Open data: meer politieke dan ambtelijke steun

De ambtelijke steun voor het verschijnsel open data is duidelijk kleiner dan de politieke steun. Dat blijkt uit een onderzoek van de Universiteit Utrecht en de NSOB naar de percepties rond open data, van mensen die op dit gebied actief zijn.

De enthousiastelingen die er in veel overheidsorganisaties zijn, krijgen wel steun, maar die komt eerder van de politieke dan van de ambtelijke leiding, blijkt uit het onder 136 leden van het Kennisnetwerk Open Data uitgevoerde onderzoek. "Mij was niet zo duidelijk dat de respondenten de ambtelijke steun als beperkend zagen", zegt onderzoeker Albert Meijer, hoogleraar aan het departement Bestuurs- en Organisatiewetenschap (USBO) van de Universiteit Utrecht. "Ook het grote verschil in aantallen ter beschikking gestelde datasets verraste mij." Organisaties blijken ofwel veel, ofwel weinig datasets ter beschikking te stellen.

Niet de burger
Minder verrassend in het voor BZK uitgevoerde onderzoek zijn de constateringen dat de toegankelijke ontsluiting van open data een punt van aandacht is en dat de burger in de praktijk niet als de meest waarschijnlijke gebruikersgroep wordt gezien. Grote verschillen tussen de overheden ziet Meijer niet. "We zien wel dat provincies wat meer drivers zien voor open data en gemeenten wat meer barrières."

Betere voorbeelden
Als er van het onderzoek een boodschap moet uitgaan, is het volgens Meijer de volgende: "Er moet een sterkere inkleuring plaatsvinden van het antwoord op de vraag wáárom open data nou eigenlijk van belang zijn. Er is een technisch verhaal en een wat breder verhaal over positieve effecten. Maar het aantal echte succesverhalen is nog beperkt. De business case blijft daardoor lastig en dus blijft het moeilijk de ambtelijke leiding mee te krijgen." Meijer zou bijvoorbeeld graag voorbeelden zien over hóe open data dan hebben bijgedragen aan bijvoorbeeld het veiligheidsbeleid of de duurzaamheid.