Advertentie

Screening bestuurders schreeuwt om standaard

Integriteit van politieke ambtsdragers zal weer een belangrijk thema zijn bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten op 20 maart 2019. Juist op lokaal en provinciaal niveau zien we in de afgelopen verkiezingsperiodes steeds meer aandacht voor het gedrag en de mores van bestuurders en volksvertegenwoordigers.

13 januari 2019
kompas-integriteit.jpg

Het screenen van politiek bestuurders op integer gedrag wordt gemeengoed 
in ons land. Of alle risico’s op integriteitskwesties daarmee zijn uit te sluiten, is volgens Zeger van der Wal en Hans Groot maar zeer de vraag.

Integriteit van politieke ambtsdragers zal weer een belangrijk thema zijn bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten op 20 maart 2019. Juist op lokaal en provinciaal niveau zien we in de afgelopen verkiezingsperiodes steeds meer aandacht voor het gedrag en de mores van bestuurders en volksvertegenwoordigers.

Window dressing
In een essay in Binnenlands Bestuur vragen hoogleraar Van der Wal en adviseur Hans Groot van het Steunpunt Integriteitsonderzoek Politieke Ambtsdragers van het CAOP zich af of  screening eigenlijk wel zin of dat het in wezen window dressing is. Screenen moet idealiter bijdragen aan een integere overheid, maar incidenten zijn er niet volledig mee te voorkomen. ‘Het is een momentopname en heeft nauwelijks voorspellende waarde. Het is daarnaast maar de vraag welke risico’s met een screening vallen te voorkomen. Als het gaat om dreigende belangenverstrengeling of mogelijk chantabele gedragingen en uitlatingen uit het verleden, kan die zeker zinvol zijn. Maar kan je een kandidaat-wethouder ook in voorspellende zin ‘testen’ op zijn reputatie als grofgebekte volksvertegenwoordiger? Daar zou eerder een analyse van eerdere media-uitingen op zijn plaats zijn en dat is geen prominent onderdeel van huidige screeningsmethoden’, aldus de auteurs.

Maatschappelijk tij
Ze wijzen er op dat er geen onderzoek is naar de effectiviteit van screenen in het voorkomen van schandalen en aftreden. Er is ook geen verplichting. Recent historisch onderzoek toont wel aan dat het maatschappelijk tij verandert. ‘Daarmee wordt ook screening tot een soort schieten op een bewegend doel. En daar moeten de kandidaat en de screeningsautoriteit dan rekening mee houden. De onderzoekers vinden ook dat de normen waartegen het onderzoek wordt afgezet, onderdeel moeten zijn van een maatschappelijk debat. Debat over het mogelijk te ontstane debat dus. Daarnaast is het instrument zelf ook nog niet gekaderd in kwaliteitsnormen en in ‘hoger beroep’
gaan is nog helemaal niet voorzien.’

Minimale eisen
Daarbij, zo stellen ze, kunnen in afwachting van minimale kwaliteitseisen veel aanbieders op deze groeimarkt opereren: ‘De ‘integrity industry’ likt zijn vingers erbij af. De kosten vallen nog wel mee maar de geleverde kwaliteit verschilt te veel.’
De aanpak in menig ander land verdient in hun ogen daarom misschien wel navolging: een enkele overheidsdienst is verantwoordelijk. De screeningsautoriteit Justis en de AIVD hebben vanuit overheidswege ervaring met het testen van kandidaten en het onderzoek dat hiermee samenhangt. Ze halen het voorbeeld aan van Hongkong en Singapore, waar de overheden bijna carte blanche hebben om potentiële topfunctionarissen en hun familieleden, eigendommen en financiële belangen te onderzoeken. ‘Maar een dergelijke benadering roept wel de vraag op wat ‘the pursuit of absolute integrity’ waard is. Worden er geen andere belangrijke publieke waarden en rechten geschonden tijdens het proces?’, aldus Van der Wal en Groot.

Andere mores
De screeningsinstantie moet naar hun overtuiging verstand hebben van de kwetsbaarheden van politieke ambtsdragers. In het verleden klaagden kandidaat-wethouders over onderzoekers die geen, zelfs maar basale, kennis hadden van de gemeentewet en de andere mores van het lokale bestuur.
‘Laten we voor Nederland hopen op afdoende kwaliteitseisen en een goed werkende praktijk. Laten we vooral ook kritisch blijven op de opbrengst: het moet de kwaliteit van de kandidaten dienen en gekwalificeerde mensen blijven aantrekken voor een taak in het publieke domein’, betogen de auteurs. ‘Als er een bruikbare standaard ligt, moet die gemeengoed worden.’

Lees het volledige essay in Binnenlands Bestuur nr. 1 van deze week (inlog)

Plaats als eerste een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.

Advertentie