'Voetbal zwaarder dan burgemeestersketting'

De Graafschap speelt vanavond in de play-offs tegen Almere City. Zondagmiddag is de return in Doetinchem. Als de superboeren als winnaar uit de bus komen, promoveren ze naar de eredivisie. Oud-burgemeester van Bunnik en sinds begin dit seizoen algemeen-directeur van de Achterhoekse club Hans Martijn Ostendorp beleeft de tijd van zijn leven. ‘Ik ben heel blij dat ik de overstap heb gemaakt’.

Iedereen hoteldebotel in Doetinchem?

‘Wij zijn nuchtere Achterhoekers, hè? Maar de spanning neemt wel toe. De mensen zijn ongelofelijk enthousiast op en rond de club. Het is een beetje wonderlijk, een leuk gekkenhuis.’

U noemde uw overgang van Bunnik naar De Graafschap vorig jaar een droomtransfer.

‘Je probeert een inschatting te maken van wat je gaat overkomen. Hoe gaan je baan en je leven eruitzien? Het grootste deel van wat ik voor ogen had, is wel zo’n beetje uitgekomen. Maar ik moet heel eerlijk zeggen: ik dacht dat ik als burgemeester een drukke baan had, maar dit gaat er een paar slagen overheen. Maar het is heel erg mooi. Ik ben heel blij dat ik de overstap heb gemaakt. Over een paar maanden verhuizen we naar Doetinchem. Ik hoor erbij.’

Het burgemeesterschap was een goede leerschool?

‘Mijn politiek-bestuurlijke ervaring helpt mij, niet alleen in de contacten met gemeenten om de voetbalclub sociaal-maatschappelijk in de Achterhoek te verankeren. Er zitten ook veel elementen van het burgemeesterschap in de wijze waarop ik het algemeen-directeurschap van De Graafschap invul. De voetbalwereld is heel opportunistisch. Ik probeer daar wat rust in te brengen. Je probeert mensen met elkaar te verbinden, je luistert en geeft mensen erkenning. Dat is burgemeesterswerk: hoe verbind je vraagstukken en mensen met elkaar. De Graafschap zocht een burgemeester van de club, en die, zeggen ze, hebben ze gevonden. Ik word nog best vaak gekscherend aangesproken met burgemeester, maar ook wel omdat mensen het mooi vinden.’

De burgemeester staat toch op afstand.

‘De magie van het burgemeesterschap houdt mensen inderdaad op afstand. Ik probeerde als burgemeester heel dicht bij de inwoners te zijn, maar het directeurschap van De Graafschap is veel directer. Een voetbalclub raakt mensen meer dan een gemeente. De Graafschap is een prachtige volksclub en iedereen vindt wat. En dat vertellen ze je ook. Daar moet je niet alleen tegen kunnen, je moet het ook leuk vinden. De betrokkenheid van supporters, maar ook van sponsoren en aandeelhouders, is oneindig veel groter dan de betrokkenheid met een gemeente. Natuurlijk, men moppert op de gemeente, maar niemand heeft slapeloze nachten van de emotie over een gemeente. Maar als De Graafschap verliest, of, zoals nu, als we kunnen promoveren, dan hebben mensen echt slapeloze nachten.’

Want we zouden het bijna vergeten: vanavond tegen Almere City.

‘Ik ga proberen mijn zenuwen onder controle te houden vanavond en zondagmiddag. We spelen eerst uit; dat is een voordeel. Dat hadden we afgelopen week tegen Telstar ook. Uit verloren we. Met een volle Vijverberg kunnen we thuis echt wel wat extra’s brengen. Dat maakt wat los bij de spelers hoor.’

Met de burgemeester al de eventuele feestelijkheden doorgenomen?

‘We kunnen niet op zondag zeggen: hoe gaan we dat nou met die huldiging doen? Je moet je wel voorbereiden, maar als ik daarmee bezig ben dan denk ik ook: wat ben je nou aan het doen? Dat is toch de goden verzoeken? Je wilt ook niet arrogant overkomen. Maar we hebben prima contacten met burgemeester Mark Boumans. Dat komt wel goed. Ik sprak hem vanochtend nog.’

Moet De Graafschap willen promoveren? Dan kunnen de superboeren volgend seizoen degradatievoetbal spelen.

‘Je wilt sportief toch het hoogste niveau bereiken? Daarnaast levert de eredivisie heel veel financieel voordeel ten opzichte van de eerste divisie. De verdeling van mediagelden is echt anders, sponsoren komen net wat gemakkelijker, de stoelen in het stadion worden net wat beter gevuld. Los van het sportieve element, is het financieel-economisch heel belangrijk dat je eens in de zoveel jaar eredivisie speelt. Maar we gaan niet met geld smijten om in de eredivisie te kunnen blijven; als we daarin komen. We moeten nuchter blijven. Het zit niet in mijn karakter om gekke dingen te doen. Ik ga niet mee in het opportunisme. Maar we moeten eerst winnen, en Almere is echt goed. Het mooie is: wat er ook gebeurt, het publiek laat de club nooit vallen, nooit. Dat gevoel van saamhorigheid is net zo bijzonder als promotie zou zijn.’