Coronasteun Overijssel vooral in EU-cofinanciering

Geld dat de provincie Overijssel sinds 2020 beschikbaar stelt voor corona-steunmaatregelen gaat met name zitten in bijdragen aan Europese subsidieprojecten. Een derde van de in totaal 89 miljoen euro krijgt die bestemming.

Dat blijkt uit de speciaal ontwikkelde Coronarekening van de Rekenkamer Oost-Nederland. Die bevat gegevens over de financiële maatregelen zoals subsidies en opdrachten die de provincie heeft genomen om de gevolgen van corona te verzachten en het in stand houden van een basis voor herstel – de zogenoemde provinciale aanpak Covid-19.

Bedrijven
Het geld dat Provinciale Staten ter beschikking stelden voor de Overijsselse aanpak coronacrisis, wordt met name gestoken in de regionale economie. Buurprovincie Gelderland, waarvoor de rekenkamer eenzelfde Coronarekening ontwikkelde, pompte het vooral in de cultuursector. Waar Gelderland relatief het meeste geld richting gemeenten liet vloeien, zijn het in Overijssel vooral bedrijven die provinciale steun krijgen. Zij zijn met 35 miljoen euro de grootontvangers. Ter vergelijking: er gaat krap 1,5 miljoen euro richting gemeenten.

Langere periode
Veel van het beschikbaar gestelde geld, zo blijkt uit de Coronameter, moet overigens nog wel worden besteed. Met name voor Europese cofinanciering en regionale economie bestrijkt het een langere periode – voor EU-cofinanciering zelfs tot 2027.

Grotere steden
In de grotere steden van Overijssel – Enschede, Zwolle en Deventer – komt in absolute zin de meeste provinciale subsidie terecht. Dat betreft zowel het aantal subsidies als om het totale subsidiebedrag. Een verklaring is volgens de Rekenkamer Oost-Nederland dat daar meer potentiële aanvragers zitten.