Advertentie
sociaal / Column

De eisende burger?

Lees ik een willekeurige beleidsnotitie over de decentralisaties, een onderbouwing om de Kanteling te maken, of een artikel over de onhoudbaarheid van de verzorgingsstaat en vroeger of later komt ie om de hoek kijken: de eisende burger.

25 oktober 2013

Lees ik een willekeurige beleidsnotitie over de decentralisaties, een onderbouwing om de Kanteling te maken, of een artikel over de onhoudbaarheid van de verzorgingsstaat en vroeger of later komt ie om de hoek kijken: de eisende burger.

De burger die er voetstoots van uitgaat dat bij het minste of geringste probleem de overheid op de stoep staat om bij te springen. De burger die liever dure professionals op laat draven in plaats van zelf de handen uit de mouwen te steken. De burger die lui achterover ligt in de hangmatten van de verzorgingsstaat en briesend en tierend overeind komt als het allemaal een tandje minder wordt. Zeg nou zelf, met deze burger moeten we korte metten maken.
 

Kent u deze burger? Bent u het zelf, is het uw buurman, zijn het uw ouders, of uw neefjes en nichtjes? Of zijn ze geconcentreerd in bepaalde wijken die we dan voor het gemak krachtwijken zijn gaan noemen? Zijn die eisende burgers echte mensen van vlees en bloed of  hebben we een papieren werkelijkheid geschapen? 
 

Natuurlijk, in ieder systeem zijn er free-riders, die uit zijn op optimalisatie, die zijn er altijd en overal in iedere samenleving. De deskundigen schatten hun aantal op 3-10 procent. Ook in deze zaal  zal dat percentage niet anders zijn.
 

Er is iets aan de hand met de retoriek rondom de eisende burger. In troonrede zegt de koning het zo: “in deze tijd willen mensen weer eigen keuzes maken, weer hun leven zelf inrichten en voor elkaar zorgen.” Daar gaat een wereld van suggestie achter schuil. Alsof de verzorgingsstaat de mensen de totale verantwoordelijkheid ontnomen heeft, en dat niet alleen, maar ook de lust, de wil en het vermogen om voor zichzelf en elkaar te zorgen.
 

In werkelijkheid zorgen vele mensen gewoon voor zichzelf en elkaar en is de verzorgingsstaat vooral opgetuigd om de noden te lenigen van hen die dat niet kunnen.  Zoekende mensen. Vragende mensen. Kwetsbare mensen.
 

De verhalen over mensen die vastlopen in de mazen van de verzorgingsstaat zijn legio.  Ik volsta te vermelden dat het gros van de nieuwe beroepen in zorg en welzijn niet gericht is op het rechtstreeks helpen van mensen, maar hen ondersteunen in hun lange mars langs  instituties, indicatiecommissies en niet op elkaar aansluitende ketens,  Van deze complexiteit kunnen we toch onmogelijk de burger zelf  de schuld geven.
 

Dat er ook vele niet-eisende burgers zijn, blijkt uit

  • de talloze projecten die gemeenten opgetuigd hebben om het zogenaamde niet-gebruik van voorzieningen en armoedemaatregelen te voorkomen
  • De pogingen zorgmijders actief  op te sporen.
  • De waaier aan projecten om isolement bij ouderen en anderen te  signaleren en te voorkomen.
  • De vele strategieën om loketten zo dicht mogelijk bij burgers te organiseren.
     

Kennelijk is er  een reden om mensen aan te sporen juist wel gebruik te maken van de verzorgingsstaat. En die reden is gelegen in de kwetsbaarheid van veel mensen, hun nood. En ook in de aanstormende participatiesamenleving zullen deze burgers helaas blijven bestaan en ondersteuning behoeven. En zullen anderen, die wellicht over meer sociaal kapitaal beschikken een stap terug moeten doen, en soms ook een stapje extra.
 

