Planning BGT wacht nog op financiële onderbouwing

De Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) die de komende jaren op de agenda van overheden staat, moet gefaseerd worden ingevoerd, stelt de VNG. Meer helderheid over de financiering is nodig.

Eenduidig

De BGT standaardiseert en stroomlijnt de vastlegging en het gebruik van topografische gegevens (gebouwen, wegen, water, spoorlijnen, dijken en groengebieden) die momenteel nog op verschillende plekken zijn ondergebracht, zoals de regionale en lokale ‘grootschalige basiskaarten’ (de GBKN en de GBK’s) en softwarepakketten. In ieder geval zullen gemeenten, Rijkswaterstaat, ProRail, waterschappen, provincies en drie ministeries zullen als bronhouders aansluiten op de centrale landelijke voorziening (LV) BGT.

Kosten

Bijvoorbeeld beheerders van openbare ruimten of  stadsvernieuwingsplanners kunnen baat hebben bij de eenduidige opslag van topografische gegevens, heeft een maatschappelijke kosten/batenanalyse in opdracht van het ministerie van IenM al uitgewezen. Maar een landelijk sluitend overizicht van kosten en dekking is er nog niet, stelt de VNG. Die pleit daarom voor een voorzichtige, gefaseerde aanpak, waarbij er pas op 1 januari een BGT is die kwalitatief ten minste vergelijkbaar is met de huidige grootschalige kaarten. Op 1 januari 2017 gaat dan het verplicht gebruik van de BGT voor alle overheden in.

Rekenmodel

De VNG wil van het ministerie van IenM eerst een actueel kosten/dekking-overzicht van de overgang en van het beheer en zal op basis daarvan een rekenmodel opstellen voor de financiering. De genoemde kosten/baten analyse gaat overigens uit van een snelle terugverdientijd van de totale investering van 55 á 60 miljoen euro. Tussen 2018 en 2021 zouden die kosten al maatschappelijk terugverdiend zijn. Dan moet wel het gebruik van de BGT al in 2013 van start gaan.