eID biedt één 'sleutel' voor overheid en bedrijfsleven

Met één ‘digitale sleutel’ belastingaangifte doen én online winkelen. Het kan vanaf 2015 met het nieuwe eID-stelsel, waarin DigiD gewoon een plekje krijgt, inclusief een extra zekere ‘DigiD-kaart’.

Standaardisatie
eID is meer een stelsel van standaardisatieafspraken dan een nieuw systeem, blijkt uit de brief die minister Plasterk (BZK) - mede namens minister Kamp (EZ) - aan de Kamer heeft gestuurd. Die standaardisatie is nodig om een belangrijk doel van eID te realiseren: het gebruik van één identificatiemiddel voor zowel overheidstaken als diverse private kanalen, zoals webwinkels, notarissen en verzekeraars.

Uitdijende sleutelbos
Publieke en vooral private organisaties werken nu veelal met eigen oplossingen voor online identificatie, die niet uitwisselbaar zijn. De burger raakt opgezadeld met een uitdijende sleutelbos van gebruikersnamen en wachtwoorden en breekt zich het hoofd over het beheren daarvan. Daarnaast is er voor veel transacties een hoger beveiligingsniveau nodig dan waar het huidige DigiD voor is ontwikkeld. Ook is DigiD kwestbaar voor storingen en DDos-aanvallen, zo is het afgelopen jaar gebleken. 

Vier aspecten
eID verandert dat. De overheid (of het bedrijf) geeft daarin het beveiligingsniveau aan en de gebruiker kiest het identificatiemiddel. Dat kan er één zijn, maar ook een paar, voor verschillende gebieden. Dat middel dient aan de afspraken te voldoen op vier aspecten: het vaststellen van de identiteit (met een ‘pseudo-identificatienummer’ dat steeds verandert), het bewijzen dat de gebruiker bevoegd is bepaalde diensten of producten af te nemen, een machtiging voor derden, en een manier om een ‘wilsuiting’ aan te geven (ondertekenen met juridische betekenis). Een bijkomend voordeel van eID is het online kunnen controleren van de leeftijd voor bijvoorbeeld de online verkoop van leeftijdsgebonden producten, zoals alcohol.

Geen migratieproject
De huidige DigiD zal naadloos in het nieuwe stelsel passen en het op bedrijven gerichte eHerkenning ligt zelfs aan de basis van het eID-stelsel. eHerkenning is al in zowel de publieke en de private sector te gebruiken. Voor de overheden die DigiD en eHerkenning aanbieden zal het stelsel geen migratieproject vormen, afgezien van aanpassingen voor het inzetten van de DigiD-kaart als identificatiemiddel.

Toezichthouder
Het kabinet streeft naar een werkend stelsel in 2015. De borging van de privacy, de keuze van een toezichthouder en de financiële aspecten van het eID-stelsel en de DigiD-kaart zijn nog zaken die opgelost moeten worden alvorens over beide een definitief besluit kan worden genomen door het Kabinet.