Van Nieuwenhuizen: 'We mogen de drone niet missen'

Chemische complexen inspecteren, hoge bruggen onderhouden, gaslekken controleren - minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat, VVD) voorziet dat over een paar jaar drones op veel innovatievere manieren kunnen worden ingezet. ‘Het gaat hard de komende jaren’, verwacht de minister, die dinsdagochtend sprak tijdens de Amsterdam Drone Week.

Drones in Europa

‘Je moet zorgen dat je erbij bent. We mogen de boot niet missen. Of de drone’, vertelde Van Nieuwenhuizen aan vertegenwoordigers van de drone-industrie uit 70 landen. De Europese Unie heeft volgens het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de ambitie om tot een gezamenlijke Europese markt voor drones te komen: ‘De Europese regels houden enerzijds rekening met de risico’s van dronegebruik en bieden anderzijds meer ruimte voor innovaties.’

Uitdagingen

Nederland testte volgens Van Nieuwenhuizen al drones die medicijnen van het vasteland naar het Waddeneiland Schiermonnikoog brachten. 'Eén vlucht ging goed, de andere niet.' Drones kunnen volgens het ministerie helpen bij het bezorgen van medicijnen, bloedmonsters voor ziekenhuizen, maar ook bij dijkbewaking of verkeersmanagement. Rijkswaterstaat probeert met de Drone Challenge de markt tot praktische toepassingen te brengen, zoals de inzet van drones voor dijkinspecties. De resultaten worden binnenkort bekendgemaakt.

Gedrag en veiligheid

Wanneer Nederland zover is, kan Van Nieuwenhuizen niet zeggen. In bijvoorbeeld Amsterdam, Rotterdam en Eindhoven is het helemaal verboden om met drones te vliegen. De minister geeft echter voorrang aan veiligheid en privacybescherming. Voor de feestdagen begint bijvoorbeeld een voorlichtingscampagne op sociale media, bij evenementen en online droneverkooppunten om dronevliegers te wijzen op voorschriften. Op de website van de rijksoverheid zijn de huidige regels te vinden. Begin augustus meldde Binnenlands Bestuur dat Van Nieuwenhuizen wel wat ziet in een gedragscode voor dronegebruik. Zij zou dit onder de aandacht brengen van het Interprovinciaal Overleg.