Advertentie

Stel bij het formeren de kiezer centraal

Tijdens verkiezingscampagnes staat de kiezer volop in de belangstelling én in de gunst van politici. Maar als de formatie begint, verdwijnt diezelfde kiezer uit beeld. Het primaat van het electoraat maakt dan plaats voor het primaat van de politiek. Dat kan en moet anders, betoogt Peter Polhuis in een essay in Binnenlands Bestuur.

27 juni 2021
puzzel.jpg

Tijdens verkiezingscampagnes staat de kiezer volop in de belangstelling én in de gunst van politici. Maar als de formatie begint, verdwijnt diezelfde kiezer uit beeld. Het primaat van het electoraat maakt dan plaats voor het primaat van de politiek. Dat kan en moet anders, betoogt Peter Polhuis in een essay in Binnenlands Bestuur.  

94 dagen

Als het politici ernst is om politieke en bestuurlijke vernieuwing tot stand te brengen, dan is het verstandig om te beginnen bij het belangrijkste politieke proces in ons bestel: de kabinetsformatie. Alleen de duur van kabinetsformaties geeft daartoe al aanleiding: gemiddeld duurt het na verkiezingen 94 dagen (dus ruim drie maanden) eer er een nieuw kabinet is gevormd.


Niet optimistisch 
Een blik op het verleden stemt niet optimistisch. Sinds 1945 loopt het aantal dagen om een kabinet te formeren gestaag op. Nog vers in het geheugen ligt de formatie van Rutte III, die maar liefst 225 dagen (ruim zeven maanden) duurde en daarmee een lengterecord vestigde. De huidige formatie zal dit gemiddelde niet naar beneden bijstellen. Op de publicatiedatum van dit essay staat de teller inmiddels al ruim boven die 94 dagen.


Vrij spel 

In Nederland is rond formaties weinig formeel geregeld. Wel zijn er conventies en rituelen die met een zekere regelmaat opduiken, maar gebondenheid daaraan is er niet. Anders geformuleerd: het politieke primaat heeft vrij spel. Mijn pleidooi is om die vrijblijvendheid in te perken door consensus te bereiken over nieuwe spelregels. Blijken die in de praktijk te werken, dan kunnen ze in de (grond)wet worden opgenomen. 

 

Duur limiteren

Een voor de hand liggende nieuwe spelregel is om de duur van kabinetsformaties te limiteren. Lukt het politici niet om binnen de vastgestelde termijn – en laten we in ­Nederland met een meerpartijenstelsel maar eens uitgaan van het huidige gemiddelde van drie maanden – een kabinet te formeren, dan wordt hun primaat weer teruggegeven aan de kiezer en volgen nieuwe verkiezingen.


Geleend primaat
De ervaring leert dat een tijdshorizon heilzaam is voor de afronding van een onderhandelingsproces omdat onder druk alles vloeibaar wordt. Maar belangrijker is dat politici zullen ervaren dat het politieke primaat dat hun na de verkiezing is gegeven, een geleend primaat is en ten principale toehoort aan het electoraat.

 

Continuering

Een tweede spelregel ontleen ik aan de VU-hoogleraar Gijs Kuypers, een van de grondleggers van de politicologie/beleidsanalyse in Nederland. Hij bepleitte reeds in 1967 dat zittende kabinetten enkele maanden voor de verkiezingen nadenken over hun continuering. Komt zo’n continueringsbesluit tot stand, dan kan de eenvoudige regel worden gevolgd dat als de regeringspartijen na de verkiezingsstrijd in zeteltal gelijk blijven of groeien, die regering kan doorregeren.

 

Geen verrassing
Deze regel is glashelder. Kiezers weten wat hun partij met welk programma in de komende vier jaar van plan is, en de gang van zaken na de verkiezingen is geen verrassing. Had het huidige demissionaire kabinet zo’n continueringsbesluit genomen (en was het niet vlak voor de finish gestruikeld over de toeslagenaffaire), dan zou met de winst van drie regeringspartijen het kabinet Rutte IV – zonder tussenkomst van verkenners, informateurs en formateurs – vrijwel meteen kunnen aantreden.

