Advertentie
digitaal / Nieuws

Vergaderen in coronatijd hindert vooral oppositie

Er is enige gewenning als het gaat om digitaal vergaderen, maar raadsleden, Statenleden en algemeen bestuursleden voelen zich gehinderd in hun taken. Dat blijkt uit een nieuwe evaluatie van het vergaderen tijdens de coronacrisis. Voor gemeenten geldt dat raadsleden van oppositiefracties meer last hebben dan coalitieraadsleden. En er zou mogelijk een ‘gebrek aan respect’ zijn bij besturen.

17 juli 2020
Digitale-frustratie-2-shutterstock-580093309.jpg

Er is enige gewenning als het gaat om digitaal vergaderen, maar raadsleden, Statenleden en algemeen bestuursleden voelen zich gehinderd in hun taken. Dat blijkt uit een nieuwe evaluatie van het vergaderen tijdens de coronacrisis. Voor gemeenten geldt dat raadsleden van oppositiefracties meer last hebben dan coalitieraadsleden. En er zou mogelijk een ‘gebrek aan respect’ zijn bij besturen.

Beduidend lastiger

‘Vastgesteld kan worden dat het voor een deel van de decentrale volksvertegenwoordigers

beduidend lastiger is geweest om hun werk de afgelopen maanden goed te kunnen doen’, is een van de conclusies uit de tweede evaluatie van de wet over digitaal vergaderen die op 9 april van kracht werd vanwege de coronacrisis. Ook in de eerste evaluatie werd geconstateerd dat het werkt maar niet ideaal is, maar nu is er meer zicht op de effecten.

Minder contact

Voor elk van hun drie rollen benoemen de respondenten waar ze het meeste last van hebben gehad. Vooral het gemis van contacten buiten de deur hindert de volksvertegenwoordige rol en de verminderde mogelijkheden tot gesprek en debat met het bestuur en de collega’s hinderen de kaderstellende en controlerende rol.

Gebrek aan respect

Hierbij waarschuwen ze om hier niet te snel het digitaal vergaderen de schuld van te geven, omdat dat waarschijnlijk niet de belangrijkste oorzaak is van de beperkingen. ‘De manier waarop de volksvertegenwoordigers in veel gemeenten en provincies zijn betrokken bij de besluitvorming over steunmaatregelen met budgettaire consequenties wijst eerder op een gebrek aan respect van de bestuurders voor het primaat van de volksvertegenwoordiging, ook tijdens een crisis.’

Minder goede volksvertegenwoordiging

Op de vraag of de Statenleden, raadsleden en Algemeen Bestuursleden de rol als volksvertegenwoordigers even goed kunnen vervullen in de periode van digitaal vergaderen is het antwoord duidelijk néé: 54 procent van de algemeen bestuursleden, 64 procent van de raadsleden en zelfs 71 procent van de Statenleden geven aan dat ze deze rol minder goed konden vervullen.

Bron: Tweede rapportage Evaluatiecommissie tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming

Controle raad

Oppositieleden in de gemeenteraad zijn een stuk negatiever dan hun collega’s van de coalitiefracties over hoe het controleren van het college de afgelopen maanden is gegaan. 54 procent van de oppositie geeft aan dat deze taak in de periode van digitaal vergaderen minder goed ging dan daarvoor, terwijl 58 procent van de coalitie juist vindt dat het even goed ging.

Bron: Tweede rapportage Evaluatiecommissie tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming

Redenen

Het beeld bij de kaderstellende taak is hetzelfde als bij de controlerende en de belangrijkste redenen die genoemd worden voor het minder goed kunnen vervullen van deze rollen zijn hetzelfde: minder gesprek en debat met het bestuur, en minder gesprek en debat met de collega-volksvertegenwoordigers.

Reacties: 1

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Mariëlla van Wijnen Heijs / raadslid
Tevens werden raadsleden buitenspel gezet omdat een meerderheid van de raad fysiek wilde vergaderen terwijl er van diezelfde raad mensen op advies van medici niet fysiek konden vergaderen i.v.m. Immuniteits problematiek.

De solidariteit onder de raadsleden om dan digitaal te vergaderen ontbrak.

De fysieke aanwezigheid gecombineerd met digitale aanwezigheid is wettelijk niet toegestaan.

Hier valt nog wel een mogelijkheid om iets wettelijk te regelen.

Advertentie