Advertentie
financiën / Nieuws

Enggeestig nationalisme in open wereld

Mijn opa begon begin vorige eeuw met één zak meel een bakkerij die uitgroeide tot een bedrijf met vijftig winkels, honderdvijftig broodkarren en zeshonderd werknemers. Dankzij de kokosmakronen en God - let op de volgorde - had hij het ver mogen brengen, zei hij op zijn sterfbed.

10 juli 2009

Reeds de tweede generatie (directeuren brood, banket, export, winkels en beschuit, ze moesten toch wat) verpatsten rond 1970 de tent, inclusief de laatst overgebleven directeur, voor nog geen vijf miljoen aan meelgigant Meneba, die op zijn beurt al gauw werd opgekocht door Australiërs, vervolgens in handen kwam van Oostenrijkers, Italianen en Britten, en nu Amerikaans is.

 

Wegens vererving kon ik er mijn eerste huis van kopen, voor pakweg vierduizend euro. Het exemplarische voor het verhaal van Tamminga zit hierin dat ook toen al hebzucht de drijfveer was van blind verkopen wat op zich goed was. Zeker, de noodzaak tot schaalvergroting diende zich al wel aan: supermarkten slokten de winsten op van speciaal(brood)zaken en aan-huisbezorging. Dat gold voor schillen-, vodden-, melk-, groenten- en broodboer. Dat de warme bakker er later bij gedijde is een ander verhaal.

 

Oranjegevoel

 

Menno Tamminga (1957), redacteur van NRC Handelsblad, maakt zich zorgen over de uitverkoop van Nederland. Hij doelt daarmee op het steeds hogere tempo waarmee Nederlandse bedrijven in handen vallen van buitenlandse hedgefondsen en private equity-financiers. Dat zijn, voor gewone mensen, geldwolven die met zo min mogelijk risico in zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk winst willen maken. Ik hoop maar dat ik het zo goed zeg, want de auteur legt het nauwelijks uit.

 

Tamminga’s betoog is niet al te consistent. Zijn rode draad is dat het Nederlands bedrijfsleven zichzelf uitverkoopt aan buitenlandse ondernemingen en daarmee het Oranjegevoel verkwanselt. Maar de meeste deskundigen die hij erover spreekt, zitten daar niet mee. Nederland heeft altijd open grenzen gehad en daar zelf meer van geprofiteerd dan omgekeerd de buitenlanden van Nederland profiteerden.

 

Dat doen ze nu dan wel, maar Nederland heeft nog steeds zelf meer in het buitenland geïnvesteerd dan het buitenland hier: slechts één procent van de Nederlandse bedrijven is in buitenlandse handen. Dit neemt echter niet weg dat alleen al tussen 2005 en 2008 het aantal werknemers in Nederland dat voor buitenlandse eigenaren werkt bijna verdubbelde. Want het gaat wel, steeds vaker, om grote ondernemingen.

 

ABN Amro, de energiebedrijven Nuon en Essent, uitgever PCM maken Tamminga’s boek extra actueel. De hoofdoorzaak ziet Tamminga in de graaicultuur van bestuurders, commissarissen en aandeelhouders: lekker cashen en laat de boeren maar dorsen. Het voelt aan als een omissie dat Tamminga hoegenaamd geen verband legt tussen zijn thema en de lopende recessie.

 

De belangrijkste vraag die Tamminga opwerpt, is of de overheid niet een strikter toeziende rol had moeten spelen bij al deze overnames. Hij vindt van wel, vooral waar het de infrastructuur en voor het algemeen nut werkende bedrijven betreft. Maar ook voor bedrijven die Nederland wereldwijd naamsbekendheid geven. Daarbij wijst hij ook op de beschermende constructies die in tal van buitenlanden gelden.

 

Tamminga pleit in de eerste plaats voor een nationaal investeringsfonds, bijvoorbeeld gefinancierd uit de gasreserves, dat Nederlandse bedrijven de kans geeft zich verder te ontwikkelen zonder dat daar buitenlands geld voor nodig is. Op zich is er niets op tegen te waarschuwen voor een verslappende ondernemersgeest. Maar Tamminga legt daarbij wel een bijwijle enggeestig nationalisme aan de dag.