De komende veranderingen vragen wel degelijk om echte keuzes: wie helpen wij wel en wie niet meer. Keuzes maken vraagt om daadkracht, maar zeker ook om subtiliteit. En wat ik nu zie gebeuren is verre van subtiel. De uitspraak in de troonrede doet de suggestie alsof de burger vooral zelf de schuld.  En dat soort denken  kom ik voortdurend  tegen. Ik lees veel, erg veel visienotities van gemeenten over de transitie. En de nekharen gaan me vaak recht overeind staan. Spierballentaal en dwingelandij. Vermanende en wijzende vingers. Het moeten is niet van de lucht. En het woordje weer speelt een verrassend grote rol. Enkele citaten:  

  • Als inwoner heb je niet alleen de verantwoordelijkheid om in je eigen onderhoud te voorzien, maar ook om voor je naasten te zorgen en je vrijwillig voor de samenleving in te zetten
  • Vrijwillige inzet moet worden gemobiliseerd. (let op de oorlogstaal)
  • De buurt moet een steunzool van kwetsbaren zijn, die je niet voelt maar wel werkt.
  • We gaan gezinnen weer aanspreken op hun verantwoordelijkheden. 
  • Burgers  moeten weer voor hun ouders en kinderen gaan zorgen.
  • Buurtbewoners moeten de verantwoordelijk voor hun eigen leefomgeving weer op zich nemen


Er wordt een enorme pakket aan eisen bij de burger neergelegd. En nauwelijks de hand in eigen boezem gestoken. Het beeld dat boven drijft is dat van de eisende gemeente die de burger wel eens even een lesje zal leren. Een gemeente die zich schijnbaar terugtrekt, maar niet nadat ze eerst haarfijn heeft uitgelegd wat de anderen moeten doen.
 

En dat heeft een averechts effect. Kijk maar naar de heftige reacties op de troonrede. Hoewel het woord participatiesamenleving maar twee keer is uitgesproken,  riep het een ongekende felle tegenreactie op uit alle lagen van politiek en samenleving. De dagen na Prinsjesdag weerklonk een luid burgerlijk “als 't zo moet, amme-hoela, dan gaan we dat dus niet doen!”  Want veranderen leg je niet op, dat doe je samen.
 

Tekst uitgesproken door Marjet van Houten, senior adviseur participatie bij MOVISIE, tijdens het debat Burgerkracht: de rol van gemeenten bij het stimuleren van zelfsturing in het sociale domein op 24 oktober 2013 in Driebergen.

Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Jeroen Heuvel / loco-griffier
In direct antwoord op Marjet's eerste vraag: ja. Ik ken die burgers. Mensen die zich bewust onttrekken aan zorg en verantwoordelijkheid voor naasten of anderen in de samenleving. Mensen die er van uit gaan dat de staat er primair voor hun is. Dat allereerst aan hun "eisen" moet worden voldaan voordat ze bereid zijn verder te kijken (en vaak niet bereid om vervolgens daar ook iets mee te doen, want de hele incentive is weg natuurlijk...). Die mensen zie ik dagelijks om mij heen, in mijn werk, in mijn sportvereniging, in mijn kennissenkring, in mijn familie zelfs. Nee, ze komen niet uit één specifieke bevolkingslaag. Ja, het zijn mensen die liever klagen dan opbouwen.



En toch.....toch heeft Marjet gelijk als ze aankaart dat de retoriek niet klopt. Want met de huidige retoriek wordt ruimschoots tekort gedaan aan de Nederlandse samenleving. Is die retoriek zelfs beledigend voor de actieven en lachen de bewust niet-actieven in hun vuistje.



Waarom? Allereerst: de centrale overheid schuift taken en verantwoordelijkheden af op de gemeenten als ‘decentralisaties’ en die schuiven het zoveel mogelijk af op de zelfredzaamheid en participatie van de burger, gedwongen door een gebrek aan geld voor de uitvoering. Natuurlijk, schaarste leidt tot vernieuwing van gedachten en herijking van waarden. Maar de meeste beleidsdocumenten doen het voorkomen alsof niemand meer geeft om een ander, alsof er geen miljarden aan waarde in het vrijwilligerswerk wordt gedaan, alsof alle moeite die de actieven doen gewoon onvoldoende is. Als actieveling die het niet altijd makkelijk heeft (fulltime arbeider, alleenstaande co-ouder na een scheiding, dikke schuld na verliesgevend huisverkoop, als enige van drie kinderen mantelzorger voor mijn alleenstaande moeder en al jaren bestuurslid van een sportvereniging) ervaar ik dit soort retoriek als stuitend. Hoezo nóg meer participeren? Zorg liever dat wij niet overbelast raken!



