Advertentie

Tandje erbij voor Westfriesland

De regionale samenwerking tussen de zeven Westfriese gemeenten wordt versterkt en geconcretiseerd. Daarbij zijn ook het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen en de raden betrokken.

13 mei 2019

De samenwerking tussen de zeven Westfriese gemeenten was te veel een ‘bestuursdersfeestje’. De hoogste tijd om ook het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen en de raden meer te betrekken bij de maatschappelijke opgaven van de regio. Dat gebeurt via het Pact van Westfriesland 7.1: zeven gemeenten, één geluid.   

Top tien

De ambities van de Westfriese gemeenten liegen er niet om. In 2022 moet Westfriesland tot de top tien van meest aantrekkelijke regio’s behoren ‘waar welvaart en welzijn, een florerende duurzame economie en een rechtvaardig sociaal beleid de belangrijkste prioriteiten zijn’, zo staat in de intentieverklaring die de zeven Westfriese gemeenten – colleges en raden – eind vorig jaar ondertekenden. Daartoe wordt nu het Pact Westfriesland 7.1 voorbereid; een vervolg op het pact dat de zeven gemeenten in 2013 sloten.

Fundament

Toen besloten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec beter te gaan samenwerken om de ambities op het gebied van wonen, werken, onderwijs, bereikbaarheid en vrije tijd gezamenlijk waar te maken. Uit een evaluatie van medio vorig jaar, uitgevoerd door oud-burgemeester Wim Dijkstra, blijkt onder meer dat het Pact nieuw elan in de regio heeft gebracht. ‘De gemeenten hebben ontdekt en omarmd dat zij samen een regio met potentie zijn, dat zij ambitie mogen uitstralen en dat zij in staat zijn samen te werken.’ Ook wordt geconcludeerd dat het Pact ‘een geweldige opsteker is geweest voor de regio’ en dat het een fundament voor de toekomst heeft gelegd’.

Tussenmeting

Maar het kan en moet beter. Want na een ‘tussenmeting’ van het Pact uit 2013, stond de regio nog niet zoals gehoopt veel hoger in de lijstjes van economische voorspoed of toeristische aantrekkelijkheid, of als aantrekkelijk woon- en werkgebied. ‘We spraken destijds af dat we ons beter wilden profileren; we wilden de beste worden van de klas. Dat is door de zeven colleges heel voortvarend opgepakt’, aldus burgemeester GertJan Nijpels van Opmeer. ‘Het was eerst een feestje van de burgemeesters en toen werd het een feestje van de colleges. We zijn nu zover dat het een feestje van ons allemaal moet worden. Dus ook van het bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld, kennisinstellingen, van de gemeenteraden en van de ambtelijke organisaties. Want tot onze schrik waren we weliswaar vooruitgegaan, maar andere regio’s ook.’

Noodzaak

De noodzaak tot doorontwikkeling van het pact werd niet alleen ingegeven door die tussenmeting, maar ook uit de evaluatie van Dijkstra waaruit bleek dat het pact ‘behoorlijk globaal en te vrijblijvend was’, aldus de Hoornse burgemeester Jan Nieuwenburg. ‘Het Pact van Westfriesland stond als goede basis, maar om het een stap verder te brengen moest het ook concreter worden.’ Dijkstra adviseerde onder meer een uitvoeringsprogramma te koppelen aan de gestelde maatschappelijke opgaven, die bovendien smart geformuleerd moesten worden: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden.

Urgentie

Dat advies heeft de regio ter harte genomen. ‘We hebben nu de fase van ophalen afgerond. We hebben aan de raadsleden, het bedrijfsleven, het maatschappelijk middenveld en de kennisinstituten gevraagd wat bij hen de urgentie is. Die opbrengst hebben we door een filter heen gegooid, waarbij we onder meer hebben gekeken of die opgaven parallel lopen met de agenda’s in Nederland en Europa’, legt Nijpels uit. De opgehaalde ambities worden nu geconcretiseerd en later in meetbare doelen omgezet. ‘De ambitie dat we tot de top tien van meest aantrekkelijke regio’s behoren, geldt nog steeds. Dat betekent wel dat je dat ook moet kunnen objectiveren. We moeten ons een aantal concrete doelen kunnen stellen die meetbaar zijn; het moeten geen luchtkastelen blijken te zijn. Als het gaat om toeristisch bezoek, innovatieve bedrijven die hiernaartoe kunnen komen, als het gaat om de realisatie van woningbouw; dat is in harde cijfers uit te drukken.’ De opbrengst van de ‘ophaalronde’ wordt in juni aan de zeven gemeenteraden voorgelegd.

Lees het hele artikel in Binnenlands Bestuur nummer 9, met daarin de rol van de betrokken gemeenteraden. (inlog)

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie