Verzoening keihard nodig in politiek Ermelo

De schuld van de politieke crisis in Ermelo ligt niet (louter) bij de burgemeester. Hij wordt als zondebok aangewezen, zodat wethouders en raadsleden niet de hand in eigen boezem hoeven te steken. Dat moeten zij wel doen.

Verzoenen

Om de politieke en bestuurlijke verhoudingen in Ermelo weer te normaliseren, moeten partijen zich verzoenen met het verleden en met elkaar. Daar liggen belangrijke oorzaken voor de huidige verstoorde verhoudingen. Dat concludeert Paul Frissen in zijn vrijdag gepubliceerd rapport over de politieke situatie in Ermelo. Die is ernstig verstoord nadat de fractievoorzitters, na gesprekken met wethouders, in juli het vertrouwen in burgemeester André Baars hadden opgezegd.

Roddelcultuur

De huidige situatie in Ermelo is een product van het verleden, stelt Frissen. Er is onder meer sprake van botsende stijlen in het college. De burgemeester wordt een dominante bestuursstijl toegedicht, die de wethouder als ‘kwetsend en nodeloos negatief’ ervaren. Ook de komst van een nieuw college in 2018, waarbij de grootste partij buiten de nieuwe coalitie werd gehouden, heeft veel kwaad bloed gezet. Sommigen spreken van een ‘coup’ die al voor de verkiezingen was beraamd. Er is sprake van een roddelcultuur. Ook enkele slepende dossiers zetten de verhoudingen tussen bestuur en burgers onder druk.

Schuldige

Een keur aan problemen kortom, terwijl ‘in politiek-bestuurlijk Ermelo de burgemeester eenzijdig verantwoordelijk wordt gehouden voor de ontstane problematiek’, aldus Frissen. ‘Zijn functioneren en zijn gedrag zouden voor de gerezen problemen de overheersende verklaring zijn. Hij wordt met andere woorden als enige schuldig geacht en lijkt daarmee te zijn aangewezen als ‘zondebok’.’ Wethouders en fractievoorzitters hopen dat commissaris van de koning John Berends ingrijpt. ‘Het verwijderen van de zondebok moet dan soelaas bieden.’ Dat doet het niet, stelt Frissen. ‘De ontstane situatie zal slechts tijdelijk worden verlicht als het vertrek van de burgemeester zou worden bewerkstelligd. Hardhandig afrekenen met een historisch gegroeide situatie is zelden effectief: onderliggende problemen zullen blijven terugkeren, omdat de gebrekkige omgang met spanningen niet wordt weggenomen.’

Mediator

De fractievoorzitters moeten met de raad, in en na overleg met de wethouders en de burgemeester, een gezamenlijke aanpak ontwikkelen voor de oplossing van de politiek-bestuurlijke crisis, adviseert Frissen. Er moet daarbij een ‘verstandig politiek-bestuurlijke mediator’ worden aangetrokken bij het normaliseren van de verhoudingen ‘zonder politieke verschillen te ontkennen’. Frissen adviseert een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren naar lang slepende dossiers die spanningen veroorzaken tussen het gemeentebestuur en (groepen van) inwoners. ‘Dat onderzoek moet de vraag beantwoorden of het gemeentebestuur in deze dossiers in de afgelopen jaren zorgvuldig heeft gehandeld.’

Commissaris van de koning Berends omarmt de adviezen en verwacht van de partijen een constructieve houding bij het ontwikkelen en uitvoeren van een plan van aanpak.