Advertentie
financiën / Nieuws

De regels zijn goed, de keuzes deugen niet

Overheden die het schip in zijn gegaan met IJslandse banken claimen ten onrechte dat ze niets verkeerds hebben gedaan, vindt Arco van de Ven. ‘Je moet als overheid zelf de risico’s afwegen en je niet achter de regels verschuilen.’

07 november 2008

Nu decentrale overheden een kwart miljard euro dreigen kwijt te raken bij failliete IJslandse en Amerikaanse banken, is er discussie ontstaan over de wet Fido, die vastlegt hoe decentrale overheden met hun geld moeten omgaan. Volgens Fido hebben de beleggende overheden niets verkeerd gedaan, dus Fido deugt niet, luidt de impliciete conclusie. Maar daarmee is kersvers hoogleraar administratieve organisatie Arco van de Ven het oneens. Van de Ven sprak afgelopen woensdag zijn oratie uit aan de Universiteit van Tilburg.

 

‘De roep om nieuwe regels is een verkeerde ontwikkeling’, vindt Van de Ven. ‘De regels zoals vastgelegd in Fido bepalen de grenzen. Daarbinnen heb je als overheid je eigen managementverantwoordelijkheid. Er zit een heel verschil tussen een A-rating van een IJslandse bank of een AAA-rating van de Rabobank. Als je aan risicobeheersing doet, maak je tussen die twee een bewuste keuze. Hogere rente betekent dan meer risico. De politiek moet vervolgens bepalen of dat risico aanvaardbaar is, maar niet achteraf roepen dat de regels niet goed zijn. De discussie moet gaan over de kwaliteit van het management, niet over de kwaliteit van de regels.’ Van de Ven vindt dat bedrijven en instellingen te veel blindvaren op gestandaardiseerde regels en procedures. Dat leidt tot foutieve beslissingen en daarmee een verminderd vertrouwen in bedrijf of instelling.

 

Schijnzekerheid

 

De Tilburgse hoogleraar is voorstander van afschaffing van regels die schijnzekerheid bieden, zoals de zogenoemde in control-verklaringen die bijvoorbeeld ministeries afgeven, maar die ook deel uitmaken van de code-Tabaksblat in het bedrijfsleven. ‘Met zo’n verklaring geeft een instantie aan zich aan de regels te houden, maar over de inhoud van die regels wordt vervolgens niet meer nagedacht. De regels worden zo de grens van wat aanvaardbaar is; de uitvoering van het beleid wordt daarna aan een specialist overgelaten die binnen die grenzen moet blijven. Zoals dat bij veel overheden met beleggingen is gegaan, waar de treasurer zelf beslissingen mocht nemen, als hij zich maar aan Fido en het eigen treasurystatuut hield. Met zo’n werkwijze versluier je het risico dat je als organisatie loopt.’

 

Rigide regels

 

Een mooi voorbeeld hoe rigide regels een eigen leven gaan leiden, vindt Van de Ven de situatie in Noord- Holland, dat in het eigen treasurystatuut had opgenomen dat er niet meer dan 100 miljoen bij één bank mocht staan. ‘Dat lijkt een prima regel. Maar als de keuze gaat tussen meer dan 100 miljoen bij een solide bank of geld spreiden over kleine buitenlandse banken, moet je opnieuw een afweging maken. Je moet niet denken dat je het risico hebt afgedekt met regels. Ik vind dat de bestuurders de verantwoordelijkheid moeten nemen voor de keuzes die worden gemaakt en zich niet achter regels moeten verschuilen.’ Noord-Holland raakte ruim 98 miljoen euro kwijt.

 

Van de Ven vreest dat het debacle met de tegoeden bij IJslandse en Amerikaanse failliete banken tot nieuwe regelgeving zal leiden, die een herhaling van problemen niet kan voorkomen. ‘Natuurlijk heb je centrale wetten en regels nodig waar iedereen zich aan moet houden, maar aanscherping van de regels is niet de oplossing. Je ziet bij overheid en bedrijfsleven dat in toenemende mate allerlei abstracte regels het beleid gaan bepalen. Neem die ratings van banken, dat zijn volstrekt abstracte begrippen. Als niemand weet wat daarachter schuilgaat, moet je je misschien helemaal niet met dat soort zaken inlaten. Zet je geld bij een solide bank. Sowieso kun je natuurlijk afvragen waarom sommige overheden op eigen houtje gaan beleggen, terwijl landelijk gezien de overheid een schuldpositie heeft.’

 

Hypotheken

 

Van de Ven is zelf afkomstig uit de financiële wereld. Hij was betrokken bij de start van de eerste subprimehypotheekbank in Nederland: ELQ , een onderdeel van Lehman Brothers. ELQ verstrekte leningen aan mensen die elders moeilijk aan een hypotheek konden komen. Juist problemen met dit soort subprime-hypotheken in de Verenigde Staten hebben de kredietcrisis in gang gezet doordat mensen met te dure hypotheken hun schuld niet kunnen aflossen. ‘Ik heb totaal geen spijt van ELQ. Je hebt namelijk ook goede subprime-hypotheken. In de VS ging het mis omdat tussenpersonen meer verdienden naarmate ze meer en duurdere hypotheken verkochten. Wij gaven onze tussenpersonen ook bonussen, maar alleen als ze kwalitatief goede hypotheken afsloten; het ging niet om de hoogte van het bedrag, maar of de klant de juiste hypotheek kreeg, die hij ook kon terugbetalen. Dat is een heel andere insteek.’

 

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie