Hoe de burger het klimaat zal redden
De klimaatverandering is een kolossale uitdaging die we samen het hoofd moeten bieden. Daarvoor werden al enkele maatregelen genomen, maar om echt vooruitgang te kunnen boeken, moeten we inwoners actief betrekken.
In 2019 zag het Klimaatakkoord het levenslicht. Dankzij dit akkoord verbinden we ons ertoe de CO2-uitstoot voor 2030 met de helft te verminderen, en zorgt het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie voor regionale ondersteuning in de overstap naar duurzame energie. Maar voelen Nederlanders zich wel vertegenwoordigd door het kabinet dat deze beslissingen uitdraagt? Zoals de De Correspondent beschrijft: ‘Veel mensen herkennen zich niet in politici en in de besluiten die zij nemen. Als het om cruciale thema’s gaat, (...), lukt het de politiek niet om echte knopen door te hakken.’ Om de klimaatverandering écht aan te pakken, moeten we burgers dus meekrijgen. Dat soort participatie kan op verschillende manieren gebeuren.
We associëren lokale overheden vaak met lokaal beleid. Mobiliteit en verkeer, openbare ruimtes en parken, behuizing… Maar stads- en gemeenteraden kunnen ook een belangrijke rol spelen in het aanpakken van allesomvattende, internationale problemen, zoals de klimaatverandering. Echte vooruitgang begint namelijk op kleinere schaal, in onze gemeenschappen en buurten.
Lokale overheden zijn al volop aan het experimenteren met burgerraadpleging, onder andere in context van de Omgevingsvisie en energietransitie. Voor kleine gemeenten is dit een stevige uitdaging, maar het is ook een goede zaak. Participatie stimuleert het vertrouwen tussen burgers en hun gemeente, zorgt voor legitiemere besluitvorming, en versterkt het gevoel van welzijn binnen de gemeenschap. En bovendien hebben burgers vaak ook gewoon goede ideeën om hun buurt beter te maken. Burgerinitiatieven, bijvoorbeeld, zorgen ervoor dat er nieuwe oplossingen worden aangereikt en relevante prioriteiten worden gesteld. Dat zien we onder meer in Schagen en Amstelveen gebeuren.
In landen als Ierland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk wordt al volop een beroep gedaan op participatie om de klimaatverandering tegen te gaan, en dat in de vorm van een burgerberaad. We spreken van een burgerberaad wanneer een groep gelote burgers zich over een bepaald onderwerp buigt om uiteindelijk een advies te formuleren voor besluitmakers. Deze groep representeert de bredere samenleving op vlak van leeftijd, gender, opleiding, etniciteit en andere sociaal-demografische factoren, en de adviezen benaderen dan ook vaak de echte publieke opinie.
In Nederland komen steeds meer stemmen op die een burgerberaad beschouwen als “dé manier om polarisatie over klimaatbeleid tegen te gaan en de democratie te versterken.” Een vereniging van verschillende klimaatgroepen en -initiatieven stelde zelfs een manifest op dat de regering oproept een burgerberaad te organiseren. Bovendien wordt momenteel onderzocht welke rol een burgerberaad kan spelen in de aanbouw van wind- en zonneparken.
In de lente van 2019 kwamen jongeren over de hele wereld de straat op om snelle, efficiënte klimaatactie te eisen. Europese hoofdsteden werden wakker geschud door wekelijkse marsen van deze klimaatspijbelaars. De persaandacht en het momentum van de beweging bleef groeien, en evenredig daarmee groeide de behoefte aan een manier om alle ideeën te centraliseren. Youth For Climate België lanceerde daarom een online participatieplatform waarop burgers hun voorstellen voor het klimaat konden delen. In minder dan drie maanden deelden gebruikers meer dan 1700 ideeën en 2600 reacties. Deze ideeën werden gebundeld in 15 burgerprioriteiten die aan het parlement zullen worden overgedragen.
Er moet razendsnel geschakeld worden om ons land duurzamer en groener te maken. En dat kan lukken, maar daarvoor moet iedereen meedenken—vooral de burger.
Nelise Doornenbal en Ilona Lodewijckx, Citizenlab
Reactie op dit bericht