Informatievoorziening Wmo moet voor 2015 beter

De informatieuitwisseling in het Wmo-domein moet een stuk beter, wil de overheveling van AWBZ-taken naar de Wmo in 2015 door gemeenten goed uitgevoerd kunnen worden. Dat stelt KING in een verkenning naar deze materie.

Geen standaard
De decentralisatie van AWBZ-taken leidt tot een toename van samenwerkingspartners, aanvragers, leveranciers en producten. Maar de informatievoorziening in het WMO-domein is op dit moment al verouderd en versnipperd, stelt KING in haar 'Verkenning van de ICT-gevolgen van de Wmo voor Gemeenten'. Er wordt informatie uitgewisseld op papier, via e-mail en andere elektronische berichten, en er is geen standaard voor berichtenuitwisseling.

Integraliteit
Binnen de nieuwe Wmo in 2015 zal het fundamentele proces niet wijzigen, maar er zal wel meer informatie nodig zijn, die met meer partijen moet worden gedeeld. Daarbij komt ook nog eens dat vanuit het adagium 'één gezin, één plan, één regisseur' meer moet worden samengewerkt en met meer partijen informatie uitgewisseld. Dat zal binnen gemeenten zijn, maar ook tussen gemeenten, met zorgverzekeraars en -aanbieders, met aanbieders van MO-voorzieningen, met de SVB en met het CIZ en het CAK. Die integraliteit - die ook het onderwerp is van het ondersteuningsprogramma VISD - is niet haalbaar als zelfs binnen de Wmo-activiteiten geen 'integraal klantbeeld' bestaat.

Hetzelfde verhaal
Goede informatievoorziening is randvoorwaardelijk, concludeert KING in de verkenning. 'Een verbetering van het WMO-proces kan worden bereikt door het optimaliseren van de informatie-uitwisseling. Een goede informatievoorziening is randvoorwaardelijk om afstemming en samenwerking tussen partijen effectief en efficiënt vorm te geven. Voor burgers betekent het ontbreken van een goede informatievoorziening het risico op meerdere malen hetzelfde verhaal moeten vertellen, lange doorlooptijden en fouten.'