Tienduizenden kunstwerken in depots gemeenten

Nederlandse gemeenten hebben tienduizenden kunstwerken in depots liggen, waar het publiek ze niet kan zien. De werken zijn gekocht in de tijd dat het Rijk een speciale regeling had voor kunstenaars, tussen 1956 en 1987. Dat blijkt donderdag uit een enquête van het programma Nieuwsuur onder 193 gemeenten.
Kunstenaars die niet aan de bak kwamen, konden vroeger hun werk inleveren bij het rijk. Een speciale commissie schatte de waarde en gaf de makers een vergoeding. De werken kwamen bijvoorbeeld in overheidsgebouwen te hangen. De Beeldende Kunstenaars Regeling (BKR) werd in 1987 afgeschaft omdat die te duur werd. (ANP)
Reactie op dit bericht
Als er dan iets van echte waarde tussen zit komt dat er vanzelf wel uit.
Met de opbrengsten kunnen de gemeenten hun begroting wat oppoetsen.
Wat misschien ook nog kan helpen is om vanuit regionale musea twee conservatoren gezamenlijk te laten kijken naar de waarde van werken. Waarschijnlijk kan gewoon 80% op de schroothoop.
Wat van belang is dat deze kunstwerken goed staan geregistreerd en vervolgens zo spoedig mogelijk:
1. door de beherende rijksinstelling op de particuliere markt worden gebracht en tegen redelijk getaxeerde prijzen worden verkocht.
2. een selectie wordt gemaakt van werken die in musea kunnen worden ondergebracht of tentoongesteld.
Kortom het desbetreffende ministerie moet eens wat actiever worden!
Eind jaren zeventig had ik een baantje in de culturele sector, en ik had daardoor veel met beelden kunstenaars te maken. Of liever gezegd: met artistiek angehauchte lieden die als beeldend kunstenaar door het leven gingen.
Want als schrijver of dichter kreeg je geen subsidie, maar als schilder of beeldhouwer wel degelijk: De BKR!
En halfjaarlijks brak weer de pleuris uit, waren de café's en terrassen leeg, waren de jazzkroegen ontvolkt, want fluks moest er op de bovenkamertjes weer wat in mekaar gefrunnikt worden.
Nooit zal ik vergeten hoe de bekende Rotterdamse kunstenaar Rijn Rijnse op zo'n ochtend de kroeg in kwam dwalen, een oude genever bestelde, en rustig ging zitten. Op z'n gemakje begon hij een zware shag te draaien, en sprak z'n collega aan, Tien Laatinhetveld.
"Lekker weertje, Tien!", riep Lijn hem toe. "Ja, het is weer lekker", antwoordde Tien. Freddie Beerlings riep hem toe: "heb jij je gekladder voor de BKR ook al af? Wij zijn al klaar!"
Rijn schrok, want nee.... Rijn had nog niks af, en nog niks ingeleverd voor de BKR. Het moest die ochtend uiterlijk twaalf uur in De Doelen worden ingeleverd bij De Commissie.
IJlings schoot Rijn naar z'n woonhuis, waar hij als een gek met wat olieverf een stuk linnen ondersmeerde. Hij holde als een bezetene naar De Doelen en De Commissie, en holde nog net om halftwaalf naar binnen om z'n stuk in te leveren.
Wij zagen Rijn om een uur of kwart over twaalf binnenstrompelen, nog nahijgend van het harde werk. Dàt zat er weer op, voor een half jaar. "Doe me nu nog maar een oude genever", zakte hij zuchtend aan z'n vaste tafeltje. "Ik draai nog een lekker zwaar shagje".
En zoals Rijn kwakten tientallen Rotterdamse would be kunstenaars ééns per half jaar iets in elkaar voor de centen.
Ik geloof niet dat ze het erg zouden vinden als het nu wordt weggegooid. Hang het in een museum, en ik beloof u: ze lachen zich alsnog dood.
Ander ik wel.