Advertentie

Twijfels Algemene Rekenkamer over verantwoorde decentralisatie

De Algemene Rekenkamer heeft niet kunnen vaststellen dat het kabinet zekerheid biedt dat gemeenten op tijd klaar zijn voor de decentralisaties. Om te voorkomen dat 800.000 burgers straks tussen wal en schip belanden, wil de Rekenkamer een extra beoordelingsmoment inlassen in oktober. Dat moment moet worden benut om te bepalen of er aanvullende maatregelen nodig zijn voor deze taakoverheveling van het rijk naar gemeenten.

21 mei 2014

De Algemene Rekenkamer heeft niet kunnen vaststellen dat het kabinet zekerheid biedt dat gemeenten op tijd klaar zijn voor de decentralisatie van taken op het gebied van jeugd, zorg en werk. Om te voorkomen dat 800.000 burgers straks tussen wal en schip belanden, wil de Rekenkamer een extra beoordelingsmoment inlassen in oktober.

Dat moment moet worden benut om te bepalen of er aanvullende maatregelen nodig zijn voor deze taakoverheveling van het rijk naar gemeenten. Er bestaat volgens de Algemene Rekenkamer ‘brede twijfel’ over de haalbaarheid van de uitvoeringstermijn van de decentralisaties – 1 januari 2015. Met name omdat er volgens collegelid Arno Visser nog veel werk moet worden verzet. De vraag is volgens hem niet of het rijk er klaar voor is, ‘de vraag is of vooral de 403 gemeenten er klaar voor zijn. Dat weten we nu niet. Ook het kabinet niet.’

Zekerheid
Het kabinet moet, zo luidt de aanbeveling, meer zekerheid bieden voordat de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de zorg voor ruim 800.000 mensen een feit is. Die zekerheid kan het kabinet verkrijgen door vooraf vast te stellen aan welke randvoorwaarden het rijk, gemeenten en betrokken instanties moeten voldoen om verantwoord te kunnen decentraliseren. De Algemene Rekenkamer formuleert een aantal randvoorwaarden die cruciaal zijn voor een verantwoorde overgang. Het is vervolgens aan het rijk om te toetsen of aan die randvoorwaarden wordt voldaan voor 1 januari 2015. De zekerheid dat het verantwoord is op die datum te decentraliseren zou uiterlijk in het najaar moeten worden gegeven, om nog (nood)maatregelen te kunnen treffen. ‘December is te laat’, zegt Visser. ‘Uiterlijk medio oktober aanstaande, is in onze ogen het uiterste moment waarop nog verantwoorde keuzes gemaakt kunnen worden.’ Dan zijn er nog een paar maanden om aanvullende maatregelen te treffen of met alternatieven te komen voor de overgang van jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning en arbeidsparticipatie naar de gemeenten. De Algemene Rekenkamer denkt bijvoorbeeld aan een gefaseerde overgang of extra ondersteuning voor sommige gemeenten.

Uitvoeringstoets
De Algemene Rekenkamer beveelt daarom het rijk aan een tijdelijke, onafhankelijke Transitie Autoriteit Sociaal Domein in te stellen die de genoemde randvoorwaarden gaat toetsen. ‘Het instellen van zo’n onafhankelijke adviserende autoriteit is een van de lessen die de Tweede Kamer trok na het parlementair onderzoek naar het effect van de vele stelselwijzigingen in het onderwijs – de commissie-Dijsselbloem. De Kamer vond het toen een goed idee bij grote stelselwijzigingen voortaan eerst een onafhankelijke uitvoeringstoets uit te voeren. Wel, deze decentralisatie is de grootste stelselwijziging die we ooit in Nederland hebben gehad’, zegt Visser. Niet alleen qua complexiteit, maar ook qua geld: gemeenten krijgen volgens de berekening van de Algemene Reken­kamer na 1 januari de verantwoording over liefst 8,2 miljard euro extra. Daarmee gaat er vanaf 2015 jaarlijks 17 miljard euro naar gemeenten voor taken in het sociaal domein.

Nemen bestuurlijke maatregelen

Omdat het bij deze decentralisatie om verschillende taken gaat, is het van belang dat die Transitie Autoriteit integraal toetst. Er is sinds 1 april weliswaar een Transitie Autoriteit Jeugd aan de slag, maar die richt zich uitsluitend op de decentralisatie van de jeugdzorg. ‘Wij bevelen het kabinet aan voor de duur van de transitieperiode — en dus tijdelijk – één Transitie Autoriteit Sociaal Domein in het leven te roepen die eventuele fricties in samenhang probeert op te lossen en als dat niet leidt tot de gewenste continuïteit van zorg, ondersteuning en begeleiding de bewindspersonen kan adviseren tot het nemen van bestuurlijke maatregelen’, aldus de Algemene Rekenkamer.