 

Zo hamert hij op het belang van een blijvend kweken van een Oranjegevoel, waar de VOC-mentaliteit ‘ons’ blijkbaar ontschoten is. Vrijwel de enige partij die hij daarbij aan zijn zijde weet is de SP. De Socialistische Partij, jawel. En vervolgens spoort hij het Nederlands bedrijfsleven aan weer te gaan doen wat hij de buitenlanders verwijt: flink over de grenzen investeren.

 

Isolationisme

 

Het lijkt dapper dat Tamminga, bijna als eenling, te hoop loopt tegen Hoe een ondernemend land geveild werd, zoals de ondertitel luidt. Dit temeer omdat internationalisering onafwendbaar blijkt te zijn, al jaren, Europeanisering voorop. Zo gezien lijkt zijn pleidooi een achterhaalde vorm van isolationisme. Internationaal meespelen betekent aanvaarden van internationaal samengestelde raden van bestuur en commissarissen.

 

Waar te winnen valt, ook voor de werkgelegenheid, is het naar Nederland halen van zoveel mogelijk hoofdkantoren. Daar is Tamminga voorstander van, dat dan weer wel. ’s Lands invloedrijkste man - althans volgens de Volkskrant -, Alexander Rinnooy Kan, concludeert in zijn boekbespreking van De uitverkoop van Nederland in NRC Handelsblad van 19 juni dat de Nederlandse politiek extreme aarzelingen kent om in dit alles een regierol te nemen.

 

Die twijfel heeft ongetwijfeld ook te maken met onze traditie van openheid en internationalisme, aldus de voorzitter van de Sociaal-Economische Raad (SER): ‘Voor een land met een fijne neus voor aanbiedinkjes en kansjes is dat een traditie om ondanks alles te blijven koesteren. Net als de traditie trouwens van een regelmatige uitverkoop.’ Waarmee hij Tamminga fijntjes wegzet als de Hansje Brinkers van de vaderlandse economie. En wie zijn wij om daaraan iets toe of af te doen?

 

Maurits Schmidt is freelance journalist

 

Menno Tamminga, De uitverkoop van Nederland. Hoe een ondernemend land geveild wordt, Prometheus/NRC Handelsblad Amsterdam/Rotterdam 2009, 269 pagina’s, ISBN 9789044612585, €. 19,95.

 

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

M. Dijkman
Ik denk dat Tamminga het gevoel wat er leeft in NL goed weergeeft.
Welk goeds heeft privatisering NL gebracht? De nederlander ziet alleen maar zijn kosten stijgen: zorg, energie etc etc
Kwaliteit holt achteruit en het ergste is dat de nederlander dmv de gekozen regering steeds minder invloed heeft op belangrijke zaken zoals energie. Simpel omdat het 'verkocht' is.
Dat doen ze in Rusland, China of Amerika echt niet als het gaat om bv energie. Gewoon omdat het ook van belang is op geopolitiek.

Daarnaast is het boek van Makkinga helemaal geen pleidooi voor isolationisme.
Maar realisme. 30 jaar geleden was er ook sprake van internationalisering en ging het goed.

En volgens Schmidt 'zitten de deskundigen' er niet mee (zijn het niet eens met Makkinga). Tja, voor wie pleit dat?
Dezelfde deskundigen die niet voorzagen dat we in een ongelofelijke bubbel leven (huizen, financiële bubbel) die op knappen stond. Dezelfde experts die de crisis niet zagen aankomen?
Er waren wel deskundigen. Zij hebben ons ook jaren gewaarschuwd voor de troep waarin we nu verkeren. Maar deze mensen werden gemarginaliseerd door de media. Mensen zoals bv Willem Middelkoop.
Ongelofelijk dat mensen zoals Schmidt nog steeds een pleidooi houden voor dat zelfde rotte systeem.
Er komt echt nog meer financiële ellende aan en de klap zal straks groter zijn.
Alleen maar omdat er in opinieland (en onder beleidsmakers) een blinde vlek is om problemen echt aan te pakken.
Waarom wordt de financiële sector met miljarden steun (geld van de samenleving!) niet verder bemoeilijkt? Waarom geen (tijdelijk) verbod op bonussen?
Nee, niks van dat alles. Maar van ambtenaren wel eisen dat ze met hun al sobere salaris op de nullijn gaan zitten.
Dat is het werkelijke probleem in NL.

Tot de volgende crash....
Advertentie