 

Aanvullende spelregel

Dat zo’n continueringsbesluit serieus wordt verkend, wordt bevorderd door een aanvullende spelregel. Namelijk dat als zo’n besluit tot voortzetting van de coalitie niet tot stand komt, er een kabinet gevormd dient te worden met in elk geval de grootste oppositiepartij. Misschien zelfs door het leveren van de minister-president. 

 

Winnaars eerst

Een andere spelregel kan zijn dat na verkiezingen de partijen die electorale winst hebben geboekt – dus ook de nieuwkomers – als eerste worden uitgenodigd om te bezien of een coalitie kan worden gevormd. Niet alleen is meteen duidelijk wat de eerste stap in het formatieproces is, maar ook deze heldere spelregel komt tegemoet aan het gevoel dat winnaars van verkiezingen voorrang hebben bij de machtsvorming.  Uitsluitingen van partijen – vanuit moreel-democratische en  saamhorigheidsoverwegingen toch al moeilijk verdedigbaar – zijn dan niet meer aan de orde.


Nieuwkomers
Samenwerking is niet meer het gevolg van wilsovereenstemming van partijen, maar gewoon omdat het moet, wat overigens op allerlei niveaus in de samenleving normaal is. Toegepast op de laatste verkiezingsuitslag betekent dit dat VVD, D66, FvD, PvdD en de vier nieuwkomers meteen zouden worden uitgenodigd om de mogelijkheden van een nieuw kabinet te bezien.

 

Procesbegeleider

Ingeval een zittende regering geen continueringsbesluit neemt, zal een beroep moeten worden gedaan op een procesbegeleider. Sinds de Tweede Wereldoorlog zien we een uitbreiding van dit soort functionarissen. Coalitievorming op lokaal en provinciaal niveau laat zien dat meestal met één (in)formateur kan worden volstaan. In elk geval is het heilzaam dat zo’n functionaris niet uit het centrum van de politieke arena wordt geplukt, zoals de vier verkenners in de formatie van 2021. Men zal verstand van en ervaring met politieke besluitvorming moeten hebben, maar ook een behoorlijke afstand tot het actuele politieke gewoel.


Beslotenheid

Ook de vanzelfsprekendheid van de ­beslotenheid van onderhandelingen bij kabinetsformaties verdient discussie. Openheid van (in)formatiegesprekken wordt meestal afgewezen met het argument dat politieke leiders in beslotenheid tegenover een verkenner of (in)formateur hun hart moeten kunnen luchten. Voorts wordt gesteld dat als onderhandelingen in het openbaar plaatsvinden, politici niet meer terug kunnen komen op eerder gestelde harde eisen. Bovendien wordt door meeluisterende burgers en media het delicate proces van coalitievorming verstoord.

 

Hinderlijk

Deze argumenten hebben vanuit de onderhandelingstheorie een zekere geldigheid, zeker in de context van internationale diplomatie of bij strategische besluitvorming in het ­bedrijfsleven. De vraag is of ze ook in het openbaar bestuur zo vanzelfsprekend zijn. In het openbare bestuur gaat het niet alleen om resultaat, maar ook om de wijze waarop dat tot stand komt. Het voorvoegsel ‘openbaar’ is de laatste jaren op alle overheidsniveaus veel te veel verwaarloosd of als hinderlijk beschouwd.

 

Openbaar karakter  

Mijn pleidooi is om dat openbare karakter van onze overheid weer centraal te stellen. Zouden er echt vreselijke ongelukken gebeuren als de onderhandelingen over coalitiepartners en over een ­regeerakkoord openbaar worden? Het gaat hierbij vooral om het belang van de kiezer. Is het niet eerlijker als de kiezer na de verkiezingen kan volgen welke punten van met name de eigen partij echt hard zijn en welke onderhandelbaar?

 

Kloof

Openbare formatieonderhandelingen voorkomen dat politici met doorzichtige argumenten en verbale constructies achteraf het gesloten compromis naar hun ­achterbannen verdedigen. Vooral met het argument dat toch heel veel van het eigen verkiezingsprogramma is gerealiseerd. Hier ligt een begin van de kloof tussen overheid en samenleving. Iedereen in dit veelpartijenland weet dat coalities en compromissen moeten worden gesloten en dat er dus ingeleverd moet worden op eigen standpunten. Laat dat dan ook maar zien, in alle openheid, zeker als het gaat om de hoofdlijnen van beleid dat ons allen direct raakt.

