‘Zero tolerance tegen nepotisme’
Regelgeving alleen kan nepotisme niet voorkomen. Het vergt ook een verandering in de sociale houding en administratieve cultuur. Die omslag in denken moet richting zero tolerance gaan, aldus burgemeester Wilma Delissen van de gemeente Peel en Maas in haar rol als rapporteur good governance voor het Congres van Lokale en Regionale overheden van de Raad van Europa.
Nepotisme kan niet alleen worden voorkomen door regelgeving, maar vergt ook een verandering in de sociale houding en administratieve cultuur. Die omslag in denken moet richting zero tolerance gaan, aldus burgemeester Wilma Delissen van de gemeente Peel en Maas in haar rol als rapporteur good governance voor het Congres van Lokale en Regionale overheden van de Raad van Europa.
Uw rapport werd vrijwel unaniem aangenomen door de 47 lidstaten. Hoe kwam u tot het rapport?
‘Het congres gaat over lokale en regionale overheden en een aantal onderwerpen komt daar vaak op de agenda. Het gaat om verschillende culturele aspecten die spelen bij het aannemen van personeel en het waarborgen van integriteit bij overheden en politieke organen. In mijn rapport gaat het over nepotisme, het bevoordelen van familie of goede vrienden door hen bijvoorbeeld een baan aan te bieden, en wat dit betekent voor recruitment. De Raad van Europa is opgericht om te praten over lokale democratie en het waarborgen van het vertrouwen in politici. Het blijkt dat niet iedereen dezelfde normen en waarden hanteert.’
Wat gaat er vaak mis?
‘Nepotisme, elkaar baantjes toespelen, heeft een link met het vertrouwen in de politiek. Dat speelt met name in de landen die erom bekend staan. Die heb ik niet met naam genoemd. Het is bijzonder dat we dit met elkaar kunnen bespreken. Een aanbeveling is dat iedereen het meeneemt en we het onderwerp bespreekbaar maken.’
Hoe is het met nepotisme gesteld in Nederland?
‘Hier is het vanzelfsprekend dat niet de hele familie in een organisatie zit, maar in heel veel landen is dat niet zo. In de aanbevelingen geef ik voorbeelden van hoe je de toolkit in het eigen beleid een plek kunt geven. Het gaat om transparante procedures die voor iedereen helder zijn, ook voor managers. Het gaat om eerlijkheid en helderheid bij sollicitaties, zodat iedereen evenveel kans maakt. Leg die principes in beleid vast. Zorg dat anonimiteit bij sollicitaties is gegarandeerd, integer management hoort daarbij. In het openbaar bestuur betekent dit dat een bestuurder zich niet bemoeit met de aanname en selectie van personeel. In Nederland gebeurt dat niet, maar in andere landen wel. In landen met een gekozen burgemeester kiest deze zijn eigen personeel, er zijn natuurlijk ook culturele verschillen. Je moet uitzoeken welke mensen er komen werken. Zijn ze gescreend? Zijn er inderdaad geen familieleden? We merken dat burgers tegen dit soort praktijken in opstand komen.’
U pleit voor zero tolerance tegen belangenverstrengeling. Wat betekent dat eigenlijk?
‘Het blijft mensenwerk, maar in mijn aanbevelingen schrijf ik dat het niet zo kan zijn dat mensen worden benadeeld omdat ze niet tot jouw achterban behoren. Je moet integer management hebben, belangenverstrengeling voorkomen. In Nederland zie je ook bij burgemeestersprocedures dat het op straat komt te liggen wie de kandidaten zijn. Goed, dat heeft niet te maken met nepotisme of met belangenverstrengeling, maar het is wel van belang dat die sollicitaties vertrouwelijk zijn en dat de anonimiteit is gewaarborgd.’
De Raad van Europa was onlangs kritisch op het Nederlandse integriteitsbeleid. Nederland heeft geen duidelijke en samenhangende integriteitsstrategie. De aandacht voor integriteit binnen de overheid lijkt op centraal niveau te zijn afgenomen net als de capaciteit voor integriteitsbevordering. Sluit dit aan op uw bevindingen?
‘Dat rapport ken ik zelf niet. Nederland is een van de weinige landen in Europa die hier stappen in hebben gemaakt. Er is een duidelijke scheiding tussen het beleid van managers in organisaties. Leiderschap is nodig om dat bespreekbaar te maken. Je moet zelf het morele voorbeeld zijn en een integer aannamebeleid hebben bij regionale en provinciale overheden. Maar als er verbeteringen mogelijk zijn, dan moet je die niet uit de weg gaan.’
Gaat u nu verder met dit onderwerp?
‘Dit is afgerond. Ik heb wel gekeken wat het volgende rapport zou kunnen zijn: hoe verhoudt je je als provinciale overheid ten opzichte van het platteland. Meer mensen wonen in de stad en minder op het platteland. Hoe kunnen we dat leefbaar houden en wat betekent dit voor de lokale overheid en de democratie? Een dergelijk rapport moet je wel gegund worden. Als je kijkt naar de grote landen, zoals Rusland en Turkijke, dan speelt deze problematiek daar meer, maar ook in Finland en Frankrijk. Nederland is een stadsland. Je kunt bijna niet spreken van platteland. Maar het is wel interessant om over te praten: wat betekent het voor lokale democratie dat alle middelen naar de steden gaan? Wat betekent dat voor het platteland? Daar is ook rust en ruimte, voor het ontvluchten van de stad. Je kunt je meer daarop concentreren om het ook leefbaar te houden in de stad.’
Boter op het hoofd.
“Die omslag in denken moet richting zero tolerance gaan”
Laten we eens beginnen in Nederland, een incest circuit van families, die werken voor gemeenten en overheid. Onzin? Breng het maar eens in kaart, dat wordt schrikken. Ellende is, het dekt elkaar ook nog eens.