Wethouder Kaptan van Delfzijl stapt op na beschuldigingen
Wethouder Mahmut Kaptan stapt op nadat hij via een anonieme brief ervan is beschuldigd 154 duizend euro in zijn slagerij te hebben gestoken, terwijk het geld voor de Turkse vereniging bedoeld was.
Wethouder Mahmut Kaptan (CDA) van Delfzijl is afgetreden. Zijn positie was niet langer houdbaar na beschuldigingen dat hij ruim 150.000 euro van de Turkse vereniging Atatürk in zijn halalslagerij zou hebben gestoken. Dat heeft fractievoorzitter Gert Brouwer van het CDA in de Groningse havenplaats vrijdag bekendgemaakt.
Beschuldiging vanuit Turkse gemeenschap
De beschuldigingen waren geuit in een brief van ,,bezorgde burgers van Delfzijl behorend tot de Turkse gemeenschap''. Kaptan was jarenlang voorzitter van de vereniging.
Tegen de wethouder liep kort geleden nog een gemeentelijk integriteitsonderzoek na beschuldigingen van belangenverstrengeling. Daarvan werd hij 2 weken geleden vrijgepleit.
'Naar eer en geweten gehandeld'
Kaptan constateert ,,dat er aanhoudende twijfel is over zijn geloofwaardigheid'', aldus het college van B en W in een verklaring. ,,Daardoor is zijn positie in het geding gekomen.'' Kaptan houdt vol dat hij naar eer en geweten heeft gehandeld.
Op grote schaal wordt er in Nederland misbruik gemaakt van de rechten die bestuurders zijn toegekend. Echter, vanwege een chronisch gebrek aan dualisme openbaart zich dit nauwelijks. Daarnaast is het zo dat de politieke cultuur zelf beschermend opereert. In ieder geval binnen partij en coalitie. Misstanden worden hierdoor bewust genegeerd. Zelfs binnen de wetgeving is het min of meer een tendens om politici het voordeel van de twijfel te geven. Tal van voorbeelden geven dit aan.
Het is goed wanneer een corrupte politici zo nu en dan door de mand valt, maar het systeem zal hierdoor niet worden opgeschoond.