat een accountant zich onthield van een verklaring. Dat kon je die gemeenten ook niet aanrekenen, die zijn afhankelijk van partners. Maar provincies hebben minder risicotaken en ze zijn zelf toezichthouder. Ze moeten tonen dat ze zich bewust zijn van het belang van goede verantwoording.’

Alsnog geld

Zolang er geen goedkeuring is gegeven krijgt de provincie geen geld van de overheid via het provinciefonds. Volgens de hoogleraar is dat geen acuut probleem. ‘Het gaat bij het provinciefonds om voorschotten en tijdelijk een andere manier van financieren zoeken zal geen probleem zijn. Als het op orde is dan komt dat geld alsnog.’ Allers denkt daarom ook dat werknemers en inwoners er niets van zullen merken.

Melding vermoeden misstand

De jaarrekening is een volgend pijnlijk hoofdstuk in het hoofdpijndossier dat de Uithoflijn is. De accountant van Ernst & Young moest in februari 2018 in de krant lezen dat bij de provincie een ‘melding vermoeden misstand’ was gedaan. De provincie had het zelf onderzocht en had besloten dat er geen sprake was van een misstand, maar de accountant weigert sindsdien het akkoord te geven. In juli, de eerste deadline voor de jaarstukken, moest de provincie al op coulance van de minister rekenen toen bleek dat dat niet gehaald zou worden. De volgende deadline in oktober werd ook niet gehaald.

Besluit opschorting

In een brief uit december van het ministerie van Binnenlandse Zaken aan de provincie wordt de opschorting toegelicht: ‘De mate van de opschorting bedraagt 60 procent. De maximale termijn voor de opschorting voor de opschorting bedraagt 26 weken, waarbij een einde komt aan de opschorting op het moment dat de jaarstukken 2017 plausibel zijn aangeleverd. De betalingen worden hervat in de week nadat deze informatie is verstrekt. Na afloop van de periode van opschorting zult u deze opgeschorte betalingen uit het Provinciefonds, alsnog ontvangen.’