 

Lees het hele essay van Peter Polhuis deze week in BB12 (inlog)  

Reacties: 4

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

K.M. Schaap / afdelingshoofd burger- en bestuurlijke zaken
De werkelijke oorzaak van dit circus zit in personen. Wilders en Baudet hebben zichzelf met respectievelijk abjecte uitspraken en onberekenbaar gedrag buiten spel gezet en daarmee een belangrijk deel van het electoraat. Daarnaast zou Rutte zich moeten realiseren dat hij het obstakel is. Heel veel mensen/partijen willen niet meer met hem regeren. Als hij plaats maakt voor Klaas Dijkhof zou dat al enorm schelen. Ten slotte moeten alle middenpartijen ook zelf in de spiegel kijken. Hun eindeloze getreuzel c.q. geneuzel - die wil niet met die en die wil alleen met die - speelt extremisme in de kaart. Wat dat betreft lijkt het wel de jaren 30 van de vorige eeuw.
Petra
Beste Zipje:



1. "Wilders en Baudet hebben zichzelf met respectievelijk abjecte uitspraken en onberekenbaar gedrag buiten spel gezet...". Dit is uw mening, miljoenen mensen denken daar anders over.



2. "...zou Rutte zich moeten realiseren dat hij het obstakel is...". Eens.



3. " Als hij plaats maakt voor Klaas Dijkhof...". Te laat, Dijkhof heeft de politiek verlaten. Bovendien heeft Dijkhof bij gelegenheid laten zien dat ook hij glashard kan liegen en de boel verdraaien.



4. "Hun eindeloze getreuzel c.q. geneuzel...". Extremisme ontstaat hier niet door. Wél door wangedrag buiten verkiezings- of formatietijd van politici/politieke partijen die vergeten zijn dat zij als volksvertegenwoordiger behoren te opereren.



On topic: Polhuis doet hier een aantal voorstellen die het verdienen om nader bekeken te worden!
B. Janssen / Ambtenaar
@Petra: extremisime is een bewuste keuze van Baudet en Wilders. De onfatsoenlijke taalverruwing is daar een bewust onderdeel van (Madagasker/kopvoddentax). Extremisme ontstaat niet daardoor, maar wordt er wel door gelegitimeerd. Ik val niet over een vloek, maar val juist over de plechtige zinnen van Baudet, Wilders en v.d. Linden en wordt achterdochtig als mensen zich op fatsoen beroepen. Fatsoen moet je doen!

Collega’s kun je moeilijk jarenlang bedotten, maar in de politiek draait het voor kiezers vooral om charisma en uitstraling. Dat is de situatie waarin narcisten het goed doen. Dan zie je al die negatieve eigenschappen niet. Weinig kiezers volgen het werk dat politici verrichten in commissievergaderingen. Ze horen vooral de vlotte babbels in talkshows en verkiezingsdebatten. Misschien klopt het dus wel dat politici niet de betrouwbaarste types zijn, omdat kiezers zich gemakkelijk door zulke figuren laten inpakken. Het levert helaas nog steeds een electoraat van 1,5 tot 2 miljoen mensen op.
K.M. Schaap / afdelingshoofd burger- en bestuurlijke zaken
@ Petra: Het staat iedereen uiteraard vrij om de Wilders-term kopvoddentax niet abject te noemen maar ik ben zo vrij om daar anders over te denken. En wat Baudet betreft: Als je nu nog niet in de gaten hebt dat hij een ongeleid projectiel is, heb je het laatste jaar niet opgelet.

Dat Klaas Dijkhof de kamer heeft verlaten betekent niet dat geen kandidaat voor het premierschap zou kunnen zijn.

Ten slotte. Ik zei niet dat extremisme ontstaat door getreuzel en geneuzel maar dat getreuzel en geneuzel extremisme in de kaart spelen.
Advertentie