Ten tweede: klagers bestaan. Ik ken ze. En u waarschijnlijk ook. Die groep is echter veel groter dan de freeriders. En de groep niet-freeridende klagers (volgt u het nog?) is niet homogeen. Aan de ene kant heb je de mensen die het moeilijk vinden te wennen aan het feit dat in het Nederland slechter gaat dan we gewend zijn. Die hebben tijd nodig om te zien, te beseffen en te leren dat het anders kan en zij onderdeel zijn van de oplossing. Die mensen spreek je niet aan met ‘moeten’ en ‘weer’ maar die maak je duidelijk, overtuig je, stimuleer je en daag je uit. Waarom lukt het ‘Geer & Goor’ wél (2000 extra vrijwilligers voor het Nationaal Ouderenfonds in 1 week tijd)? Juist: de juiste retoriek…

En aan de andere kant heb je de mensen die niet actief zijn omdat ze al overbelast zijn. Ze hebben moeite om rond te komen, het gezin draait niet lekker, problemen stapelen zich op, ze voelen zich maatschappelijk, sociaal en financieel steeds meer in een hoek gedrukt. Allemaal gevolg van crisis en beleid. Deze mensen hebben niets aan ‘moeten’ en ‘weer’. Die zijn pas ‘weer’ aanspreekbaar als ze weer wat licht in de tunnel zien. En het mooie is: deze groep is door ervaring vaak juist extra bereid wat te doen, voor zover ze dat onder normalere omstandigheden al niet waren.



Tot slot: overal wordt gesproken over het activeren van mensen, maar niet over het afdwingen van mensen die het verdommen om te participeren. Freeriders bestaan, maar daarom hoef je het nog niet te belonen door ze buiten schot te laten! Voor die groep past juist weer wél de retoriek van ‘moeten’ en ‘weer’. We hebben dus met zijn allen de juiste visies geschreven voor de verkeerde doelgroep. Nu nog de bijpassende maatregelen… Toch maar in de leer bij ‘Goor&Geer’?
Martin / ZZP
Vele decennia worden wij om de oren geslagen met "individualisme". Vrij vertaald: ikke, ikke, ikke, en de rest kan stikke. En nu moet plotseling het roer weer om en moeten we weer terug naar 100 jaar geleden. Een voor allen en allen voor een. Het spijt me jongens, maar dat gaat niet meer gebeuren. Een enkeling daargelaten.

Waar ik zelf grote problemen mee heb, is het afschaffen van noodzakelijke voorzieningen die NU NOG betaalbaar zijn voor iedereen, maar straks alleen nog voor een select gezelschap. Enkele voorbeelden. De sociale huurwoning wordt "geliberaliseerd". Dat betekent dat je de marktprijs moet betalen. Een flatje met 2 slaapkamers kost al gauw 900 euro per maand in de vrije markt. Wij geven 87 miljard uit aan zorgkosten. 13.500.000 mensen betalen premie. Reken maar uit . Alleen al de kostprijs van een ziektekostenverzekering is 555 euro per persoon per maand. En daar moet nog een vette winst voor de verzekeraar bijgeteld worden. Eventjes optellen: 900 euro huur + 2 x 555 euro ziektekosten = 2010 euro. met 2 minimum lonen verdien je 2200 euro. Kijk, en DAT vertellen Mark, Diederik, Sybrand, Geert, Alexander en de rest er niet bij. Dus IK hou het voorlopig op de sociale verzorgingsstaat (SP), die vele decennia prima werkte.
Ingrid
Op Facebook zag ik het eerste gedeelte van dit stuk, dit is wat door me heen schoor en ik daar plaatste... Ik ken zulke 'eisende'burgers eigenlijk niet... wel burgers die hulp nodig hebben en bij de overheid steeds vaker voor een gesloten deur staan. De overheid die haar taak daarin steeds meer lijkt te negeren / te vergeten word een mythe geschapen om andere burgers te overtuigen van de 'noodzaak' van een terugtrekkende overheid die wilt dat je het allemaal zelf maar uitzoekt en daar het woordje 'participatie'samenleving aan geeft. Zo worden hele groepen in de samenleving gestigmatiseerd om anderen te overtuigen waarom er bepaalde asociale maatregelen genomen zouden moeten worden...
Anke Siegers / partner / adviseur sociale en transitie vraagstukken
Huren of kopen?



