Advertentie

'Uitspraak Vorden miskent beleidsvrijheid gemeente'

Hoogleraar Jon Schilder van de Vrije Universiteit vindt het verbod van de rechter aan de Vordense burgemeester om langs Duitse graven te lopen merkwaardig.

09 mei 2012

De rechter in Zutphen ‘Een zeer opmerkelijke uitspraak die bij een hogere rechter geen stand zal houden’, aldus hoogleraar staats- en bestuursrecht Jon Schilder van de Vrije Universiteit.

Weddenschap
De rechter verbood burgemeester en wethouders van de gemeente Bronckhorst op 4 mei tijdens de herdenking in Vorden langs Duitse graven te lopen. ‘Ik vind dat een zeer opmerkelijke en hoogst merkwaardige uitspraak en durf er een weddenschap op af te sluiten dat een andere rechtbank al tot een andere uitspraak zou komen. Omdat er geen jurisprudentie is, speelt de persoonlijke afweging van de rechter een grote rol. Hij heeft zijn eigen rechtvaardigheidsgevoel laten spreken. Een principiële uitspraak van de hoogste rechter is in deze zaak van belang’, vindt Schilder.

Particulier vs overheid

De rechter vond het handelen van de gemeente onrechtmatig jegens degenen die Federatief Joods Nederland vertegenwoordigt. Het ging erom of toelaatbaar was dat de gemeente de nieuwe vorm van dodenherdenking bijwoont door zich door haar burgemeester te laten vertegenwoordigen als spreker en aan het hoofd van de stoet. In de Algemene wet bestuursrecht zijn besluiten over dit soort zaken niet terug te vinden. ‘Dat klopt’, zegt Schilder. ‘Andere uitspraken gaan wel over herdenkingen van extreem- links en -rechts. Dat ging altijd over particuliere partijen. Hier speelt iets totaal anders: de rol van de overheid.’

Rechter op stoel bestuur
De rechter gaat er in zijn motivering vanuit dat als de burgemeester zonder ambtsketen mee zou wandelen naar de graven, hij de stoet weer zou aanvoeren en het hoofd zou neigen of er even zou stilstaan. De gemeente zou zo nabestaanden en anderen nog steeds kunnen kwetsen, ook al is dat uitdrukkelijk niet haar bedoeling. ‘Wat betreft het onrechtmatige karakter schiet de rechter heel erg tekort in de motivering van deze principiële uitspraak’, meent Schilder. ‘Het kan zijn dat mensen gegriefd zijn, maar in haar dagelijkse handelingen kan de gemeente wel vaker grievend overkomen. Ook onbewust. Dat is niet onrechtmatig en niet in strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheid. De uitspraak miskent de beleidsvrijheid en de gewone beleidsverantwoordelijkheid van de gemeente. De rechter gaat op de stoel van het bestuur zitten en gebruikt zijn macht voor een verbod. Met alle respect voor de rechter: ik zou dit juridisch aanvechten.’

Draagvlak
Herdenking van de Duitse soldaten zou volgens de rechter passend kunnen zijn, maar niet op 4 mei en niet in een adem met de slachtoffers van het nazibewind. Volgens de rechter heeft de gemeente niet naar draagvlak gezocht voor het idee van het comité. Niet door het peilen van diverse bevolkingsgroepen en niet door een openbare behandeling door de gemeenteraad. Dat is opvallend, aangezien burgemeester tegenover Binnenlands Bestuur heeft aangegeven de herdenking vanwege de gevoeligheid wel degelijk te hebben afgestemd met fractievoorzitters uit de gemeenteraad en nabestaanden van Engelse soldaten. Die zagen er geen probleem in.

Verzetsstrijders overleden
Een ander saillant detail is dat het comité pas besloot tot de herdenking nadat verzetsstrijders die in het comité zaten waren overleden. Daarmee is volgens de rechter impliciet erkend dat die er problemen mee zouden kunnen hebben evenals hun nabestaanden. Verder wilde de rechter het ook niet aan mensen zelf overlaten om te beslissen of ze achter de stoet met de burgemeester langs de graven zouden lopen of de begraafplaats zouden verlaten. ‘Dit  kan in plaats van de beoogde “verbroedering en verzoening“ niet anders dan tot verwarring en verdeeldheid leiden. In zo’n grote menigte zullen, als enige waarschuwing uitblijft, allicht sommigen gedwee de burgemeester volgen om onverhoeds te bemerken dat ze bij Duitse oorlogsgraven staan’, aldus de rechter.

