Advertentie
financiën / Nieuws

‘Hoge eisen stellen aan bedrijfsvoering maatschappelijke instellingen’

Nieuw wetenschappelijk instituut van start voor financieel beheer bij overheid en nonprofit sector. Expertise ontbreekt nog te vaak, zegt voorzitter Van Egten.

29 mei 2009

Het Zijlstra Center is een nieuw wetenschappelijk instituut dat de bedrijfsvoering bij overheden en maatschappelijke organisaties wil verbeteren. Volgens voorzitter Caren van Egten is er voldoende werk aan de winkel: ‘De rijksoverheid en het maatschappelijk middenveld hebben een kloof te overbruggen.’

 

Het instituut komt voort uit een in 2002 aan de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam begonnen opleiding voor financieel deskundigen in de publieke en nonprofitsector. Deze opleiding wordt nu uitgebreid met een onderzoekspoot en ondergebracht in het Zijlstra Center. Volgens Van Egten, hoogleraar besturing en beheersing publieke en nonprofitorganisaties, hebben tweehonderd mannen en vrouwen de opleiding sinds 2002 met goed gevolg afgelegd. Ongeveer een op de drie werkt bij de rijksoverheid.

 

De behoefte aan academische vorming en onderzoek op het gebied van control and governance is volgens Van Egten actueler dan ooit. ‘Instellingen krijgen steeds meer financiële zelfstandigheid. Het onderwijs kent lump sum financiering, de rechtspraak heeft te maken met output- financiering, universiteiten zijn eigenaar geworden van hun vastgoed. Tegelijkertijd ontbreekt vaak de expertise om meer bedrijfsmatig te sturen en beheersen.’

 

Aan de andere kant is de kennis bij de rijkoverheid ook niet altijd toereikend, betoogt Van Egten. ‘Instellingen moeten vernieuwen, innoveren. Het Rijk moet daarin mee durven gaan. Als het gaat om de bedrijfsvoering, moet aan beide kanten de bereidheid bestaan om de vereiste expertise te ontwikkelen zodat je elkaar op de juiste manier kan beoordelen. Op dit moment beschikt de overheid niet altijd over gekwalificeerde mensen die de juiste analyse van zo’n organisatie kunnen maken.’

 

Van Egten spreekt over een kloof. ‘Ik zie discrepantie in hoe het Rijk naar het maatschappelijk middenveld kijkt, en hoe het middenveld zichzelf organiseert. Mensen op beleidsfuncties bij departementen zijn niet zozeer geneigd om te redeneren vanuit kosten-batenanalyses en meerjarige perspectieven, terwijl instellingen dit juist wel doen. Dat leidt platweg tot een taalprobleem in financieel- economische zin.’

 

Grenzen trekken

 

In de afgelopen jaren zijn de overheid en maatschappelijke instellingen in de visie van Van Egten onnodig ver uit elkaar gegroeid. De overheid heeft zich volgens haar te weinig verdiept in de ontwikkeling die het middenveld doormaakte. Tegelijkertijd hebben de instellingen dikwijls ‘niet voldoende sensitiviteit’ voor de politiek-bestuurlijke omgeving waarin zij functioneren.

 

Het grote verschil met de private sector is dat corporaties, zorginstellingen en scholen een maatschappelijke opdracht hebben te vervullen. ‘Een privaat bedrijf kan failliet gaan, maar bij een maatschappelijke onderneming kan de overheid dit vaak niet toestaan. Daarom mag de overheid hoge eisen stellen aan de bedrijfsvoering bij zo’n instelling. Er gaat maatschappelijk geld naartoe, daar mag je ook iets voor terug verwachten.’

 

‘Maar tegelijkertijd’, zegt Van Egten, ‘heeft een instelling vrijheid nodig, bijvoorbeeld om te kunnen innoveren. Dit vraagt een goede controle op de processen, een behoorlijke governance bij de instellingen, en een visie van het Rijk op de vraag hoe het wil omgaan met de organisaties. Het is een spanningsveld dat nader onderzoek verdient. Hoe richt je de relatie in tussen de overheid, de politiek, en deze maatschappelijke organisaties?’