Lange tijd zijn we als maatschappij bezig geweest een verzorgingsstaat op te tuigen. Voor degenen die in deze systeemwereld zaten was het prettig dat zij de regie hadden over wat er nodig was voor de burger. In rap tempo werden er allerlei projecten en initiatieven uit de grond gestampt om na te denken over wat de burger nodig had en daarvoor oplossingen te bedenken.

Sterker nog; de behoeftige burger moest worden gevonden. De onzichtbare hulpeloze, de zorgmijder. Ook daarvoor bedachten we trajecten en vangnetten. Maar met al deze regie kwam ook verantwoordelijkheid. En al die ondersteuning kost ook veel geld.

Nu willen we heel graag weer dat de burger de verantwoordelijkheid overneemt. Naar elkaar omkijkt en actief meehelpt.

Het lastige is: Niemand wil verantwoordelijkheid hebben voor iets waar hij zich geen eigenaar van voelt. Wij willen niet de perkjes van de gemeente schoffelen zolang we niet mogen bepalen of er gras of roosjes in staan. Wij willen niet voor onze buurvrouw zorgen op basis van een plan, bedacht door de hulpverlening en gevraagd worden haar ’s morgens haar steunkousen aan te trekken. We willen best van alles doen, maar pas wanneer we daar zelf de noodzaak van inzien en we zelf mogen bedenken wat we willen doen ,als en wanneer we dat willen.



Het is als het verschil tussen huren en kopen. Mensen die een huis huren van een woningbouwvereniging, verwachten dat de klusjesman van de woningbouw hun helpt met van alles en nog wat. De woningbouw is tenslotte de eigenaar en mag ook overal over beslissen. Deze moet dan ook de problemen oplossen als deze zich voordoen.

Wanneer mensen zelf een huis bezitten zijn de rollen ineens anders. Het fijne van een eigen huis is, is dat je zelf mag bepalen (uiteraard binnen de wettelijke kaders) wat je ermee doet. Je bent eigenaar, je hebt de regie en bent van daaruit ook verantwoordelijk. Op het moment dat huurders, huiseigenaren worden, nemen ze graag die verantwoordelijkheid erbij. Ze knappen hele huizen op, zorgen voor het schilderwerk en verzorgen hun tuin. Het is dan ook niet het soort mensen dat huurt dat dit gedrag veroorzaakt, het is het huren zelf. Het niet eigenaar zijn van de woning zorgt voor dit afhankelijke en ‘claimende’ gedrag.

Dat is precies wat we vergeten wanneer het over de wel/niet participerende burger gaat. De staat wil heel graag alle verantwoordelijkheid bij de burgers leggen. Maar tegelijk wil deze niet de regie uit handen geven. De burgers moeten wel huurders van de staat blijven, maar tegelijk hun eigen huis verzorgen. Dat gaat dus niet.

De projecten waarbij de burgers werkelijk de eigenaarschap en regie over hun eigen situatie gaan ervaren blijken daarom ook succesvoller dan projecten waar plannen worden gemaakt door professionals en waar gezocht wordt naar de uitvoerende burger.



Willen we dat de burger actief wordt? Dan zullen we de burger de ruimte moeten geven

om te besluiten over zaken. Of dit nu gaat over jeugdzorg, wijkprojecten of onderwijs. Investeren in eigenaarschap, zodat alle mensen die betrokken zijn, samen kunnen besluiten wat er nodig is om de situatie te verbeteren heeft de toekomst. Professionals moeten leren niet meer te besluiten, maar juist de besluitvorming van groepen van betrokkenen te begeleiden. Verantwoordelijkheid volgt op regie.



Advertentie