Burgemeester vs burger
De burgemeester moest omwille van de gevoelens van sommige burgers de Duitse graven op de avond van 4 mei mijden. ‘Afdoen van de ambtsketen baat niet, omdat men niet geloofwaardig als burgemeester de begraafplaats kan betreden en deze als ambteloos burger verlaten.’ Dit geldt ook voor andere gemeentelijke vertegenwoordigers. Schilder kan zich daar wel wat bij voorstellen. ‘In dit geval was het te doorzichtig geweest als hij zijn ambtsketting zou afdoen. Maar als burger heeft ook een burgemeester het grondrecht een herdenking bij te wonen.’

Beleidskeuze
Schilder begrijpt dat heftige gevoelens een rol spelen. ‘Maar het staat de overheid vrij deel te nemen. Dat is niet per definitie onrechtmatig. Het kan ook een beleidskeuze zijn en het gemeentebestuur is hier tot een heldere conclusie gekomen. De grondrechten zijn ook niet in het geding, de vrijheid van meningsuiting wordt niet beperkt. De rechter had 2 of 3 uur langer achter zijn pc moeten zitten om zijn uitspraak duidelijker te motiveren. Hij legt onvoldoende link naar “onrechtmatig” en had beleidsvrijheid mee moeten wegen.’

Hoge Raad
Volgens Schilder zou het gemeentebestuur in een bodemprocedure een uitspraak van een hogere rechter moeten vragen. ‘Als dit volgend jaar voor dezelfde rechtbank komt, krijg je dezelfde uitspraak. Je moet voorkomen dat deze uitspraak een zelfstandige waarde krijgt. Het risico is groot dat dit soort geschillen de komende jaren op andere plekken ook zullen gebeuren. De bodemrechter komt vast tot een ander oordeel. Uiteindelijk zal de Hoge Raad zich moeten uitspreken over de maatschappelijke zorgvuldigheid. Misschien komt het later nog voor het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, maar dan zijn we jaren verder.’

Verbod
Burgemeester Aalderink heeft intussen een week radiostilte afgekondigd en zal volgende week bekendmaken welke actie hij zal ondernemen. Verder meldt NRC Handelsblad dat Federatief Joods Nederland gaat proberen alle herdenkingen van Duitse militairen op 4 mei volgend jaar te laten verbieden.

Reacties: 3

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Jan
"Volgens de rechter heeft de gemeente niet naar draagvlak gezocht voor het idee van het comité. Niet door het peilen van diverse bevolkingsgroepen en niet door een openbare behandeling door de gemeenteraad. "



Is het aan de gemeente naar draagvlak te zoeken? Als het comite het draagvlak voor haar herdenking ziet en de burgemeester zijn rol voor heeft gelegd aan de fracties van de gemeenteraad (de democratisch gekozen vertegenwoordiging van die gemeente), wat wil je dan nog meer, een inspraakavond waar de mening van 1 persoon (wat Federatief Joods Nederland is) telt als doorslaggevend, of een rondje telefoneren om mensen rond het avondeten te vragen wat zij vinden van de herdenking?

De rechter had zijn plaats moeten weten en wist deze duidelijk niet. De rest van Nederland kan nu alleen zich maar schamen dat we via de rechter verbieden dat een burgemeester een verzoek van een herdenkingscomite honoreert omdat 1 persoon dit niet wil.
gerrie
Hoe zit het eigenlijk dan met onze handelsbetrekkingen met Duitsland??? Lekker die producten van de Aldi. Er zijn ook heel veel Duitse mensen tijdens WOI en WOII de dood ingejaagd. Ook heel veel jonge militairen die moesten, anders werden ze ter plaatse gefusilleerd. Letterlijk tegen de muur gezet. Dan toch maar naar Rusland of de Ardennen. Schandalig dat we na 67 jaar niet anders kunnen denken. De mens is in die tijd geen haar beter geworden. Geen land op deze wereld is heilig qua schending van de mensenrechten. Op dit moment gebeurt het nog op grote schaal. Laat het een les zijn voor nu en later
E. van Bunnik / oud secretaris van een OR bij GVB-Amsterdam
Via een zoeksysteem op www.rechtspraak.nl is het vonnis integraal te vinden.
Advertentie