 

Symbolisch voor de gegroeide kloof tussen de overheid en het maatschappelijk middenveld, is de veelheid aan incidenten die de afgelopen maanden in de publiciteit is gekomen, met name bij woningcorporaties, maar ook bij bijvoorbeeld ziekenhuizen en de Philadelphia Tehuizen. Toch is er volgens Van Egten geen weg terug.

 

‘Natuurlijk heeft het Rijk het recht in te grijpen om instellingen weer in het spoor te krijgen nadat ze uit de bocht zijn gevlogen. Soms moet je normen en waarden herdefiniëren. Grenzen trekken.’

 

‘Maar ik hoop wel’, besluit Van Egten, ‘dat we de weg voorwaarts blijven vinden, dat we niet terugschieten in behoudzucht en denken dat we alles beter vanuit Den Haag kunnen regelen. Instellingen moeten kunnen wheelen en dealen in hun eigen maatschappelijke constellatie. Vanuit Den Haag kan je niet bedenken welke thuiszorg straks nodig is als de babyboomgeneratie massaal is vergrijst. Dat is aan de instellingen.’

 

Balkenende opent Zijlstra Center

 

Het Zijlstra Center wordt aanstaande donderdag (4 juni) geopend door premier Balkenende. Dit gebeurt tijdens een symposium aan de Vrije Universtiteit (VU) in Amsterdam. Het instituut is genoemd naar wijlen Jelle Zijlstra, minister-president van 1966 tot 1967. Deze ARP-politicus was tevens hoogleraar theoretische economie en openbare financiën aan de VU. Ook was hij minister van Financiën en van Economische Zaken. Later werd Zijlstra, die van 1967 tot 1981 president was van de Nederlandsche Bank, benoemd tot Minister van Staat.

 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

R. Windt / onbetaalde "gezond verstand bevorderaar"
Mensen op beleidsfuncties bij departementen zijn niet zozeer geneigd om te redeneren vanuit kosten-batenanalyses en meerjarige perspectieven, terwijl instellingen dit juist wel doen. Dat leidt platweg tot een taalprobleem in financieel- economische zin.’
Einde citaat.

"Kosten en baten niet volgen" is heel herkenbaar, maar werd altijd ontkent!
Dat instellingen dat wel doen zou ook nog kunnen, maar dan gaat het in de keuzes daarna toch ook mis bij geldkrapte!
Dus "Instellingen moeten kunnen wheelen en dealen in hun eigen maatschappelijke constellatie" veroorzaakt ook in dit postzegelland per regio een heel onduidelijke, onoverzichtelijk, versnipperde, niet aanbodgerichte zorg met veel dure burocratie en een discrepantie tussen beleidslagen en veldwerkers en bezuinigen altijd bij het veldwerk.
Sta versteld dat men e.e.a. NOG niet op die universiteiten in de gaten heeft. Die raadplegen de veldwerkers en doelgroepen ook niet blijkbaar.
Zijlstra past hier als persoonlijkheid totaal niet bij.

Hopelijk gaat men zich ook focussen op de patientenorganisaties en de subsidies daar van de overheid, als het gaat om kosten en baten.
Bijvoorbeeld ADD en ADHD.
Om versnippering te voorkomen moeten nieuwe partijen zich daar melden om de pot te verdelen. Een kind kan dan de gevolgen begrijpen. Geen marktwerking en wel immer financiele zekerheid voor oude patientenvertegenwoordiging, die kapers op de kust buiten de deur kunnen houden,
Dat zal even dynamische resultaten hebben!

Centraal moet juist wel een breed samenhangend plaatje m.b.t. zorg voor de korte en lange termijn worden uitgedacht, met veldwerk en doelgroep erbij vooral!
Regie vanuit zorgcoordinatoren voor elke patient bij elk gezondheidscentrum of huisarts. Die moeten per gemeente en pronvincie en landelijk stuur hebben op het gebodene, in samenspraak met politieke niveau's.
Met zelfde logo's in het hele land graag ook werken.


Advertentie