Advertentie
digitaal / Nieuws

'Pas beleid aan op opkomst digitale platforms'

De overheid moet ondernemers stimuleren om nieuwe digitale platformen zoals Airbnb of Uber te starten in Nederland, maar moet daarbij wel gevolgen voor bestaande markten monitoren en haar beleid erop actualiseren. Dat adviseert het Rathenau Instituut.

17 oktober 2014

Digitale platforms als woningverhuursite Airbnb en particuliere taxidienst Uber zetten bestaande markten op hun kop en dwingen overheden tot interventie. Onderzoekers van het Rathenau Instituut adviseren de overheid haar beleid te actualiseren.

Kracht van platformen
Wat kan een gemeente doen tegen gevolgen van een internationale dienst als verhuur site Airbnb, waardoor gewone woonwijken te maken krijgen met (overlast van) toeristen? En hoe om te gaan met te denken van taxidienst Uber die in verschillende Europese steden al is verboden? Het Rathenau analyseert deze innovatiestrategieën in verschillende domeinen in haar rapport “De kracht van platformen”.

Kansen en bedreigingen
De onderzoekers verwachten dat in de komende jaren vrijwel alle sectoren van de economie en maatschappij te maken krijgen met de invloed van platformen. Deze platformen kunnen zorgen voor een stormachtige versnelling van innovatieprocessen. Nieuwe bedrijfstakken en een nieuwe werkverdeling ontstaan, waarbij zelfstandigen, overheden, kleine en grote bedrijven gezamenlijk diensten en producten ontwikkelen. Keerzijde is dat economische en maatschappelijke belangen in het gedrang komen. Gesloten platforms kunnen de toegang belemmeren voor anderen en consumenten te maken krijgen met hoge overstapdrempels als zij veel producten en diensten afnemen van een aanbieder die niet uitwisselbaar zijn met andere aanbieders.

Stimuleer ondernemers
De overheid moet haar beleid afstemmen op de opkomst van deze platformen door ondernemers te ondersteunen en te stimuleren voorop te lopen bij de ontwikkeling van nieuwe platformen. Ook moet zij het mededingingsbeleid vernieuwen om ongewenste monopolies te voorkomen en overstapdrempels voorkomen. Verder moet de overheid publieke belangen borgen bij platformen die het karakter krijgen van een publiek goed, bijvoorbeeld door het stellen van aanvullende eisen aan gebruiksvoorwaarden, stabiliteit van de infrastructuur en toegankelijkheid. Bij de regulering van platformen kan zij daarbij leren van de regulering van internettoegang, telefoonaansluitingen en netneutraliteit.

Snelle ontwikkelingen
Volgens directeur Jan Staman van het Rathenau Instituut moeten overheden enorm wennen aan deze platformen. ‘Deze grote vernieuwingen hebben soms het karakter van een aardbeving en dat wilden we wel eens in kaart brengen.’ Vooral de snelheid van de ontwikkelingen is belangrijk, vindt hij. Daarbij zijn ze niet topografisch gelokaliseerd. ‘Ze zijn in hoge mate virtueel. Hun core business overstijgt het lokale, regionale en nationale. Het neemt allerlei dimensies aan. Het kan leiden tot geweldige verdienmodellen voor kleine ondernemers, maar ook tot grote monopolisten. Bestaande marktverhoudingen worden op slag veranderd en gevestigde posities verstoord. En overheden hebben ook belangen, bijvoorbeeld bij de taxi’s. Daar hebben zij een zakelijk belang, de ontwikkelingen raken de regelgeving en het beleidsperspectief. Vraag is hoe zij zich daartoe verhouden en hoe ze dit willen reguleren.’

Beetje wildwest
De platformen zorgen voor een belastingprobleem, waardoor de overheid alle regelsystemen en huidige marktordeningssystemen opnieuw moet doordenken. ‘Dat geldt ook voor veiligheidsvoorzieningen bij Airbnb-woningen. Voor deze pseudo-ondernemers is het nu ook onduidelijk wat ze van de overheid kunnen verwachten. Het is een beetje wildwest.’ De platformen zijn ook weer te jong om al  grote uitspraken over te doen. ‘Het beleid is een beetje “trial and error”. Voor de fiscus en de sociale diensten zijn nog werelden te ontdekken. Ik vind dit ook terrein voor de VNG. Zeg tegen deze platformen dat ze moeten zorgen dat hun zaken op orde zijn en anders ga je in de weg staan.’


NIet kapotreguleren
Maar Staman vindt niet dat de overheid de platformen moet “kapotreguleren”. ‘Maak deze initiatieven niet kapot met regelgeving en reageer niet met overkill. Daarvoor zijn ze te waardevol. De overheid moet ontwikkelingen als Uber niet ontkennen. Als je het wel kapotreguleert en andere landen staat het wel toe, dan zet je jezelf op achterstand. Laat die first offenders jouw land kiezen.’ Als voorbeeld noemt Staman het systeem “noppes”, een ruileconomie waarin mensen elkaar betalen met de virtuele munteenheid “noppes”. ‘Als je jaarlijks minder dan 3000 noppes omzet, belast de fiscus die niet.’ Het is volgens Staman niet erg als de overheid achter de feiten aanloopt. ‘Het ergste is als de overheid te vroeg reageert. Het beste is om het even aan te zien en alleen te reguleren bij heftige emoties. De overheid heeft de tijd, als de inspecties het maar opmerken.’

Op 11 december organiseert het Rathenau Instituut in Den Haag een symposium over platformen.

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie