Lichte premiestijging ABP tegen wens VO in

De premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen blijft in 2020 gelijk, maar die voor het arbeidsongeschiktheidspensioen stijgt met 0,4 procent. ABP legt hiermee het advies naast zich neer van het Verantwoordingsorgaan (VO), dat een stevigere stijging van de premie wil om de kosten te dekken.

Steeds duurder

‘Pensioenen worden op basis van de huidige regeling steeds duurder’, schrijft ABP in een persverklaring. ‘Met de huidige pensioenambitie en de verwachting dat de rente nog lang laag blijft, is er vanaf 2021 meer premie nodig om de pensioenen te financieren.’ Het bestuur van ABP en het VO, dat de deelnemers vertegenwoordigt, waren het eens dat in de komende twee jaar stappen gezet moeten worden. Het VO wilde echter komend jaar al een stap zetten.

Verlagingen na 2020

Het besluit van minister Koolmees (Sociale Zaken, D66) om pensioenfondsen een jaar langer tijd te geven verlaagt de kans op pensioenkortingen in 2020 aanzienlijk. Maar voor de jaren daarna blijven ‘vergaande verlagingen dreigen’. ABP dringt er daarom nogmaals op aan dat de sociale partners en het kabinet aan de slag gaan met het uitwerken van het nieuwe pensioenakkoord. ‘Ook daarin kunnen verlagingen plaatsvinden, maar zal pensioen ook eerder verhoogd worden omdat het pensioen meer zal meebewegen met de economie.’

Instroom deelnemers

De stijging van de premie van het arbeidsongeschiktheidspensioen is volgens ABP nodig ‘omdat de kans op arbeidsongeschiktheid met name op hogere leeftijd toeneemt en omdat ABP een hogere instroom verwacht omdat het deelnemers sinds kort proactief wijst op mogelijk recht op arbeidsongeschiktheidspensioen.’