Plasterk wars van extra beoordelingsmoment
Het is minister Plasterk van Binnenlandse Zaken die als coördinerend minister over de decentralisaties volgens de Algemene Rekenkamer zijn rol moet pakken. Die aansporing viel hem vorig jaar ook al ten deel. De bewindsman stelt in een reactie op de aanbevelingen dat hij ook ziet dat er nog veel moet gebeuren in de komende maanden, maar wil de datum van 1 januari 2015 niet ter discussie stellen. De minister is dan ook geen voorstander van een extra beoordelingsmoment. De minister reageert niet op de aanbeveling een tijdelijke Transitie Autoriteit Sociaal Domein in het leven te roepen. De Algemene Rekenkamer hoopt nu dat de Tweede Kamer – die de Rekenkamer nadrukkelijk verzocht in te gaan op het vraagstuk van de decentralisaties – Plasterk overtuigt van het belang van zo’n Autoriteit.

Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nr. 10 van deze week.


Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Frits van Vugt / Public Consulancy & voorzitter van 2 lokale rekenkamers
De Algemene Rekenkamer constateert terecht dat er grote zorgen bestaan over de voortgang van de decentralisaties in het sociale domein. Over de voortgang van de voorbereidingen door gemeenten op het terrein van de jeugdzorg constateerde de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd onlangs in haar derde rapportage dat op cruciale punten forse vertraging is opgetreden in de voortgang van het decentralisatieproces van de jeugdzorg. Ook andere instanties, zoals de Raad van State, het CPB, de Raad voor de gemeentefinanciën en jeugdombudsman, luiden de noodklok over de decentralisaties.



Gemeenten hebben de afgelopen 2 jaar veel papier geproduceerd over wat er allemaal dient te gebeuren, maar zijn nog onvoldoende met de harde invoering bezig. Veel intenties en mooie uitgangspunten over 'kanteling', 'eigen kracht' en 'integraal werken', gelardeerd met opgetuigde proeftuinen en pilots, maar er zijn nog amper verankerde organisaties-nieuwe-stijl (sociale wijkteams) operationeel, met nieuwe bevoegdheden, bewezen effectieve werkwijzen, en met een adequate aansturing, die klaar zijn voor de gewenste transformatieslag.

Hoe de regionale samenwerking in de jeugdzorg en Wmo precies zal gaan is vaak nog onderwerp van discussie. Praktisch nog geen gemeenten hebben programma's van eisen opgesteld voor de inkoop c.q. subsidiering. En dat terwijl vóór de zomer het lokale (en regionale) inkoopproces gestart zal moeten zijn wil men tijdig voor 1 okt. tot gunning van de opdracht c.q. tot subsidiering kan overgaan. Ik zie veel gemeentelijke planningen die - tegen de regels in - pas de gunningen later het najaar hebben gepland.....



Kortom, in veel regio’s en gemeenten moet nog fors werk verzet worden, wil de transitie uiteindelijk vanaf 2015 een transformatie opleveren. Er is m.i. geen Transitie Autoriteit Sociaal Domein voor nodig om lokaal orde op zaken te stellen. Daar zijn de gemeenteraden onlangs voor gekozen.

Ik zie bij gemeenteraden echter de laatste weken de vertwijfeling toeslaan: liggen we wel op koers, waar kunnen we nog op sturen, welke risico's lopen we? Maar vaak nog pregnanter, vanwege de regionale samenwerking die veel gemeenteraden voor voldongen feiten stelt: waar gaan we nog eigenlijk over? Veel gemeenteraden hebben een fors informatieachterstand en weten niet wanneer ze nog op wat invloed kunnen uitoefenen. Zij moeten proactief worden en NU in actie komen om het tij nog te kunnen keren.

Pierre
Dit is typisch Plasterk. Niet reageren/negeren.

Voorstellen voor moties:
Tekorten op gedecentraliseerde taken leiden de eerste vijf jaar niet tot taakstellingen of boetes ikv wet HOF naar lagere overheden, maar leiden tot kortingen op uitsluitend eigen budgetten VWS, BZK en bijdragen aan de EU.

VWS wordt gereorganiseerd indien tekorten blijken. De verantwooordelijke directies krijgen collectief oneervol ontslag.

J.G.A.M. Mulder / ambtenaar
De gemeenten zitten aan het eind van de pipeline en mogen de onmacht van deze regering en de ministeries om tijdig met duidelijke wet- en regelgeving te komen, maar ook met een duidelijk financieel verhaal, trachten in enkele maanden tijd te repareren. Het lijkt wel dat het de regering niet meer gaat om goed voldragen beleid maar om snel scoren over de ruggen van anderen.
Ton Sonneveldt
De reactie van het Kabinet is typerend voor het gebrek aan overleg met de samenleving: men is doof voor zorgen en kritiek en heeft geen behoefte aanb reflectie..

Het enige dat voor dit Kabinet telt is het binnenharken van de tussen beide partijen overeengekomen korting op de budgetten voor de langdurige zorg en de thuiszorg. De gemeenten mogen de problemen van dit ondoordachte beleid oplossen en de mensen die van de betrokken zorg afhankelijk zijn betalen uiteindelijk echt de rekening. Tegen de tijd dat de Tweede Kamer zal besluiten om een parlementair onderzoek naar de gevolgen in te stellen zitten de nu verantwoordelijke bewindlieden en kamerleden al weer op andere posities.

De rampzalige samenwerking tussen PvdA en VVD wordt uiteindelijk door de zwaksten in de samenleving betaald. En natuurlijk wil Plasterk daar niet over praten.
Advertentie