Advertentie
financiën / Nieuws

Gemeentestatus bezorgt BES-eilanden kater

De bewoners van de Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn armer geworden sinds ze in 2010 officieel gemeenten van Nederland werden.Dat blijkt uit onderzoek van een speciale evaluatiecommissie onder leiding van oud-minister van Binnenlandse Zaken, Liesbeth Spies.

14 oktober 2015

De bewoners van de Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn armer geworden sinds ze in 2010 officieel gemeenten van Nederland werden.

Dat blijkt uit onderzoek van een speciale evaluatiecommissie onder leiding van oud-minister van Binnenlandse Zaken, Liesbeth Spies. Nederland maakt sinds vijf jaar regels en beleid en neemt besluiten die effect hebben op bevolking van de zogeheten BES-eilanden.

Levensstandaard daalt

Nederland heeft volgens de commissie in financiële en personele zin fors in de eilanden geïnvesteerd, maar de resultaten daarvan leveren ‘een gemengd beeld’ op. Positieve resultaten zijn er op het gebied van de gezondheidszorg en het onderwijs. Maar die positieve ontwikkelingen worden volgens de rapporteurs op de eilanden overschaduwd door een breed gevoelde en sinds 2010 steeds verder toegenomen teleurstelling. De levensstandaard blijkt sindsdien namelijk voor veel mensen – ook voor werkenden – gedaald. Bij met name kwetsbare groepen overheerst de zorg om primaire levensbehoeften.

Deels is die verslechtering veroorzaakt door de wereldwijde financiële crisis. Maar er zijn volgens de commissie sterke aanwijzingen dat de overgang naar de status van Nederlandse gemeenten en in het bijzonder de invoering van bepaalde wetten ‘niet hebben bijgedragen aan het welvaartsniveau van de bewoners.’ Het tegendeel zou eerder het geval zijn. ‘Het gaat daarbij niet alleen om de werking van de wetgeving; ook een stabiele en voorspelbare goed functionerende lokale overheid is van groot belang voor het investeringsklimaat en het welvaartsniveau. Ook op het laatste punt zijn er de nodige tekortkomingen te signaleren.’

Vaagheid afspraken

De hooggespannen verwachtingen vergroten het gevoel van teleurstelling. In de aanloop naar de transitie hadden de mensen van de eilanden hoop op een voor hen merkbare verbetering van het lokale bestuur. Regelgeving en beleid kwamen in de situatie van vóór 2010 vooral tot stand onder invloed van de eilanden met de meest omvangrijke bevolkingen: Curaçao en Sint Maarten. De belangen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba in de besluitvorming waren maar zelden duidelijk herkenbaar. De verwachting in 2010 was dat de bevolking het economisch beter zou krijgen door de directe banden met Nederland met een beter functionerende overheid. De realiteit is echter eerder dat een deel van de bevolking het na 2010 economisch slechter heeft gekregen.

Dat de resultaten zijn achtergebleven bij de verwachtingen is volgens de commissie in de hand gewerkt door de vaagheid van de in aanloop naar 2010 gemaakte afspraken. Het misschien wel belangrijkste voorbeeld daarvan is de afspraak dat de voorzieningen zouden komen te liggen op 'een binnen Nederland aanvaardbaar voorzieningenniveau'. Die afspraak is verschillend geïnterpreteerd en vervolgens niet voor alle voorzieningen concreet ingevuld terwijl in de tussentijd de levensstandaard steeds verder verslechterde.

Kwaliteit bestuur

Een andere belangrijke factor die heeft bijgedragen aan de achterblijvende resultaten is volgens de commissie de kwetsbaarheid van het lokale bestuur. Door de kleine schaal en de beperkte aanwezige capaciteit blijkt het moeilijk om de kwaliteit van het bestuur en de daarmee samenhangende ambtelijke organisatie duurzaam te waarborgen. ‘De situatie is te zeer afhankelijk van de inzet en kwaliteit van individuele personen’, aldus het rapport. In die zin zijn er maar beperkte mogelijkheden om op de eilanden toereikende 'checks and balances' te creëren.

Cliëntelisme

Het functioneren van het lokaal bestuur kan verder niet los worden gezien van de omstandigheden in de samenleving als geheel. Relatief veel inwoners hebben moeite om het hoofd boven water te houden. ‘Zij voelen zich afhankelijk en hebben hun hoop gevestigd op politici die hen een betere toekomst beloven. Deze omstandigheden zijn een voedingsbodem voor cliëntelisme en normvervaging’, aldus de commissie. ‘Doorbreking van dat patroon is alleen mogelijk indien gewerkt wordt aan een duurzame economische ontwikkeling en verbetering van de leefomstandigheden. Goed onderwijs is in dat verband eveneens een essentiële voorwaarde. Op termijn kunnen inwoners daardoor zelfstandiger dan thans hun keuzes maken. Een belangrijk effect daarvan zal ook zijn dat zij van hun politici vergen dat zij goed geïnformeerd worden en dat publiekelijk verantwoording wordt afgelegd over het lokaal gevoerde beleid.’

Reacties: 5

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Kaas !
als ze hun heil verwachten van de overheid kunnen ze lang wachten..
E.Doeve / jurid. beleid. medew ro
Welaan Kamer, als het rapport zo luidt: stel uw vragen in relatie tot uw eerdere "instemming"

Welaan Centrale Overheid: acteer !
H. Wiersma / sr. beleidsadviseur (gepens.)
Zonder voldoende beschikbare werkgelegenheid en goed onderwijs blijft het een schip van bijleggen.
Els Boers, Krachtig Lokaal Bestuur / adviseur, auteur
In het rapport wordt terecht een vergelijking gemaakt met kleine gemeenten, de overeenkomsten zijn er wel degelijk. Verder blijft het raar dat de eilandbesturen ieder apart moeten reageren op wetgeving vanuit Den Haag. Vergelijk dat met een kleine gemeente die geacht wordt te beoordelen wat een wet voor hun inwoners betekent.

Het rapport geeft een goed beeld hoe de situatie is ontstaan en legt de vinger op de zere plekken. Nu nog gedragsverandering aan beide kanten want anders gaat het nooit echt wat worden. Vanuit Den Haag vooral het serieus nemen van hun taak om te zorgen dat de BES bewoners als Nederlanders worden beschouwd met vooral die rechten en niet alleen de verplichtingen.

Vanuit wat er wel allemaal mogelijk is benaderen in plaats van vooral controle. Regels zijn een middel en geen doel, wat nu nog wel teveel de insteek is.

Pas in ieder geval de WolBES aan door de verplichte BES rekenkamer te veranderen in ieder eiland mag zijn eigen rekenkamerfunctie hebben, met zonodig raadsleden. Een minuscuul voorbeeld maar wel tekenend voor hoe de insteek zou behoren te zijn.
Freek van Oosten
De datum 10-10-10 was heilig. Niet alleen vanwege de symboliek van de getallen, het was ook de laatste stuiptrekking van het kabinet Balkenende IV dat 4 dagen later definitief stopte met regeren.



Al na een paar jaar blijkt dat er broddelwerk is geleverd.



De toenmalige verantwoordelijke bewindspersoon zal het allemaal niet deren. Zij zit nu prinsheerlijk op de CdK-stoel in Overijssel.
Advertentie